What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
KGT2 - Hoofdstuk 4
KGT2 - Hoofdstuk 4
1 / 21
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
This lesson contains
21 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
KGT2 - Hoofdstuk 4
Slide 1 - Slide
Wat is geen voorbeeld van beeld en opmaak?
A
Alineaverdeling
B
Lettertype
C
Plaatjes bij de tekst
D
Lettergrootte
Slide 2 - Quiz
Een reclametekst voor nieuwe fietsen is een voorbeeld van een:
A
Informatieve tekst
B
Overtuigende tekst
C
Activerende tekst
D
Amuserende tekst
Slide 3 - Quiz
Voor welk leespubliek is een nieuwsbericht geschreven?
A
Iedereen
B
Iedereen die graag willen weten wat er in het nieuws is
C
Jongeren
D
Volwassenen
Slide 4 - Quiz
Wat is NIET waar over een kernzin?
A
Dit is de zin met de belangrijkste informatie
B
Dit is meestal de eerste zin van de alinea
C
Dit is soms de laatste zin van de alinea
D
Dit is een uitleg of een voorbeeld
Slide 5 - Quiz
Hij heeft iets heel moois voor haar gekocht. Maar ze vond het helaas niet leuk. Waar verwijst 'het' naar?
A
Hij
B
Haar
C
Ze
D
Iets heel moois
Slide 6 - Quiz
Hoe noemen we de rest van een alinea, wat naast de kernzin overblijft?
A
Toelichting
B
Informatie
C
Opsomming
D
Alinea
Slide 7 - Quiz
Wat is de betekenis van 'aanrichten'?
A
Benijden
B
Veroorzaken
C
Schandalig
D
Aanschaffen
Slide 8 - Quiz
Welk woord hoort bij de betekenis 'benijden'?
A
Stiekeme reclame
B
Gevangen raken in
C
Ontlopen
D
Jaloers zijn
Slide 9 - Quiz
Wat hoort bij de betekenis 'opnieuw beginnen'
A
Nagelaten
B
Verstrikt raken in
C
Een tweede leven krijgen
D
Op verantwoorde wijze
Slide 10 - Quiz
Het zelfstandig naamwoord van het werkwoord 'variëren' is 'variëring'.
Waar of niet waar?
A
Waar
B
Niet waar
Slide 11 - Quiz
Welk zelfstandig naamwoord hoort bij het werkwoord 'presenteren'?
Slide 12 - Open question
Schrijf het zelfstandig naamwoord anders op:
Het bereiden - de bereiding
Het vervangen - ...........................
Slide 13 - Open question
Hij (antwoorden) .................. niet op de vraag.
A
Antwoorde
B
Antwoordde
C
Antwoordden
D
Antwoorden
Slide 14 - Quiz
Schrijf het bijvoeglijk gebruikte voltooid deelwoord op.
Het (wensen) ................... bedrag is overgemaakt.
Slide 15 - Open question
Schrijf het bijvoeglijk gebruikte voltooid deelwoord op.
De (betalen) ............ opdracht is klaar.
Slide 16 - Open question
Pan + koek =
A
Pannekoek
B
Pannenkoek
C
Panenkoek
D
Pannenkoekjes
Slide 17 - Quiz
Zon + bril
A
Zonbril
B
Zonnenbril
C
Zonnebril
D
Zonebril
Slide 18 - Quiz
Als het eerste deel van een samenstelling geen zelfstandig naamwoord is schrijf je een tussen -e.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 19 - Quiz
Welk dicteewoord is fout gespeld?
A
Belangrijkste
B
Ongetweifeld
C
Begeleiding
D
Identiteitskaart
Slide 20 - Quiz
Welk dicteewoord is fout gespeld?
A
Scheiding
B
Vergelijking
C
Seizoenen
D
Marsepijn
Slide 21 - Quiz
More lessons like this
Bijvoeglijk naamwoord en bijwoord 10 - (On)bekend?
July 2023
- Lesson with
11 slides
Zaterdag 18 mei 2024 - herhaling spelling en werkwoordspelling
May 2024
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Secondary Education
KGT2 - Herhalingsles hoofdstuk 5
May 2024
- Lesson with
39 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Werkwoorden
October 2024
- Lesson with
22 slides
M1 l4 Bijvoeglijke naamwoorden
August 2024
- Lesson with
33 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
De spelling van de werkwoorden
May 2024
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
De spelling van de werkwoorden
18 days ago
- Lesson with
38 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
groep 8 werkwoord spelling cito
October 2024
- Lesson with
44 slides
nederlands
Primary Education