2M par 1.1 wat wil je kopen

• Economie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Welkom  

economen!

Hoofdstuk 7:

Hoe groot is onze wereld?

7.1 Import of export?

7.2 Wat doet de Europese Unie?

7.3 Hoe rijk zijn wij?

7.4 Eerlijk zullen we alles delen?

Hoe werken we bij economie?

Hoe werken we bij economie?

Hoe werken we bij economie?

Hoe werken we bij economie?

Waar denk je aan bij economie?

0

ECONOMIE

"de wetenschap die zich bezighoudt met de keuze die mensen maken om in hun behoeften te voorzien"

Hoofdstuk 1

Paragraaf 1.1
Wat wil je kopen

Lesdoel

Na deze les :

• Kan je het verschil uitleggen tussen basis en overige behoeften
  
• Weet je dat je met goederen en diensten je behoeften kan voorzien
• Kan je geldbedragen op de juiste manier noteren
• Ken je het verschil tussen consumeren en zelfvoorziening
• Kan je een gemiddelde berekenen

Behoefte is wat je nodig hebt. Welke 3 basisbehoeften heeft een mens?

Behoefte

• Basisbehoeften
  - voedsel/drinken
  - kleding
  - onderdak
  - soms worden ook zorg en onderwijs nog genoemd
• De rest zijn overige en luxe behoeften

Goederen en Diensten

Voorzien in je behoeften

Goederen zijn tastbaar

Verbruiksgoederen : zijn op na gebruik (brood, tandpasta)

Gebruiksgoederen : gaan vaker mee (tosti apparaat, borstel)

Diensten zijn niet tastbaar

- de glazenwasser die de ramen zeemt
- de fietsenmaker die je fiets maakt

Consument

Als je iets koopt om in je behoefte te voorzien dan heet dat CONSUMEREN

de persoon die dat koopt heet CONSUMENT

Als jezelf in je eigen behoefte voorziet (zelf kleding maken, je eigen moestuin) dan heet dat ZELFVOORZIENING

Geldbedragen noteren

Gemiddelde uitrekenen

Formule:

Het totaal ÷ het aantal = 

Gemiddelde uitrekenen

Formule:

Het totaal ÷ het aantal = 

voorbeeld:

je haalt een 7, een 5, en een 9 voor economie

Gemiddelde uitrekenen

Formule:

Het totaal ÷ het aantal = 

voorbeeld:

je haalt een 7, een 5, en een 9 voor economie

je gemiddelde is dan : het aantal (7+5+9) delen door aantal (3)

21 / 3 = 7

7 is het gemiddelde!! 

Aan het werk!!

6.1 opgaven 2, 4, 6

herhaling blz 178 opg. 1 t/m 4

Leren begrippen 6.1

Aan het werk!!

1. (af) maken samenvattende vragen (SV) par. 1.1 opdr. 1 t/m 12

2. Wat vond jij van de lesstof?

                                             lastig    of      makkelijk

Aan het werk!!

6.1 opgaven 2, 4, 6

herhaling blz 178 opg. 1 t/m 4

Leren begrippen 6.1

Aan het werk!!

blz. 8 opdr. 4-5-7-9-10-11-13

blz. 30 opdr. 1-4-6

1. (af) maken samenvattende vragen (SV) par. 1.1 opdr. 1 t/m 12

2. Wat vond jij van de lesstof?

                                             lastig    of      makkelijk

blz. 8 opdr. 4-5-7-9-10-11-13

blz. 32 opdr. 1-4-5

Wat hebben we onthouden?

Wat is een behoefte?

1. Iets missen waarmee een wens ver..
2. Zin in iets hebben
3. Ergens geen zin in hebben
4. Dat je alles al hebt

Wat geldt voor een overige behoefte

1. Die is absoluut noodzakelijk
2. Daar kan ik niet zonder
3. Die heb ik af en toe nodig om te leven
4. Daar kan ik wel zonder maar het maakt het leven wel leuker

Woonruimte is een overige behoefte.

1. Juist
2. Onjuist

Wat voor een behoefte is een broek?

1. Basisbehoeften
2. Overige behoeften

Goederen kun je vasthouden

1. Juist
2. Onjuist

Je volgt een economieles. Valt dit onder goederen of diensten?

1. Goederen
2. Diensten

Goederen die je meerdere keren kunt gebruiken zijn

1. verbruiksgoederen
2. gebruiksgoederen
3. goede goederen
4. langeduur goederen

Het kopen van goederen of diensten om in je behoeften te voorzien, noemen we...

1. Zelfvoorziening
2. Consument
3. Consumeren
4. Basisbehoefte

Wat betekent zelfvoorziening?

1. Produceren door een winkel
2. Anderen produceren voor jou
3. Je produceert zelf wat nodig is
4. Produceren samen met anderen

Zelfvoorziening komt meestal voor in gebieden die

1. rijk zijn
2. ontwikkeld zijn
3. arm zijn

Wat is een voorbeeld van zelfvoorziening?

1. een laptop kopen
2. in de moestuin werken
3. cupcakes bakken
4. huiswerk maken

Op welke manier reken je een gemiddelde uit?

1. Alle getallen op te tellen en het totaal te delen door tien.
2. Als je alle getallen optelt, dan heb je het gemiddelde.
3. Alle getallen op te tellen en het totaal te delen door het aantal getallen.
4. Het hoogste en het laagste getal weg te strepen en de overige getallen op te tellen.

Samenvatting

• welke behoeften zijn er
• wat zijn goederen en diensten
• wat is een consument
• hoe bereken je het gemiddelde 

Planaganda!

Huiswerk volgende les:

1. Samenvattende vragen 1 t/m 12

2. Keuze opdrachten