Chapitre 3, source H

Bonjour 1V!
1 / 22
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Bonjour 1V!

Slide 1 - Slide

Bonjour 1H!

Slide 2 - Slide

BONJOUR ET BIENVENUE
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 3 - Slide

Aujourd'hui
  • La tâche de début
  • Source H, grammaire et écrire
  • Au travail! 

Slide 4 - Slide

Duolingo


Travaillez 5 minutes sur duolingo
timer
5:00

Slide 5 - Slide

Prenez ton portable
Log in sur lessonup.app.

Gebruik je eigen naam.



Slide 6 - Slide

Bezittelijk voornaamwoord
Wat is een bezittelijk voornaamwoord?
Het is mijn pen. 
Het is jullie pen.

Prenez ton livre à la page cent-vingt-six

Slide 7 - Slide

Wat is in het Nederlands een bezittelijk voornaamwoord?
A
werken/spelen/eten
B
ik/jij/hij/zij
C
mijn/jouw/onze
D
mooi/leuk/grappig

Slide 8 - Quiz

Het bezittelijk voornaamwoord

Slide 9 - Slide

de Bezittelijke Voornaamwoorden meervoud
Maak de juiste combinaties.
ONS/ONZE
JULLIE / UW
HUN
    nos
  votre
   leur
   notre
      vos
    leurs

Slide 10 - Drag question

Sleep het juiste bezittelijk voornaamwoord naar het juiste zelfstandig naamwoord.
livres
frère
chambre
mon
mes 
ma

Slide 11 - Drag question

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn) soeur
A
sa
B
ton
C
son
D
ta

Slide 12 - Quiz

Bezittelijk voornaamwoord:
mijn vriendin=
A
ma amie
B
mon amie
C
mon ami
D
ma ami

Slide 13 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (jouw) mère
A
ton
B
ta
C
son
D
sa

Slide 14 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn) école v
A
sa
B
son
C
mon
D
ma

Slide 15 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (jouw) père
A
sa
B
ta
C
son
D
ton

Slide 16 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (haar) oncle
A
leur
B
tes
C
son
D
ses

Slide 17 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (hun) oncles
A
leur
B
leurs

Slide 18 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord:

_________ (zijn) tante
A
son
B
ses
C
sa

Slide 19 - Quiz

Het bezittelijk voornaamwoord
(hun) copains

Slide 20 - Open question

het bezittelijk voornaamwoord.

(uw)… amis

Slide 21 - Open question

Au travail !
Wat?
exercices 30C,D, 31, 32 & 33
Met wie en hoe?
Je mag in tweetallen overleggen/samenwerken
Hulp nodig?
Steek je vinger op
Tijd?

Tip:
Kijk op pagina 167 
Klaar? 
Apprenez le vocabulaire de sources A, B & E.
timer
10:00

Slide 22 - Slide