What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Meewerkend voorwerp
GRAMMATICA ZINSDELEN H1
1 / 21
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
This lesson contains
21 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
GRAMMATICA ZINSDELEN H1
Slide 1 - Slide
Wat gaan we vandaag doen?
Meewerkend voorwerp
Bijwoordelijke bepaling
Werkwoordspelling
Slide 2 - Slide
Doelen van de les
Na deze les weet je wat een meewerkend voorwerp is en hoe je deze in een zin kunt vinden.
Na deze les weet je wat een bijwoordelijke bepaling is
Slide 3 - Slide
Noem eens een manier om de persoonsvorm(en) in een zin te vinden.
Slide 4 - Open question
Wat is de pv?
Jesse, Linde & Cas maken nu een toets.
A
Jesse, Linde & Cas
B
Nu
C
Maken
D
Een toets
Slide 5 - Quiz
Wat is het ow?
Mevrouw Alsady is een goede docent.
A
Mevrouw Alsady
B
Een goede docent
C
Is
D
docent
Slide 6 - Quiz
Werkwoordelijk
gezegde
Slide 7 - Mind map
Wat is het werkwoordelijk gezegde in de volgende zin:
Mevrouw Wolters en Mevrouw Alsaday zijn op Penta beste vriendinnen geworden.
Slide 8 - Open question
lijdend voorwerp (lv)
Staat niet in elke zin!
Wat + gezegde + onderwerp
schrijf op!
Slide 9 - Slide
Wat is het lijdend voorwerp in de zin? De leerlingen klas klas 2C zijn mijn favoriete leerlingen.
A
De leerlingen van klas 2C
B
Mijn favoriete
C
mijn favoriete leerlingen
D
zijn
Slide 10 - Quiz
meewerkend voorwerp (mv)
Staat niet in elke zin!
Staat vaak in zinnen waarin ook een lv staat
Staat in zinnen waarin iets van de een naar de ander gaat
Slide 11 - Slide
Meewerkend voorwerp
Aan wie + gezegde + onderwerp + lijdend voorwerp.
Bram wil aan zijn vriendin een kettinkje geven
Slide 12 - Slide
Zoek het meewerkend voorwerp.
De kleine jongen gaf de reus geen kans meer.
A
de kleine jongen
B
de reus
C
geen kans
D
er is geen meewerkend voorwerp
Slide 13 - Quiz
Is dit een meewerkend voorwerp?
'Wil hij een ijsje
van mij
hebben?'
A
ja
B
nee
Slide 14 - Quiz
Wat is het meewerkend voorwerp in deze zin?
Zij heeft het mij toch verteld.
A
zij
B
heeft
C
mij
D
toch
Slide 15 - Quiz
In welke zin is [aan/voor oma] GEEN meewerkend voorwerp?
A
Ik maak een tekening voor oma.
B
Ik geef aan oma een cadeau.
C
Ik denk vaak aan oma.
Slide 16 - Quiz
Bijwoordelijke bepaling
Waar? Waarheen? Waarom? Waardoor? Wanneer? Hoe?
Slide 17 - Slide
Bijwoordelijke bepaling
We noemen de bijwoordelijke bepaling ook wel de ‘
prullenbak
’. Alles wat je overhoudt, noem je een bijwoordelijke bepaling.
Slide 18 - Slide
Heeft een zin altijd een bijwoordelijke bepaling?
A
ja
B
nee
Slide 19 - Quiz
Wat is de bijwoordelijke bepaling?
Gisteren hebben we de bijwoordelijke bepaling behandeld.
A
we
B
hebben behandeld
C
de bijwoordelijke bepaling
D
gisteren
Slide 20 - Quiz
Wat is de bijwoordelijke bepaling?
Vandaag hebben we de bijwoordelijke bepaling behandeld.
A
Vandaag
B
we
C
de bijwoordelijke bepaling
D
hebben behandeld
Slide 21 - Quiz
More lessons like this
Les 2
January 2023
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Herhaling grammatica zinsdelen, hv 1
October 2022
- Lesson with
43 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Grammatica - eerste stappen
October 2023
- Lesson with
28 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Nederlands: ontleden zinsdelen 1
March 2022
- Lesson with
44 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Woordsoorten: pv, gezeg, lv, mv en bwb
March 2022
- Lesson with
21 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
m3 voorbereiding meting grammatica en spelling
November 2024
- Lesson with
46 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
brugklas Grammatica zinsdelen t/m lv bijles
February 2022
- Lesson with
46 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Quiz 10 februari leerjaar 2
May 2022
- Lesson with
41 slides
Taal
Basisschool
Groep 8