Domein 2 N4 2.1 vlakke en ruimtelijke figuren 2.2 omtrek oppervlakte

Oriëntatie in de twee- en driedimensionale wereld
D

Domein 2, periode 3
1 / 23
next
Slide 1: Slide
RekenenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Oriëntatie in de twee- en driedimensionale wereld
D

Domein 2, periode 3

Slide 1 - Slide

Oriëntatie in de twee- en driedimensionale wereld
Wat is het ook alweer???

Slide 2 - Open question

Rekenen - Orientatie in de twee- en driedimensionale wereld
Vlak, ruimtelijk, breedte, hoogte, diepte,omtrek, oppervlakte, inhoud, metriek stelsel, schaal, schaallijnen, plattegronden, doorsneden, uitslagen, aanzichten......... dit dus allemaal......

Slide 3 - Slide

Hoe verwacht je dat je na een aantal weken oefenen de lesstof zal beheersen?
onvoldoende
matig
voldoende
ruim voldoende
goed

Slide 4 - Poll

paragraaf 2.1 en 2.2 domein 2


Vlakke en ruimtelijke figuren herkennen en benoemen
omtrek en oppervlakte van vlakke figuren bereken

Slide 5 - Slide

Vlakke figuren  = 2D 
  • Vlakke figuren zijn tweedimensionaal.
  • Lijnen die elkaar onder een rechte hoek (90°) snijden noemen we haaks of loodrecht.
  • Lijnen die dezelfde richting hebben en elkaar niet snijden noemen, zijn evenwijdig of parralel.

Slide 6 - Slide

Ruimtelijke figuren = 3D


  • Ruimtelijke figuren zijn driedimensionaal (3D). Het verschil met vlakke figuren is dat jij bij ruimtelijke figuren diepte kan zien.
  • Ook in ruimtelijke figuren zijn parallelle en loodrechte lijnen

Slide 7 - Slide

Lijnsymmetrie
Een figuur die je kunt dubbelvouwen, zodat de beide helften netjes op elkaar passen, heet spiegelsymmetrisch of lijnsymmetrisch

Deze tuin heeft twee
spiegellijnen of 
spiegelassen.

Slide 8 - Slide

Welke afbeelding is symmetrisch?
A
B
C
D

Slide 9 - Quiz

Oriëntatie in de twee- en driedimensionale wereld
Omtrek en oppervlakte

Slide 10 - Slide

Omtrek
lengte + lengte + breedte + breedte

Formule:
l + l + b + b = omtrek
2 x l + 2 x b = omtrek rechthoek of vierkant

Slide 11 - Slide

omtrek = om het figuur heen
omtrek

Slide 12 - Slide

Wat is de omtrek? 

Slide 13 - Slide

Oppervlakte
lengte x breedte van een vierkant of rechthoek

Formule:
l + b = oppervlakte ..2

Slide 14 - Slide

Oppervlakte
De oppervlakte van een rechthoek is 
lengte x breedte


 

Slide 15 - Slide

Wat is de oppervlakte?

Slide 16 - Slide

Oppervlakte balk
Wat is de oppervlakte van alle zijden van de balk bij elkaar?

Slide 17 - Slide

Oriëntatie in de twee- en driedimensionale wereld

Slide 18 - Slide

oppervlakte

Slide 19 - Slide

Omtrek en oppervlakte cirkel
Rode lijn is diameter
blauwe lijn is straal
Omtrek cirkel: 3,14(π) x diameter
oppervlakte cirkel 3,14 x straal 2

Slide 20 - Slide

Oppervlakte driehoek
De oppervlakte van een 
driehoek bereken je met: 

zijde x hoogte : 2

             3 x 2,4 : 2 = 3,6 cm2

Slide 21 - Slide

Welke emotie past bij jouw werkhouding deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

zelfstandig werken
  • Maken paragraaf 2.1
  • Maken paragraaf 2.2 tot opdracht 8
  • klaar? dan extra opdrachten of verder bij opdracht 8

Slide 23 - Slide