LJ1 6.4 Vruchten en zaden - LJ2 6.4 Natuurbeheer

Vak: Biologie
Hoofdstuk: 6.4
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen
3.
Mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie
1 / 31
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vak: Biologie
Hoofdstuk: 6.4
1.
Lesopening
2. 
Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen
3.
Mini-check
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie

Slide 1 - Slide

1. Lesopening
LJ 1: Pak je boek van biologie en open deze op blz  168.

LJ 2: Pak je boek en open deze op blz 208

Huiswerk controle


Slide 2 - Slide

2. Lesdoel + leergebiedoverstijgende doelen
Aan het einde van de les:
- kun je de verandering in het vruchtbeginsel na bevruchting beschrijven.

Leergebiedoverstijgende doelen:
Reflecteren:
- Schat in wat nodig is om een leerdoel te beheersen (uitleg strategie, oefentijd, herhaling nodig)
- Vertelt wat de waarde is van deze opdracht voor zichzelf.

Slide 3 - Slide

3. Mini-check + arrangementen
Verdiept arrangement --> 8 of hoger: Jessica
Je maakt zelfstandig opdracht 1 t/m 4 op blz. 170 en 171


De rest doet mee met de mini-check.

Slide 4 - Slide

Wat gebeurt er met de zaadbeginsels die niet zijn bevrucht?
A
ontwikkelen zich tot zaden
B
verschrompelen
C
die worden groter
D
die krijgen bloemen

Slide 5 - Quiz

Uit welk deel van een bloem is een sperzieboon ontstaan?
Het vruchtbeginsel
Het zaadbeginsel
de bevruchte 
eicel
De stuifmeelkorrel

Slide 6 - Drag question

Van bloem tot vrucht

1. Een vruchtbeginsel groeit uit tot een vrucht
2. Een zaadbeginsel groeit uit tot een zaad
A
1 = waar 2 = waar
B
1 = waar 2 = niet waar
C
1 = niet waar 2 = waar
D
1 = niet waar 2 = niet waar

Slide 7 - Quiz

Wie maakt wat?

Had je alle vragen goed, dan ga je zelfstandig aan de slag. Je maakt opdracht 1 t/m 4 op blz. 170 en 171.

De rest doet mee met de instructie. 

Slide 8 - Slide

Een vrucht
Na bevruchting  begint in het vruchtbeginsel één of meer zaadbeginsels te groeien.

Alleen de zaadbeginsels waarin de eicellen zijn bevrucht, groeien uit tot zaden. 

Slide 9 - Slide

Een vrucht
Het vruchtbeginsel wordt groter. Het groeit uit tot een vrucht. De zaden bevinden zich in de vrucht. 

De vrucht van een bonenplant heet een peulvrucht. 

Slide 10 - Slide

Verschillende vruchten

Sommige vruchten bevatten vruchtvlees = het zachte, soms eetbare gedeelte van de vrucht. 

Slide 11 - Slide

Vruchten en zaden
Appels, kersen, tomaten en peulen zijn vruchten.
Bonen, erwten, pitjes in appels, kersen en tomaten zijn zaden.

Sommige vruchten hebben maar 1 zaad. Een meloen kan meer dan 100 zaden hebben. 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

5. Begeleid inoefenen
Geen of 1 vraag goed bij de mini-check -->
dan maken we samen opdracht 1 en 2. 

Slide 14 - Slide

6. Zelfstandig werken
Je maakt zelfstandig opdracht 1 t/m 4 op blz. 170 en 171.



Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
Daarna maak je de inzichtsvragen op blz 172/174
timer
1:00

Slide 15 - Slide

2. Lesdoel
Aan het einde van de les:
- kun je manieren noemen waarop de mens afhankelijk is van het milieu
- kun je manieren noemen waarop mensen in Nederland de natuur beheren


Leergebied overstijgende doelen:
Reflecteren:
- Schat in wat nodig is om een leerdoel te beheersen (uitleg strategie, oefentijd, herhaling nodig)
- Vertelt wat de waarde is van deze opdracht voor zichzelf.

Slide 16 - Slide

3. Arrangementen + mini-check
Verdiept arrangement (gemiddeld een 8 of hoger): Bregje
Je maakt zelfstandig opdracht 1 t/m 4 op blz. 212

De rest doet mee met de mini-check!

Slide 17 - Slide

Wat betekent biodiversiteit?
A
Variatie aan soorten in de natuur
B
Verdwijnen van een soort
C
Individuen van een soort hebben moeite om in leven te blijven
D
Individuen hebben moeite zich voort te planten

Slide 18 - Quiz

Welk soort beheer?
zaaien van bloemen langs akkers, zodat daar insecten kunnen leven
A
Agrarisch natuurbeheer
B
Bosbeheer
C
Faunabeheer
D
Waterbeheer

Slide 19 - Quiz

Welk soort beheer?
poelen graven waarin amfibieën kunnen leven.
A
Agrarisch natuurbeheer
B
Bosbeheer
C
Faunabeheer
D
Waterbeheer

Slide 20 - Quiz

Wie maakt wat
Had je alle vragen van de mini-check goed, dan maak je de opdrachten zelfstandig.
Opdracht 1 t/m 4 op blz. 212

De rest doet mee met de instructie. 

Slide 21 - Slide

De mens en zijn omgeving
Mensen zijn afhankelijk van hun omgeving. 

Mensen halen voedsel, water, zuurstof, grondstoffen en energie uit het milieu. Ze gebruiken de natuur voor recreatie. 

Slide 22 - Slide

Mensen
Overal op aarde gebruiken mensen veel grond en water.
-> Voor landbouw, veeteelt, visserij, huizenbouw, transport en winning van grondstoffen.

Slide 23 - Slide

Biodiversiteit
Doordat mensen zoveel land en water gebruiken, worden de leefgebieden van dieren en planten kleiner. Soms verdwijnen ze helemaal. 
-> Hierdoor is een aantal soorten dieren bedreigd: individuen van een soort hebben moeite om in leven te blijven en zich voor te planten. 

Een gevolg hiervan is dat dieren uitsterven: verdwijnen van een soort. 

Biodiversiteit: variatie aan soorten in de natuur. 
Dit wordt dus minder door de invloed van de mens. 

Slide 24 - Slide

Herintroductie
Herintroductie: het terugbrengen van een dier- of plantensoort in een land. 

Slide 25 - Slide

Natuurbeheer
Veel mensen proberen de natuur in Nederland te behouden, te beschermen en te herstellen.  De maatregelen die hiervoor nodig zijn, noem je: natuurbeheer. 

Slide 26 - Slide

5. Begeleid inoefenen
Geen of 1 vraag goed bij de mini-check -->
Dan maak je samen met de leerkracht opdracht 1 en 2

Slide 27 - Slide

6. Zelfstandig werken
LJ1 - Je maakt zelfstandig opdracht 1 t/m 4 op blz. 170 en 171
LJ2 - Je maakt zelfstandig Opdracht 1 t/m 4 op blz 212


Ben je klaar?
Dan kijk je de opdrachten na.
LJ1- Daarna maak je de inzichtsvragen op blz 172/174
LJ2- Daarna maak je de inzichtsvragen op blz 213 t/m 215
timer
1:00

Slide 28 - Slide

7. Evaluatie LJ1
Hoe ging de les?
Zijn er opdrachten waar je moeite mee had?
Heb je nog ergens vragen over? 

- kun je de veranderingen in het vruchtbeginsel na bevruchting beschrijven?

Slide 29 - Slide

7. Evaluatie LJ2
Hoe ging de les?
Zijn er opdrachten waar je moeite mee had?
Heb je nog ergens vragen over? 

- Kun je manieren noemen waarop de mens afhankelijk is van het milieu?
- kun je manieren noemen waarop mensen in Nederland de natuur beheren?



Slide 30 - Slide

Huiswerk & Toetsen
Huiswerk LJ1: 
Maandag 19 juni
6.4 opdracht 1 t/m 4


Huiswerk LJ2: 
Maandag 19 juni
6.4 opdracht 1 t/m 4
Toetsen LJ1: 



Toetsen LJ2: 


Slide 31 - Slide