Les 2 Theorie + Quiz Grafiek bij formule

QUIZ 1
Gebogen grafieken
Blijf 3 keer per week oefenen, zodat je het in jouw lange termijngeheugen komt. 
1 / 41
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

QUIZ 1
Gebogen grafieken
Blijf 3 keer per week oefenen, zodat je het in jouw lange termijngeheugen komt. 

Slide 1 - Slide

Terugblik
  • Eerste wiskundeles

  • Kennismaking wiskundeboek

  • Startgevoel bij wiskunde

  • In 6 stappen naar een voldoende voor wiskunde

Slide 2 - Slide

Lineaire grafiek
Lineair verband
Leerdoelen:
Ik weet wat een lineair verband bij een formule betekent.
 
lengte = 20 - 5 x tijd
Hierin is de lengte in centimeter 
en de tijd in  uren.
Lineaire formule
Per uur gaat er 5 cm vanaf. 
Bij het branden van een kaart horen: 
rechte lijn

Slide 3 - Slide

Variabelen zijn:
- inkomsten in  € 
- tijd in uren


Hoeveel verdient Karin als zij zes uren werkt? 
- berekening
- conclusie



Leerdoel:
Ik kan de variabelen in een formule aangeven.

 

Slide 4 - Slide

Wat is het begingetal?
begingetal = vast bedrag


Stijg- of daalgetal?  
Leerdoel:
Ik kan het stijg- en daalgetal in een formule aangeven.
 Ik kan het begingetal in een formule aangeven.


 
              begingetal        + of -

stijggetal/daalgetal       x
reiskosten, voorrijkosten of onkostenvergoeding)

Slide 5 - Slide

Wat is het begingetal?


Stijg- of daalgetal?  
Leerdoel:
Ik kan het stijg- en daalgetal in een formule aangeven.
 Ik kan het begingetal in een formule aangeven.

 
              begingetal        + of -

stijggetal/daalgetal       x

Slide 6 - Slide

Leerdoel
Ik kan zonder tabel een lineaire grafiek tekenen bij een formule.
1. Zet bij het begingetal een stip. 
2. Kijk welk getal het grootst is op de horizontale as.
3. Bereken dat getal in de formule.
4. Zet daar ook een stip.
5. Teken een rechte lijn tussen de stippen. 

Slide 7 - Slide

QUIZ 2
Grafiek bij een formule

Slide 8 - Slide

Jos krijgt een vast bedrag voor de reiskosten.

Hoeveel euro krijgt hij?

Slide 9 - Open question

Wat is het begingetal?

Slide 10 - Open question

Hoeveel verdient Jos per uur?

Slide 11 - Open question

Wat is het stijggetal?

Slide 12 - Open question

Hoeveel verdient Jos als hij
2 uur werkt?


Slide 13 - Open question

berekening + antwoord

Slide 14 - Slide

Hoeveel gram weegt Golda bij de geboorte?

Slide 15 - Open question

Wat is het begingetal?

Slide 16 - Open question

Hoeveel gram groeit Golda per maand?

Slide 17 - Open question

Wat is het stijggetal?

Slide 18 - Open question

Hoeveel gram weegt Golda na
1 maand?

Slide 19 - Open question

berekening + antwoord

Slide 20 - Slide

Teken de grafiek bij de formule.

Weet je nog? 
1. Zet bij het begingetal een stip.
2. Kijk welk getal het grootst is op de horizontale as.
3. Bereken dat getal in de formule.
4. Zet daar ook een stip.
5. Teken een rechte lijn tussen de stippen. 

Slide 21 - Slide

Met potlood en liniaal tekenen!

Slide 22 - Slide

Na ongeveer hoeveel dagen zijn er nog
flesjes op voorraad?
Gebruik de grafiek.

Slide 23 - Open question

Wat is het begingetal?

Slide 24 - Open question

Is er een stijg-of daalgetal?
A
stijggetal
B
daalgetal

Slide 25 - Quiz



Teken de grafiek bij de formule.


Slide 26 - Slide

Met potlood en liniaal tekenen!

Slide 27 - Slide

In hoeveel seconden stijgt de ballon
naar 300 m?

Slide 28 - Open question

Wat is het begingetal?

Slide 29 - Open question

Wat is het stijg- of daalgetal?

Slide 30 - Open question



Teken de grafiek bij de formule.


Slide 31 - Slide

Met potlood en liniaal tekenen!

Slide 32 - Slide

Hoeveel contributie betaalt Marit in een jaar?

Slide 33 - Open question

berekening + antwoord

Slide 34 - Slide

Wat is het begingetal?

Slide 35 - Open question

Wat is het stijg- of daalgetal?

Slide 36 - Open question



Teken de grafiek bij de formule.


Slide 37 - Slide

Met potlood en liniaal tekenen!

Slide 38 - Slide

Wat is het begingetal?

Slide 39 - Open question

Wat is het stijg- of daalgetal?

Slide 40 - Open question

BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN -BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN - BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN - BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN - BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN- BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN - BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN - BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN - BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN – BLIJF OEFENEN 

Slide 41 - Slide