p1 les3: haben mogen vragen trappenvergelijking

1 / 24
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Herzlich Willkommen
p1 les3: haben mögen & Fragen

Slide 2 - Slide

Heute (vandaag) 
- Rückblick
- Wortschatz
- Fragen stellen
- Vergleichen

Slide 3 - Slide

Lernziele Heute
Am Ende der Stunde:
- ken je het werkwoord haben en mögen & de vervoegingen in de tegenwoordige tijd,
- kan je iemand vragen naar zijn naam, leeftijd, hobby's
- ken je de hobby’s van je klasgenoten, en kan je uitleggen wat jouw hobby is, - ken je de trappen van vergelijking

Slide 4 - Slide

Letzte Stunde
- Leerdoelen deze perdiode
- Het werkwoord sein & de persoonlijk
voornaamwoorden
- Begroetingen

Slide 5 - Slide

Wat is blijven hangen?
Ik geef jullie les in lesson-up
schrijf jezelf in in de klas van lesson-up
Aurelius SG1: IGRNZ
SG2: IBFTU 

Slide 6 - Slide

hij in het Duits is?
A
er
B
sie
C
es
D
ihr

Slide 7 - Quiz

U in het Duits is
A
Ihr
B
Sie
C
sie
D
du

Slide 8 - Quiz

"jullie" in het Duits
A
ihr
B
ihnen
C
sie
D
du

Slide 9 - Quiz

ich ...
A
bin
B
bist
C
ist
D
seid

Slide 10 - Quiz

wir ...
A
bist
B
sein
C
seid
D
sind

Slide 11 - Quiz

ihr ...
A
sein
B
sind
C
seid
D
seien

Slide 12 - Quiz

Sie ...
A
ist
B
sein
C
seid
D
sind

Slide 13 - Quiz

"Hoe" is in het Duits:
A
wo
B
wie
C
wer
D
wann

Slide 14 - Quiz

"Wie" is in het Duits:
A
was
B
wie
C
wer
D
wann

Slide 15 - Quiz

"Waar" is in het Duits:
A
wo
B
wie
C
wer
D
wann

Slide 16 - Quiz

Persönliche Informationen
Die Wörterliste (S.27 / S.28)

Slide 17 - Slide

Haben & Mögen
              haben          mögen
              hebben        houden van/graag willen
i             habe             mag
d            hast              magst
e            hat                mag
w           haben          mögen
i             habt              mögt
s             haben          mögen            

Slide 18 - Slide

Was ist dein Hobby?
Check in Zahlen (S.29) wat jouw leeftijd is.
Pak je mindmap: wat was ook alweer je hobby?
Hoe zou je antwoorden als je gevraagd werd naar:
je naam
je leeftijd
je hobby's

Slide 19 - Slide

Was ist dein Hobby?
Je krijgt: een kaartje met 3 vragen
- je vraagt deze 3 vragen aan 3 leerlingen
- de antwoorden noteer je kort

Slide 20 - Slide

Vergleichen
De trappen van vergelijking:

klein - kleiner - am kleinsten
schnell - schneller - am schnellsten

Slide 21 - Slide

Vergleichen
Zur dritt.
In het drietal vergelijk je jezelf op verschillende manieren
Schrijf de vergelijkingen op die jullie met elkaar kunnen verzinnen (3, 4 of 5)

Zoek het Duitse woord van de vergelijking
Schrijf ze dan op 3 a4tjes op en verdeel die volgens de vergelijking

Slide 22 - Slide

An die Arbeit
Maken: 
Arbeitsbuch 
Aufg. 1, 2, 3 (S. 12) 
Aufg. 1, 2, 3 (S. 18)

Aufg. 1, 2, 3 (S. 36) 
Aufg. 1 (S.38), 
Aufg. 3*, 5 (S.39), 
Aufg. 8 (S. 40)

Maken: Die Zahlen (S.29)
Leren: Persönliche Informationen

Selbständig arbeiten


in Ruhe! 

Slide 23 - Slide

Nächste Stunde
- Schwache Verben (feesttenten)
- Familie umschreiben

Slide 24 - Slide