Brugklas bn / getallen / à of de + lidwoord

Deze les:
- bijvoeglijk naamwoord vorm en plaats
- kloktijden
- voorzetsel à of voorzetsel de + lidwoord (le/la/l'/les)
1 / 25
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Deze les:
- bijvoeglijk naamwoord vorm en plaats
- kloktijden
- voorzetsel à of voorzetsel de + lidwoord (le/la/l'/les)

Slide 1 - Slide

In het Frans staat een bijvoeglijk naamwoord meestal achter het zelfstandig naamwoord
A
Goed
B
Fout

Slide 2 - Quiz

In het Frans staat een bijvoeglijk naamwoord meestal achter het zelfstandig naamwoord
A
Goed
B
Fout

Slide 3 - Quiz

une note magnifique
(een prachtig cijfer)
A
Goed
B
Fout

Slide 4 - Quiz

welke 12 bn
komen vóór zn ?

Slide 5 - Mind map

de 12 bn die vóór zn komen zijn 

jeune, joli, beau
grand, long, nouveau, 
vieux, petit, gros
bon, mauvais, haut

Slide 6 - Slide

bij welk van de 12 bn
weet je de NL'se vertaling
nog niet echt ?

Slide 7 - Mind map

vieux
A
oud
B
nieuw

Slide 8 - Quiz

les grands garçons
A
Goed
B
Fout

Slide 9 - Quiz

une fille jolie
A
Goed
B
Fout

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

la musique moderne
A
Goed
B
Fout

Slide 12 - Quiz

Schrijf het bijvoeglijk naam woord op de goede plek én in de goede vorm:
(petit) le ... pantalon...

Slide 13 - Open question

vertaal: de kleine broek
A
le petit pantalon
B
le petite pantalon
C
le pantalon petit
D
le pantalon petite

Slide 14 - Quiz

Kloktijden in het Frans
3 stappen: il est + ...heure(s) + kwart voor/over, half, minuut

Slide 15 - Slide

Het is kwart over 4
A
il est quatre heures moins le quart
B
il est quatre heures et quart
C
il est quatre heures et demie
D
il est cinq heures moins le quart

Slide 16 - Quiz

Het is half drie
A
il est deux heures et demie
B
il est trois heures et demie
C
il est deux heures et quart
D
il est trois heures moins quart

Slide 17 - Quiz

Voorzetsel à of de + lidwoord 
(laatste onderdeel van grammatica H7 en deze Lesson Up)

Slide 18 - Slide

het Franse voorzetsel à betekent...
A
achter
B
van, uit
C
voor
D
in, naar, op, aan

Slide 19 - Quiz

het Franse voorzetsel de betekent...
A
van, uit
B
naar, bij
C
in, door
D
op, aan

Slide 20 - Quiz

à en de + lidwoord (le/la/l'/les)
let op bij het samentrekken van voorzetsel en lidwoord: 
à + le = au                                     de + le = du
à + les = aux                                de + les = des
à la en à l' verandert niet      de la en de l' verandert niet


Slide 21 - Slide

Ik ga naar de middelbare school =
Je vais au collège
A
Goed
B
Fout

Slide 22 - Quiz

Links van de bioscoop
(bioscoop is een mannelijk zn)
A
à gauche du cinéma
B
à gauche de la cinéma
C
à gauche de l' cinéma
D
à gauche des cinéma

Slide 23 - Quiz

van de middelbare school =
... collège
A
du
B
de la
C
de l'
D
des

Slide 24 - Quiz

Afronden
  • Goed meegedaan! 
  • We checken nu nog het huiswerk (maak- en leerwerk)

Slide 25 - Slide