Beroepsgericht 2: les 1

  Zelfzorg


'Een goede begeleider is een luie begeleider.'
1 / 18
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

  Zelfzorg


'Een goede begeleider is een luie begeleider.'

Slide 1 - Slide

Programma

  • AWR
  • Lesdoelen
  • Kahoot
  • Huiswerk

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
  • Aan het einde van de les licht je toe wat begeleiden en  ondersteunen inhoudt.
  • Aan het einde van de les  benoem je wat draaglast en draagkracht inhoudt.
  • Aan het einde van de les benoem je wat zelfregie betekend
  • Aan het einde van de les benoem je wat belangrijk is in de begeleiding van zelfregie.

Slide 3 - Slide

Stelling


'Een goede begeleider is een luie begeleider.'

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

Zelfregie
Bij zelfregie gaat het om keuzes maken. Bij zelfregie vormen de keuzes van de cliënt het uitgangspunt voor de ondersteuning. Centraal staat de vraag wat de cliënt wil op lichamelijk, geestelijk en sociaal gebied. 
Zelfmanagement wil zeggen dat een cliënt met een beperking zelf bepaalt welke zorg en ondersteuning hij belangrijk vindt.

Slide 7 - Slide

5 aspecten zelfregie
  • Inzicht bij de cliënt dat hij door de beperking op onderdelen afhankelijk is van anderen.
  • Een positieve benadering: Wat wil de cliënt graag? Waar ligt zijn kracht?
  • Ondersteuning door de cliënt inzicht te geven in de eigen wensen, motieven en kansen: Wat gaat goed? Wat gaat minder goed? Wat zou de cliënt graag beter willen doen? Hoe wil de cliënt zijn leven inrichten?
  • De cliënt laten bepalen welke ondersteuning hij nodig heeft, wanneer en hoe vaak hij dat wil.
  • Betrekken en versterken naastbetrokkenen, zodat er altijd mensen zijn die de cliënt kunnen ondersteunen.

Slide 8 - Slide

Woordwolk
  • De klas wordt verdeeld in twee groepen.
  • Elke groep gaat een woordwolk maken over zelfmanagement. 
  • Woordwolk maak je op de flap-over. Je gebruikt verschillende kleuren en je kan een bepaalde vorm gebruiken wat volgens jullie staat voor zelfmanagement
  • Gebruik minstens 20 woorden.
timer
10:00

Slide 9 - Slide

Draaglast / Draagkracht

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Opdracht 
  •  Vul de volgende open plekken in met de volgende woorden:
  • aardigheden
  • betrokken
  • flexibele
  • beleving
  • inleeft
  • respect
  • gelijkwaardigheid

Slide 15 - Slide

Hoe bied je de ondersteuning?

Je bent bij de cliënt...................., dat wil zeggen dat je belangstelling toont en een sfeer van vertrouwen en nabijheid creëert.
Niet jouw  ...................  is uitgangspunt voor je ondersteuning, maar de........................  van de cliënt. 
Dit betekent dat je je steeds ....................  in de situatie van de cliënt en van daaruit vertrekt met je ondersteuning.
Je benadert de cliënt altijd vanuit..................... . wil zeggen dat je de cliënt accepteert zoals die is met zijn eigen mogelijkheden, beperkingen en eigen.....................
Het inspelen op veranderende wensen en behoeften vraagt van jou een ........................opstelling.

Slide 16 - Slide

Hoe bied je de ondersteuning?

Je bent bij de cliënt  betrokken, dat wil zeggen dat je belangstelling toont en een sfeer van vertrouwen en nabijheid creëert.
Niet jouw  beleving  is uitgangspunt voor je ondersteuning, maar de beleving van de cliënt. 
Dit betekent dat je je steeds inleeft in de situatie van de cliënt en van daaruit vertrekt met je ondersteuning.
Je benadert de cliënt altijd vanuit gelijkwaardigheid . Dat wil zeggen dat je de cliënt accepteert zoals die is met zijn eigen mogelijkheden, beperkingen en eigenaardigheden
Het inspelen op veranderende wensen en behoeften vraagt van jou een flexibele opstelling.

Slide 17 - Slide

Huiswerk
Boom beroepsonderwijs:
Thema 7: Verwerkingsopdracht 3 en 5.

Slide 18 - Slide