2M par 1.1 Wat is economie?

• Economie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Welkom  

economen!

Hoe werken we bij economie?

Hoe werken we bij economie?

Hoe werken we bij economie?

Hoe werken we bij economie?

Waar denk je aan bij economie?

0

ECONOMIE

"de wetenschap die zich bezighoudt met de keuze die mensen maken om in hun behoeften te voorzien"

Hoofdstuk 1:

Economie is meer dan geld

1.1 Wat is economie?

1.2 Economie en geld

1.3 weet wat je nodig hebt!

1.4 Weet wat je koopt!

Lesdoel

Ik kan:

• aan de hand van één criteria uitleggen waar economie over gaat
• aan de hand van drie voorbeelden benoemen wat ikzelf met economie te maken heb
• aan de hand van drie criteria uitleggen hoe bedrijven met de economie te maken hebben
• aan de hand van drie criteria uitleggen hoe de overheid met de economie te maken heeft
• geldbedragen op de juiste manier noteren en uitspreken

Behoefte is wat je nodig hebt. Welke 3 basisbehoeften heeft een mens?

Behoefte

• Behoefte beïnvloeden door tijd en geld
• Basisbehoeften
  - voedsel/drinken
  - kleding
  - onderdak
  - soms worden ook zorg en onderwijs nog genoemd
• De rest zijn overige en luxe behoeften

Consument

• Als je iets koopt om in je behoefte te voorzien dan heet dat CONSUMEREN
• de persoon die dat koopt heet CONSUMENT

• Als jezelf in je eigen behoefte voorziet (zelf kleding maken, je eigen moestuin) dan heet dat ZELFVOORZIENING

Producent

• Als je iets maakt of iets voor iemand doet dan ben je   een PRODUCENT

• 
  

Goederen en Diensten

Voorzien in je behoeften

Goederen zijn tastbaar

Verbruiksgoederen : zijn op na gebruik (brood, tandpasta)

Gebruiksgoederen : gaan vaker mee (tosti apparaat, borstel)

Goederen en Diensten

Voorzien in je behoeften

Goederen zijn tastbaar

Verbruiksgoederen : zijn op na gebruik (brood, tandpasta)

Gebruiksgoederen : gaan vaker mee (tosti apparaat, borstel)

Diensten zijn niet tastbaar

De glazenwasser die de ramen zeemt
De fietsenmaker die je fiets maakt

Geldbedragen noteren

Pak je wisbordje 

Regels

1. Gebruik van het Euroteken (€):

• Het euroteken (€) staat altijd vóór het bedrag, zonder spatie ertussen.

• Voorbeeld: Niet 6,49 € maar € 6,49.

2. Decimalen met een komma:

• In de meeste Europese landen, waaronder Nederland, gebruik je een komma om de decimalen (centen) van het bedrag te scheiden.

• Voorbeeld: Niet € 6.49 maar € 6,49.

Regels

3. Grote bedragen scheiden met punten:

• Bij bedragen van duizend of meer, gebruik je punten om elke groep van drie cijfers te scheiden, te beginnen van rechts naar links.

• Voorbeeld: Niet € 143312 maar € 143.312.

4. Het schrijven van bedragen zonder extra tekens:

• Vermijd overbodige tekens zoals ,- aan het eind van het bedrag.

• Voorbeeld: Niet 17,50,- maar € 17,50.

5. Bedragen afronden tot twee decimalen:

• Als het bedrag in euro's geen twee decimalen heeft, vul je aan met een nul (0).

• Voorbeeld: Niet € 8,5 maar € 8,50.

Gemiddelde uitrekenen

Formule:

Het totaal ÷ het aantal = 

Gemiddelde uitrekenen

Formule:

Het totaal ÷ het aantal = 

voorbeeld:

je haalt een 7, een 5, en een 9 voor economie

Gemiddelde uitrekenen

Formule:

Het totaal ÷ het aantal = 

voorbeeld:

je haalt een 7, een 5, en een 9 voor economie

je gemiddelde is dan : het aantal (7+5+9) delen door aantal (3)

21 / 3 = 7

7 is het gemiddelde!! 

1. Maak vanaf blz. 10 opdr. 1-2-4-5-6-10-11-13
2. Leerdoelen afvinken

Wat vond jij van de lesstof?

<- lastig 

 of 

makkelijk ->

1. Maak vanaf blz. 10 opdr. 1-2-4-5-6-10-11-13
2. Leerdoelen afvinken

Werkkwartier

Iedereen: Maken samenvattende vragen par 1.1 --> opdracht 1 t/m 9

Wat hebben we onthouden?

Wat is een behoefte?

1. Iets missen waarmee een wens ver..
2. Zin in iets hebben
3. Ergens geen zin in hebben
4. Dat je alles al hebt

Wat geldt voor een overige behoefte

1. Die is absoluut noodzakelijk
2. Daar kan ik niet zonder
3. Die heb ik af en toe nodig om te leven
4. Daar kan ik wel zonder maar het maakt het leven wel leuker

Woonruimte is een overige behoefte.

1. Juist
2. Onjuist

Wat voor een behoefte is een broek?

1. Basisbehoeften
2. Overige behoeften

Goederen kun je vasthouden

1. Juist
2. Onjuist

Je volgt een economieles. Valt dit onder goederen of diensten?

1. Goederen
2. Diensten

Goederen die je meerdere keren kunt gebruiken zijn

1. verbruiksgoederen
2. gebruiksgoederen
3. goede goederen
4. langeduur goederen

Het kopen van goederen of diensten om in je behoeften te voorzien, noemen we...

1. Zelfvoorziening
2. Consument
3. Consumeren
4. Basisbehoefte

Wat betekent zelfvoorziening?

1. Produceren door een winkel
2. Anderen produceren voor jou
3. Je produceert zelf wat nodig is
4. Produceren samen met anderen

Zelfvoorziening komt meestal voor in gebieden die

1. rijk zijn
2. ontwikkeld zijn
3. arm zijn

Wat is een voorbeeld van zelfvoorziening?

1. een laptop kopen
2. in de moestuin werken
3. cupcakes bakken
4. huiswerk maken

Op welke manier reken je een gemiddelde uit?

1. Alle getallen op te tellen en het totaal te delen door tien.
2. Als je alle getallen optelt, dan heb je het gemiddelde.
3. Alle getallen op te tellen en het totaal te delen door het aantal getallen.
4. Het hoogste en het laagste getal weg te strepen en de overige getallen op te tellen.

Samenvatting

• welke behoeften zijn er
• wat zijn goederen en diensten
• wat is een consument
• hoe bereken je het gemiddelde 

Planaganda!

Huiswerk volgende les:

1. Samenvattende vragen 1 t/m 12

2. Keuze opdrachten