Grammatiktrainer Wechselpräpositionen

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Grammatiktrainer Wechselpräpositionen

(Seite 114 und 117 im Buch)

In deze trainer oefen je de wisselvoorzetsels.

Bij elk onderdeel staat de bijbehorende pagina uit het boek.

Bij het maken van de oefeningen is het handig om de theorie uit het boek bij de hand te hebben.

Wechselpräpostionen

(Seite 114 und 117 im Buch)

In deze trainer oefen je de dativ met voorzetsels

Bij het maken van de oefeningen is het handig om de theorie uit het boek bij de hand te hebben.

De opbouw is als volgt:

• voorbeeldzinnen waarin de grammatica vetgedrukt staat
• de regel of ezelsbrug
• oefeningen

Voorkennis: je kent de woorden uit de ein-Gruppe en de der-Gruppe en je weet hoe je het geslacht van het zelfstandig naamwoord bepaalt.

Wechselpräpostionen

(Seite 114 und 117 im Buch)

dezelfde situatie	volledige nieuwe situatie
Das Poster hängt an d er Wand.	Ich hänge das Poster an d ie Wand.
Ich sitze auf dies em Stuhl.	Ich setze mich auf dies en Stuhl.
Er ist in d em Restaurant.	Er kommt in d as Restaurant.
Die Lampe hängt über d em Tisch.	Er hängt die Lampe über d en Tisch.

In de zinnen links en rechts zie je dezelfde voorzetsels, maar aan beide kanten zie je een andere naamval.

dezelfde situatie = derde naamval (d = d) vergelijkbaar met stilstand

volledig nieuwe situatie = vierde naamval (v = v) vergelijkbaar met beweging

Wechselpräpostionen

Als deze voorzetsels voorkomen moet je je afvragen of je met dezelfde situatie te maken hebt of dat je met een volledig nieuwe situatie.

In de volgende oefening ga je de situaties leren te herkennen.

Wir übernachten in diesem Hotel.

1. dezelfde situatie
2. volledig nieuwe situatie

Ich lege das Buch auf den Tisch.

1. dezelfde situatie
2. volledig nieuwe situatie

Ich warte vor dem Kino auf dich.

1. dezelfde situatie
2. volledig nieuwe situatie

Der Baum steht neben dem Haus.

1. dezelfde situatie
2. volledig nieuwe situatie

Wir fahren an den Strand.

1. dezelfde situatie
2. volledig nieuwe situatie

Der Taxifahrer setzt sich in sein Taxi.

1. dezelfde situatie
2. volledig nieuwe situatie

Rollenspiel

Schüler 1	Schüler 2
Waar ben je?	Voor de school. En jij?
Ik kom in de school.	Ik wacht op de eerste etage. (die Etage)
Oke ik sta nu in de lift. (der Aufzug)	Oke, ik wacht voor de lift.
Heb je mijn laptop?	Ja, in m'n tas.
Leg hem (Leg ihn) op deze tafel.	Ik leg hem hier tussen jouw boeken.
Oke dankjewel	Alsjeblieft.

Der Zug fährt in den Bahnhof ein.

1. dezelfde situatie
2. volledig nieuwe situatie

Wechselpräpositionen

Online oefeningen

3e of 4e naamval? (situatie herkennen)

invuloefening met uitleg

invuloefening

mail [e-mail] een screenshot van de tweede of derde website

In de volgende oefening ga je de wisselvoorzetsels in een gesprek toepassen.

Rollenspiel II

Op het Cygnus komen relatief veel leerlingen met een Duitstalige achtergrond.

Daarom ga jij een rondleiding geven door de school.

Zie het hoofdstuk 'meine Schule' in het boek.

Probeer alle negen wisselvoorzetsels te verwerken.

Eén leerling is een Duitse leerling met vragen.

De ander is zichzelf, leidt rond en beantwoord vragen.

Je mag google translate gebruiken, maar controleer het juiste gebruik van de wisselvoorzetsels.

Linksboven zie je plattegronden van school die je kunt gebruiken.