Tekstopbouw

Nederlands 22-2
Wat gaan we doen vandaag?
  1. Spullen op tafel en laptops dicht
  2. Lezen in leesboek
  3. Herhalen tekstopbouw: inleiding, kern, slot
  4. Samen opdracht maken
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Nederlands 22-2
Wat gaan we doen vandaag?
  1. Spullen op tafel en laptops dicht
  2. Lezen in leesboek
  3. Herhalen tekstopbouw: inleiding, kern, slot
  4. Samen opdracht maken

Slide 1 - Slide

Lesdoel
Aan het eind van deze les:
1. Weet jij uit welke drie onderdelen een tekst is opgebouwd
2. Weet je wat inleiding, kern en slot zijn.

Slide 2 - Slide

Tekstopbouw
inleiding
onderwerp, aandacht trekken
kern
uitwerking onderwerp, deelonderwerpen, meeste alinea's, soms tussenkoppen
slot
samenvatting/conclusie, geen nieuwe informatie!

Slide 3 - Slide

Tussenkop
Soms hebben alinea's in het middenstuk ook tussenkopjes.
Een tussenkopje is een titel boven een alinea.
Een tussenkopje helpt vaak bij het deelonderwerp.

Slide 4 - Slide

Inleiding
Kern
Slot

Slide 5 - Slide

Alinea's
Een goede schrijver verdeelt zijn/haar tekst in kleine stukjes. Dit noem je een alinea.

In een alinea bespreekt de schrijver een deel van het onderwerp. 

Slide 6 - Slide

Hoe noem je het eerste deel van een tekst?
A
Kern
B
Middenstuk
C
Slot
D
Inleiding

Slide 7 - Quiz

Hoe introduceer je het onderwerp in de inleiding?
A
met een anekdote
B
met een voorbeeld
C
met veel informatie
D
met een bijzondere situatie

Slide 8 - Quiz

Wat is de opbouw van een tekst?
A
Inleiding en kern
B
Inleiding, middenstuk en slot
C
Kern en slot
D
Inleiding en slot

Slide 9 - Quiz

Wat is een tussenkop?
A
Een alinea
B
Een titel van een alinea
C
De titel
D
De bron

Slide 10 - Quiz

Wat is NIET waar?
Een alinea....
A
..begint altijd op een nieuwe regel.
B
....springt soms bij de eerste regel een beetje in.
C
......gaat over een deel van het onderwerp.
D
.....heeft altijd een tussenkopje.

Slide 11 - Quiz

Wat is een deelonderwerp?
A
Een onderwerp van een tekst
B
De titel
C
Een onderwerp van een alinea
D
De schrijver van een tekst

Slide 12 - Quiz

Wat kun je NIET vinden in het slot?
A
een samenvatting
B
een anekdote
C
een conclusie
D
dat je naar de toekomst kijkt

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Wat is het onderwerp van de tekst?
A
Frisse adem
B
Voordelen van kauwgom
C
Ziek zijn

Slide 15 - Quiz

Uit hoeveel alinea's bestaat het middenstuk?
A
1
B
2
C
3

Slide 16 - Quiz

Waar of niet waar:

Kauwgom is pas kortgeleden uitgevonden
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Waar of niet waar:

De oudste kauwgom is gemaakt van delen van boom
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Waar of niet waar:

Kauwgom helpt goed als je niet (veel) mag drinken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

Waar of niet waar:

Kauwgom helpt goed als je niet (veel) mag drinken
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quiz

Welke functie heeft het slot?
A
Een toekomstverwachting geven
B
Korte samenvatting is gegeven
C
Er is antwoord gegeven op een vraag
D
Er wordt een conclusie gegeven

Slide 21 - Quiz