- Wanneer een bijzin in een samengestelde zin fungeert als onderwerp, noemen we dat een onderwerpszin (o-zin)
- De onderwerpszin begint met:
De voegwoorden dat of of (Dat hij de bus mist, gebeurt vaak.)
wie of wat (Wie niet op tijd vertrekt, kan dat verwachten.)
- Soms wordt een onderwerpszin voorafgegaan door het persoonlijk voornaamwoord
het.
Het is onderwerp en verwijst naar de onderwerpszin. Daarom noemen we
het een
voorlopig onderwerp.: Het gebeurt bijna dagelijks,
dat hij de bus mist.