antropologie kenvermogens

• Filosofie
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 5

jezelf losmaken van directe impulsen en driften en een beschouwend perspectief innemen.

naast geluiden gebruiken wij ook symbolen om elkaar iets duidelijk te maken.

in gedachten een bepaald afstandsperspectief innemen waarin je jezelf, de ruimte en dat wat er gebeurt, voor je ziet.

het logisch nadenken om zaken af te wegen en dan keuzes te maken. Daarnaast verklaringen voor verschijnselen bedenken.

Je ervaart het jezelf zijn en daarnaast plaats je dit zelf ook ten opzichte van anderen en zaken in de buitenwereld.

de ruimte die er in je denken is om je van meerdere zaken tegelijk bewust te zijn.

Voorbeeld: In een hockeywedstrijd ga je op in een actie door iemand uit te spelen maar tegelijk weet je al wat de volgende zetten kunnen zijn.

Voorbeeld: Als je WIDM kijkt ben je meestal al overtuigd van wie de mol is maar toch houd je je ogen open voor eventuele andere mollen.

Voorbeeld: een dierbare overlijdt; eerst ga je de uitvaart regelen en daarna ga je nadenken waarom zoiets nou kan gebeuren.

voorbeeld: het wakker worden uit een halfslaap

Voorbeeld: hoe kunnen wij nou weten wat de Egyptenaren bedoelden met de hiërogliefen?

Voorbeeld: Ik rijd s'nachts over een uitgestorven snelweg. Het lijkt alsof je de enige op de wereld bent die in een auto rijdt.

Er staat een hakenkruis op het bord.. Of is het een swastika?