2024-06-12 Diabetes mellitus

2024-04-15 Diabetes Mellitus
1 / 52
next
Slide 1: Slide
BSP apothekersassistentenMBOStudiejaar 1

This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

2024-04-15 Diabetes Mellitus

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Regels voor succes:

-  Je bent op tijd in de les.
- Je zorgt dat je de benodigde lesmaterialen bij je hebt           laptop mee
- Je telefoon staat op stil en zit in je tas
- Je tas staat op de grond. 
- Je hebt geen oortjes/koptelefoons.
- Je hebt luistert tijdens de uitleg.
- Je hebt respect voor jouw medestudenten en docent
anders pas ik even op je telefoon 

Slide 2 - Slide

Jullie kennen ze wel, maar eraan houden....
Programma & lesdoelen

  • Diabetes mellitus
  • Medische hulpmiddelen

Lesdoelen
-  Ik weet wat het ziektebeeld diabetes mellitus inhoudt
- Ik kan het verschil tussen type 1 en type 2 diabetes uitleggen
- Ik weet wat de rol van insuline is in de stofwisseling
- Ik ken de korte- en lange termijneffecten van diabetes mellitus
- Ik ken de verschillende hulpmiddelen die gebruikt worden bij diabetes mellitus
- Ik kan de werking van een naaldencontainer uitleggen.

 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

KD = Kwalificatiedossier
Kerntaak 1 Voert geïndividualiseerde farmaceutische patiëntenzorg uit
W1 - Neemt de zorgvraag aan
W2 - Voert medicatiebewaking uit
W3 - Verzorgt uitgifte van medicijnen
W4 - Geeft instructie over medicatiegebruik
W5 - Verwerkt patiëntgerelateerde informatie en administratie
Kerntaak 2 Verleent niet-receptgestuurde zorg aan de patiënt
W1 - Adviseert over gezondheid en preventie
W2 - Geeft zelfzorgadvies
Kerntaak 3 Biedt productzorg
W1 - Stelt voorgeschreven geneesmiddelen beschikbaar
W2 - Stelt op maat gemaakte geneesmiddelen beschikbaar
W3 - Zorgt voor logistiek en beheer
Kerntaak 4 Werken aan kwaliteit en deskundigheid
W1 - Werkt aan de eigen deskundigheid
W2 - Werkt aan bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg
W3 - Werkt multidisciplinair samen en stemt werkzaamheden af
KD = Kwalificatiedossier

Slide 4 - Slide

Kerntaak 1 voornamelijk, leg uit waarom?
Veel op recept. Geen zelfzorg. Naaldencontainer is medisch hulpmiddel waar geen recept voor nodig is. 
Hoofdstuk 17 - Diabetes mellitus


Hoofdstuk 4.2 - Injectiematerialen voor diabetes mellitus
Hoofdstuk 7.2 - Diabetestestmateriaal


Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Waar denk jij aan bij DM

Slide 6 - Mind map

DM = diabetes mellitus

Slide 7 - Slide

Endocriene systeem = hormoonstelsel is het orgaansysteem dat toeziet op de hormonale regeling in het lichaam. Het endocriene stelsel werkt zo met het zenuwstelsel samen om de activiteit van organen en fysieke systemen te reguleren.

Diabetes mellitus
Diabetes mellitus= suikerziekte
Indien er geen of te weinig insuline in het bloed aanwezig is, stijgt het bloedglucosegehalte, dit kan op de lange termijn leidde tot schade aan de kleine bloedvaatjes (van de ogen, nieren en/of zenuwen) en aan de grote bloedvaten (CVRM).
 
Type 1             auto-immuunziekte, afwezigheid van insuline           < 30 jaar           
Type 2             onvoldoende insuline aangemaakt en/of insulineresistentie          > 40 jaar

Er zijn inmiddels meerdere type bekend.

Slide 8 - Slide

Worden inmiddels meerdere type DM genoemd.
- prediabetes = voorstadium
-zwangerschapsdiabetes, tijdelijk, verhoogd op DM2. Lichaam reageert tijdelijk minder goed op insuline. Normaal wordt er extra insuline aangemaakt tijdens zwangerschap.
- type 3C > alvleesklierkanker of ontstoken alvleesvlier
-neonatale diabetes > eerste  6 mnd, kan lijken op Dm1 maar is geen auto-immuun maar foutje in DNA. Kan blijvend zijn (terug komen in pupertijd) of hersteld voor 1 levensjaar. Juiste prognose belangrijk, kan namelijk op andere manier behandeld worden als DM1, met tabletten.
- CysticFibrosis related diabetes > littekens op alvleesklier. 
- Type 3 - Alzheimer, hernseninsuline wordt niet aangemaakt, nog veel onduidelijk. 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Aanmaak van insuline
Insuline is een hormoon dat wordt geproduceerd in de beta-cellen van de eilandjes van Langerhans.
Glucose wordt opgenomen en een teveel opgeslagen in lever en spiercellen als glucogeen

Slide 11 - Slide

De beta-cellen zijn zogenaamde endocriene kliercellen. Endocriene kliercellen geven hun producten af aan de bloedbaan. Dit in tegenstelling tot exocriene kliercellen die een afvoerbuis hebben en hun product afgeven aan een holte in het lichaam. De eilandjes van Langerhans vormen het endocriene deel van de alvleesklier en meten b,oedsuiker
Glucosespiegel
Ook wel bloedsuikerspiegel of bloedglucosespiegel genoemd.
Homeostase= evenwicht van de glucosespiegel door de hormonen insuline, glucagon en somatostatine (zelfregulering).

α-cellen→ glucagon→ verhogen de glucosespiegel.
ß-cellen→ insuline→ verlagen de glucosespiegel.
δ-cellen→ somatostatine→ bewaart balans, kan beide afremmen.




α = alfa
ß = beta
δ = delta

Slide 12 - Slide

δ =delta-cellen

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Opname van glucose door insuline

De bloedglucosespiegel daalt 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Opgeslagen glucose vrijmaken 
Het hormoon glucagon kan opgeslagen glucose vrijmaken. Hierdoor zal de bloedglucosespiegel stijgen.
Start

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Constant op zoek naar balans
Te hoog geeft schade aan o.a. bloedvaten
Te laag betekent te weinig brandstof hersenen

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Slide 17 - Video

This item has no instructions

Glucose kan alleen worden opgenomen als het hormoon insuline zich bindt aan de insuline receptor op de celwand

Slide 18 - Poll

Waar
Glucose wordt opgeslagen als glucagon in de lever en de skeletspieren.

Slide 19 - Poll

Niet waar, glucogeen wordt opgeslagen. 
Glucagon is hormoon dat ervoor zorgt dat glucogeen wordt omgezet naar glucose.
Streefwaarden glucosespiegel
Tekst

Slide 20 - Slide

Bloedglucosespiegel varieert, is afhankelijk van moment van de dag en of er net gegeten is.  
Normaalwaarde op een lege maag =nuchter = 3.1 -5,6 mmol/l
De hoeveelheid glucose in je bloed wordt uitgedrukt in mmol/l (millimol per liter). Dat staat voor een bepaalde hoeveelheid glucosemoleculen per liter bloed.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Video

This item has no instructions

     Hypoglykemie versus Hyperglykemie

Slide 23 - Slide

Korte termijn effecten
H2O nodig om glucose op te lossen en af te voeren → dorst
Geen energie in de cellen en afvoeren → honger. 
Energierijke vetten worden afgebroken om energie tekort op te lossen, komen vetzuren en andere afbraakproducten (glycerol) vrij dit kan leiden tot diabetisch coma Dit kun je ruiken aan de adem als aceton = ketose adem.
Mag zelf geen insuline toevoegen als EHBO, wel honing in wang. 

Slide 24 - Video

This item has no instructions

Langetermijneffecten

Slide 25 - Slide

Afwijkingen in bloedvatenstelsel → atherosclerose van hersenvaten, kransslagaders met vergrote kans op hartinfarct of beroerte. 
Afwijking kleine bloedvaten → haarvaten, oogvaten (netvliesafwijkingen), niercapillairen oog en nierafwijkingen).
Slechte doorbloeding kan leiden tot problemen van voeten en onderbenen. Wondjes genezen slecht.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

Een goede behandeling is dus belangrijk om de langetermijneffecten tegen te gaan. 

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Behandeling type 1
  • Door insuline toe te dienen aan het lichaam.
  • Soorten insuline: ultra kortwerkend, kortwerkend, mengsels, langwerkend 
  • Insuline wordt in het lichaam geinjecteerd m.b.v. een insulinepen of insulinepomp.
  • Bij een hypo kan glucagon worden toegediend 

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Insulines
Kortwerkende insulines 6-8 uur

- Middellangwerkende insulines 10-24 uur

- Langwerkende insulines 24-36 uur

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Nakijken van de opdracht 
Afkortingen en recepteisen

Pak je antwoorden erbij. 
Zelf aan de slag met een opdracht.
Maak de opdracht, is vooral veel lezen, behandeling met insuline
timer
20:00

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Diabetes type 1
Diabetes type 2
Komt op jonge leeftijd voor
Symptomen beginnen vrij plotseling
aangewezen op insuline spuiten/pompje
1 op 10 mensen heeft dit type diabets
komt vnl op oudere leeftijd voor
symptomen beginnen langzaam
9 op 10 mensen heeft dit type diabetes

Slide 39 - Drag question

This item has no instructions

Slide 40 - Video

This item has no instructions

Welke medische hulpmiddelen zie jij voorkomen?

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Wat heb je nodig om de bloedglucose te meten?

Slide 42 - Open question

This item has no instructions

Waarom is het noodzakelijk dat patiënten regelmatig zelf hun bloedglucose meten?

Slide 43 - Open question

This item has no instructions

Slide 44 - Link

Video's te vinden over het meten en prikken. 
Bekijk beide video's zodat je kennis hebt en eventueel een patiënt kunt helpen met vragen. 
Verschillende insuline pennen

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Slide 47 - Slide

Afgestemd op huiddikte en priktechniek

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Insulinepomp
Er kan ook gebruik worden gemaakt van een insulinepomp. 
Deze is gevuld met kortwerkende insuline die continu wordt afgegeven. Daarnaast kan er bij een hoge bloedglucose spiegel na het eten, extra insuline worden afgegeven. 

Slide 49 - Slide

In plaats van langwerkende insuline worden er kleine hoeveelheden snelwerkende insuline toegediend. Bij een verstoring in de toediening door bijvoorbeeld een verstopping van het infusienaaldje, is de glucosewaarde sneller ontregeld.
Een nadeel van een insulinepomp is dat als je een gevoelige huid hebt, je kunt reageren op de pleisters. En bijvoorbeeld huidirritatie krijgt.

Slide 50 - Slide

This item has no instructions

Kun jij een patiënt instrueren over het gebruik
van een naaldencontainer?




Slide 51 - Slide

This item has no instructions

Slide 52 - Slide

This item has no instructions