bezittelijk vnw et être & avoir

BONJOUR ET BIENVENUE
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 31
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

BONJOUR ET BIENVENUE
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

La tâche de début
Trouvez les fautes:

  1. C'est ma stylo
  2. Ton mère est marrante
  3. Notre chiens sont grands
Overleg 1 minuut in tweetallen
timer
1:00

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Aujourd'hui
  • Le serpent
  • La tâche de début
  • Lessonup: herhaling grammatica
  • Au travail! 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Lessonup

Prenez ton portable et log-in sur lessonup avec ton propre nom.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen

Aan het einde van de les kun je het bezittelijk voornaamwoord  en de werkwoorden être en avoir herkennen en toepassen.

Slide 5 - Slide

Introduceer de leerdoelen van de les en leg uit wat de leerlingen zullen leren.
Wat weet jij nog over het bezittelijk voornaamwoord?

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

Slide 7 - Video

This item has no instructions

Bezittelijk voornaamwoord
mannelijk
vrouwelijk
meervoud
mijn
mon
ma
mes
jouw
ton
ta
tes
zijn / haar
son
sa
ses
ons / onze
notre
notre
nos
uw / jullie
votre
votre
vos
hun 
leur
leur
leurs
timer
2:00

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

De bezittelijke voornaamwoorden enkelvoud
Maak de juiste combinaties.
MIJN
JOUW
ZIJN/HAAR
  mon
 ton
  son
  ta
  tes
  mes
  ses
   ma
  sa

Slide 9 - Drag question

This item has no instructions

Sleep de bezittelijk voornaamwoorden naar de juiste vertaling
ONS/ONZE
JULLIE / UW
HUN
    nos
  votre
   leur
   notre
      vos
    leurs

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (mijn) chat
A
mon
B
ma
C
ton
D
ta

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (ons) maison
A
notre
B
votre
C
nos
D
leur

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Bezittelijk voornaamwoord:
mijn vriendin=
A
ma amie
B
mon amie
C
m'amie
D
mon ami

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat is GEEN bezittelijk voornaamwoord?
A
die
B
jouw
C
mijn
D
onze

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Vertaal:
Mijn lievelings sport is (eigen keus)

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Etre of avoir?

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

être of avoir?

J'ai
A
être
B
avoir

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

être of avoir?

Vous êtes
A
être
B
avoir

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

être of avoir?

Ils sont
A
être
B
avoir

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

avoir of être?
Je ... en sixième.

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Nous ......... en vacances
Etre ou avoir?

Slide 21 - Slide

This item has no instructions



Traduis: ik heb
Verbes: avoir & être
A
je suis
B
j'ai
C
je vais
D
je fais

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

                   être           avoir        

je (j')
tu
il/elle

nous
vous
ils/elles
suis
avons
sont
a
sommes
avez
ont
es
êtes
as
est
ai

Slide 23 - Drag question

This item has no instructions

Avoir & être
J'ai
Tu es
Tu as
Vous avez
Ils sont
Je suis
Ils ont
jij bent
zij zijn
jij hebt
ik heb
ik ben
jullie hebben
zij hebben

Slide 24 - Drag question

This item has no instructions

Être of avoir?
Je/J' _______ douze ans.

Slide 25 - Open question

This item has no instructions


Révision Repetitie | C - être + avoir
2. Les parents de Zoë zijn très grands.

Slide 26 - Open question

This item has no instructions


Révision Repetitie | C - être + avoir
3. U heeft un hobby intéressant.

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 28 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 29 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 30 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.
Demain
Heb je GEEN herkansing?
Neem dan je laptop mee.
*en zorg dat deze opgeladen is*

Slide 31 - Slide

This item has no instructions