Het Bloedvatenstelsel: Een Reis Door Ons Lichaam

Het Bloedvatenstelsel: Een Reis Door Ons Lichaam
1 / 14
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Het Bloedvatenstelsel: Een Reis Door Ons Lichaam

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kunnen jullie de structuur en functie van het bloedvatenstelsel beschrijven.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over het bloedvatenstelsel?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat zijn bloedvaten?
Bloedvaten zijn buisvormige structuren in ons lichaam die bloed transporteren.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Soorten bloedvaten
Er zijn drie soorten bloedvaten: slagaders, aders en haarvaten.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Structuur van bloedvaten
Bloedvaten bestaan uit drie lagen: de tunica intima, tunica media en tunica adventitia.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slagaders
Slagaders transporteren zuurstofrijk bloed van het hart naar de organen en weefsels.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Aders
Aders transporteren zuurstofarm bloed van de organen en weefsels terug naar het hart.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Haarvaten
Haarvaten zijn de kleinste bloedvaten en zorgen voor uitwisseling van stoffen tussen bloed en weefsels.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Interactieve activiteit: Bloedvaten identificeren
Laat een afbeelding zien van het menselijk lichaam. Laat leerlingen de belangrijkste bloedvaten identificeren.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Samenvatting
Het bloedvatenstelsel bestaat uit slagaders, aders en haarvaten. Slagaders transporteren zuurstofrijk bloed, aders transporteren zuurstofarm bloed en haarvaten zorgen voor uitwisseling van stoffen.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 12 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 13 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 14 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.