écrire + apprendre 8

Plattegrond
Tessa
Fien
Jazlynn
Trish
Perla
Shania
Rafa
Kyano
Hafsa
Elise
Romy
Kiki
Femke
Leona
Alec
Nguyen
Lina
Anna
Sena
Dione
Aman
Salma
Nick
Jelle
Brandon
Joel
Diego
Thijmen
Docent
1 / 20
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Plattegrond
Tessa
Fien
Jazlynn
Trish
Perla
Shania
Rafa
Kyano
Hafsa
Elise
Romy
Kiki
Femke
Leona
Alec
Nguyen
Lina
Anna
Sena
Dione
Aman
Salma
Nick
Jelle
Brandon
Joel
Diego
Thijmen
Docent

Slide 1 - Slide

BONJOUR ET BIENVENUE
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 2 - Slide

La tâche de début
Trouvez les fautes:

  1. C'est ma stylo
  2. Ton mère est marrante
  3. Notre chiens sont grands
Overleg 1 minuut in tweetallen
timer
1:00

Slide 3 - Slide

Aujourd'hui
  • La tâche de début
  • Herhaling bezittelijk voornaamwoord 
  • De ontkenning
  • Au travail: écrire 

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Bezittelijk voornaamwoord
mannelijk
vrouwelijk
meervoud
mijn
mon
ma
mes
jouw
ton
ta
tes
zijn / haar
son
sa
ses
ons / onze
notre
notre
nos
uw / jullie
votre
votre
vos
hun 
leur
leur
leurs

Slide 6 - Slide

Prenez ton chromebook
Log in sur lessonup.app.

Gebruik je eigen naam.



Slide 7 - Slide

De bezittelijke voornaamwoorden enkelvoud
Maak de juiste combinaties.
MIJN
JOUW
ZIJN/HAAR
  mon
 ton
  son
  ta
  tes
  mes
  ses
   ma
  sa

Slide 8 - Drag question

Sleep de bezittelijk voornaamwoorden naar de juiste vertaling
ONS/ONZE
JULLIE / UW
HUN
    nos
  votre
   leur
   notre
      vos
    leurs

Slide 9 - Drag question

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (mijn) chat
A
mon
B
ma
C
ton
D
ta

Slide 10 - Quiz

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (ons) maison
A
notre
B
votre
C
nos
D
leur

Slide 11 - Quiz

Bezittelijk voornaamwoord:
mijn vriendin=
A
ma amie
B
mon amie
C
m'amie
D
mon ami

Slide 12 - Quiz

Wat is GEEN bezittelijk voornaamwoord?
A
die
B
jouw
C
mijn
D
onze

Slide 13 - Quiz

Vertaal:
Mijn lievelings sport is (eigen keus)

Slide 14 - Open question

de ontkenning 
ne ... pas
(Herhaling)

Slide 15 - Slide

De ontkenning
Maak de volgende zin ontkennend:

Je parle français.

Slide 16 - Slide


Maak ontkennend:
Elle va à l'école
A
Elle n'va pas à l'école
B
Elle ne va pas à l'école
C
Elle ne pas va à l'école

Slide 17 - Quiz


Maak ontkennend:
Simon habite à Paris.
A
Simon habite ne pas à Paris
B
Simon n' habites pas à Paris
C
Simon ne habite pas à Paris
D
Simon n' habite pas à Paris

Slide 18 - Quiz


Maak de zin ontkennend:
Charles aime le foot.

Slide 19 - Open question

Prenez ton livre/chromebook
Pak je lesboek op pagina 30

Maak exercices 25, 26, 27, 28 & 29
 individuellement et en silence.

Na 5 minuten mag er hardop overlegd worden

Klaar? 
Apprendre 1 t/m 8 leren (p.34)
timer
5:00

Slide 20 - Slide