Theorie - bijvoeglijke bijzin
Een bijvoeglijke bijzin begint met een betrekkelijk voornaamwoord (die, dat, wat) of een betrekkelijk bijwoord (waar, waarop etc. ).
Voorbeeld
1) De man die aardig is, heeft een hond.
Bijv. bijzin = die aardig is > man
2) Alle foto's waarop hij te zien was, zijn verdwenen.
Bijv. bijzin. = waarop hij te zien was > foto's