SK 3h Nova 3b scheikunde H4.2

Lesplanning
0 min    
2 min    Uitleggen doelen deze les
5 min    Theorie uitleg
15 min  Zelfstandig werken/ huiswerkcontrole
35 min Filmpje

Inhoud
Werkvorm
Ontvangst
Individueel
Lesdoelen uitleggen
Klassikaal
Quizz over lesdoelen
Klassikaal
Alle Leerdoelen samenvatten
Klassikaal
Afsluiting herhalen doelen deze les
Klassikaal
Lesplanning
1 / 36
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Lesplanning
0 min    
2 min    Uitleggen doelen deze les
5 min    Theorie uitleg
15 min  Zelfstandig werken/ huiswerkcontrole
35 min Filmpje

Inhoud
Werkvorm
Ontvangst
Individueel
Lesdoelen uitleggen
Klassikaal
Quizz over lesdoelen
Klassikaal
Alle Leerdoelen samenvatten
Klassikaal
Afsluiting herhalen doelen deze les
Klassikaal
Lesplanning

Slide 1 - Slide

Moleculen en atomen
Alles om ons heen bestaat uit moleculen.
Een molecuul bestaat uit atomen. 

Slide 2 - Slide

Een atoom
Atomen hebben een atoomkern en elektronen.

De atoomkern bestaat uit protonen en neutronen.

Slide 3 - Slide

Ion (binding)
  • Zouten (metaal + niet metaal)
    - Elektronen (e-) worden overgedragen

  • Metaal staat e- af
    Na -> Na+

  • Niet-metaal neemt e-  op
    Cl -> Cl-

Slide 4 - Slide

Kunststof maken van alkenen 

  • Kunststoffen zijn polymeren van alkenen
  • er worden heel veel  alkenen (=monomeren) 
  • aan elkaar gekoppeld tot 1 groot molecuul (= polymeer)
  • De dubbele binding klapt open en wordt aan de open geklapte dubbele binding van de buurman gekoppeld dit heet polymeriseren






4 etheen moleculen




polyetheen

Slide 5 - Slide

Molaire massa
voor de toets: Periodiek systeem (gewicht opzoeken) en verhouding uitrekenen
Droge lucht bestaat ongeveer uit 78% stikstof, 21% zuurstof.
N = 14, O = 16
Massaverhoudingen: 78%*14 : 21%*16
N:O = 3,25:1

Slide 6 - Slide

Leerdoelen H4.2
  • Verdelingsgraad (meer oppervlakte, meer botsingen)
  • Concentratie (meer effectieve botsingen)
  • Temperatuur (meer beweging, meer botsingen)
  • Katalysator (trekt onderdelen naar elkaar toe, meer botsingen)

Slide 7 - Slide

Verdelingsgraad
meer oppervlakte, meer botsingen

Slide 8 - Slide


Wat is concentratie?
De concentratie is 
de hoeveelheid stof 
(in gram, miligram of  microgram)
opgeloste stof in één liter water


Slide 9 - Slide

Chemische reactie

Slide 10 - Slide

Katalysator
Glucagon
Inhibitor
Insuline

Slide 11 - Slide

Temperatuur = beweging
  • Hoe hoger de temperatuur, hoe vaker de botsingen
  • De moleculen van een stof bewegen voortdurend.
  • De moleculen van een stof trekken elkaar aan.

Slide 12 - Slide

Wat is een ontledingsreactie?
A
Een reactie met zuurstof
B
Reactie met één beginstof en meerdere reactieproducten
C
Een verbranding
D
Reactie met meerdere beginstoffen en één reactieproduct

Slide 13 - Quiz

Bij een chemische reactie:
A
Veranderen moleculen en atomen wel
B
Veranderen moleculen niet en atomen wel
C
Veranderen moleculen wel en atomen niet
D
Veranderen moleculen en atomen niet

Slide 14 - Quiz

Wat is geen chemische reactie?
A
Het verbranden van hout.
B
Het rotten van een appel.
C
Het bakken van een ei.
D
Het mengen van alcohol en water.

Slide 15 - Quiz

Wat is wel een chemische reactie
A
Het verdampen van water
B
Het koken van een ei
C
het verven van een ijzeren hek
D
het zagen van een houten plank

Slide 16 - Quiz

Het koken van water is een chemische reactie.
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quiz

Het verbranden van aardgas is een chemische reactie.
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quiz

Welk proces is hiernaast afgebeeld?
A
Faseovergang
B
Scheidingsmethode
C
Reactie
D
Verbranding

Slide 19 - Quiz

Wet behoud van energie
  • Energie die nodig is voor een reactie moet geleverd worden

Slide 20 - Slide

Wet behoud van energie
  • Energie vrijkomt bij een reactie moet afgevoerd worden

Slide 21 - Slide

Energieomzettingen in reacties
  • Elektrische energie --> kristal structuur (vergulden); Chemische energie
  • Chemische energie --> verbranden; thermische energie
  • Thermische energie --> smelten; Chemische energie

Slide 22 - Slide

Reactie warmte 
  • Te weinig energie --> 
  •    endotherm (zelfdovend)
  • Teveel energie -->
  •   exotherm (run-away)

Slide 23 - Slide

Activeringsenergie
  • Ontbrandingstemperatuur,
  • Stollingstemperatuur van eiwit,

Slide 24 - Slide

Bij het bakken van een steak komt de energie daarvoor uit:
A
De lucht
B
Het vlees
C
Het gasfornuis
D
De aliens!!!

Slide 25 - Quiz

Bij het bakken van een steak is de energieomzetting in de steak:
A
Thermisch-->Chemisch
B
Chemisch-->Thermisch
C
Elektrisch-->Chemisch
D
Aliens-->Thermisch

Slide 26 - Quiz

Endotherm of Exotherm?
Verbranden van hout
A
Endotherm
B
Exotherm

Slide 27 - Quiz

Endotherm of Exotherm?
Maken van staal uit ijzer.
A
Endotherm
B
Exotherm

Slide 28 - Quiz

Endotherm of Exotherm?
Oplossen van magnesium in zuur.
A
Endotherm
B
Exotherm

Slide 29 - Quiz

Endotherm of Exotherm?
Smelten van ijs.
A
Endotherm
B
Exotherm

Slide 30 - Quiz

Endotherm of Exotherm?
Verdampen van gas.
A
Endotherm
B
Exotherm

Slide 31 - Quiz

Endotherm of Exotherm?
Verbranden van gas.
A
Endotherm
B
Exotherm

Slide 32 - Quiz

Welke stof heeft de hoogste
activeringsenergie
(smeltpunt)


Aluminium
660ºC
Calcium
839ºC
Chroom
1860ºC
Goud
1064ºC
A
Aluminium
B
Calcium
C
Chroom
D
Goud

Slide 33 - Quiz

Welke stof heeft de laagste
activeringsenergie
(smeltpunt)


Aluminium
660ºC
Calcium
839ºC
Chroom
1860ºC
Goud
1064ºC
A
Aluminium
B
Calcium
C
Chroom
D
Goud

Slide 34 - Quiz

Reactiesnelheid
  • Verdelingsgraad(oppervlakte)
  • Concentratie (meer effectieve botsingen)
  • Temperatuur
  • Katalysator

Slide 35 - Slide

Reactiesnelheid
  • Magnesium proefje!!!

Slide 36 - Slide