Les over slot + herhaling spelling tegenwoordige tijd en verleden tijd

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g, mavo
• Leerjaar 1

Les, schrijven 1

Tekstopbouw 

Inleiding - kern- slot 

Herhaling spelling 

Laptop, pen en schriftje op tafel

   Leesboek op              tafel

   Laptop is   

       dicht 

                                         Welkom!

              Voordat de les is begonnen, heb jij:

Lezen in stilte

Laptop, pen en schriftje op tafel

Mobiel in de tas (bij de deur)

Log in bij Lessonup.app

                                         Welkom!

              Voordat de les is begonnen, heb jij:

:

1. Goede spelling
2. Goede inhoud
3. 
   
4. Goede toon
5. Goede zinnen
6. Goede lay-out (opmaak, hoe de tekst eruit ziet?

        De 6 kenmerken van een goede tekst

        Deze les werken we aan:  

Goede opbouw (inleiding - kern- middenstuk)

• Hoe een tekst is opgebouwd: (inleiding – kern- slot)
• Weet jij wat het doel is het van het slot
• Heb jij jouw slot geschreven (gedeetelijk)

     LESDOELEN

          Na de les, kan jij:

• Eindopdracht: korte uitleg + 1e versie 3 oktober (5 min)
• Video bekijken ( 3 min)
  
• Vragen maken over de video ( 3 min)
• Aan de slag: inleiding schrijven (15 min)
  
• Elkaars inleidingen lezen (5 min)
  
• Reflecteren en feedback geven. (5 min)

Wat gaan we vandaag doen?

Lezen in stilte

Lezen in stilte

Heb jij alles al af? (= hele tekst geschreven van 350 woorden + inleiding)

1. ja
2. nee
3. Ik moet nog beginnen met mijn inleiding
4. Ik moet alleen nog mijn inleiding schrijven

Ik heb vertrouwen in mijn geschreven opdracht

1. ja
2. nee
3. dit wordt sowies een voldoende

Mijn eerste versie moet ik inleveren:

1. Vandaag
2. Overmorgen
3. Maandag 3 oktober
4. Dinsdag 4 oktober

Ik vind het fijn dat we in stukjes. gedeeltes werken aan de opdracht dan als in 1 keer meteen. Ja of nee, leg uit waarom

Opruimen

1. Schuif je stoel aan
2. Kijk om je heen: liggen er nog dingen op de grond/ tafel? 
3.  Ja? Ruim het ajb. even op of gooi het in de prullenbak. 
4. Ga achter je stoel staan. Je wacht op mijn teken zodra je weg mag. 

Aan de slag! 

Wat?

Hoe?

Wie?

Hulp?

Tijd?

Klaar?

De vragen maken in Lessonup.app. 

In lessonup.app 

Zelfstandig=alleen werken in stilte

eerste 5 min. geen hulp 

10 min.

Ben je klaar? Je gaat je slot afmaken.

Tekstopbouw

inleiding	onderwerp, aandacht trekken
kern	uitwerking onderwerp, deelonderwerpen, meeste alinea's, soms tussenkopjes
slot	samenvatting/conclusie, geen nieuwe informatie!

Wat is de functie van de inleiding?

Wat is de functie van titel en inleiding?

• Het opwekken van nieuwsgierigheid of trekken van de aandacht (bijvoorbeeld met een vraag, anekdote, voorbeeld of opmerkelijk feit). 
• Het introduceren van het onderwerp.
• Vaak schrijven schrijvers de inleiding als de rest van de tekst al af is. 

Wat is de functie van het middenstuk?

Wat is de functie van het middenstuk?

• Het verder uitwerken van de tekst (dit doe je in verschillende alinea's die alle een deelonderwerp behandelen) = jouw gebeurtenissen                  
• Zorg voor een logische volgorde en duidelijke samenhang tussen de alinea's (gebruik hiervoor signaalwoorden). 

Wat is de functie van het slot?

Wat is de functie van het slot?

• Het slot is meestal een soort samenvatting van het middenstuk en beslaat één alinea. 
• In het slot kom je terug op wat je in de inleiding hebt geschreven (antwoord op   vraag, oplossing voor probleem, conclusie bij stelling) .                                                 Probeer met een uitsmijter pakkend terug te komen op je 'opwarmertje' 

Jij moet alleen nog jouw slot schrijven. 

Je krijgt nu uitleg over de opbouw van een tekst 

1.  Over de inleiding en de kern/ middenstuk (= herhaling)
2. Over het slot (= nieuwe informatie)

Jij kan straks antwoorden  op de vraag:

 -->Wat schrijf je in een slot?

Heb jij nog tips/ tops voor mij?
Ik deel jullie antwoorden niet met de klas.

Wat is waar?

1. '' her-'' betekent ''opnieuw'' (HERinrichting)
2. ''on'' betekent ''niet'' (ONaardig)

1. 1 = waar 2 = niet waar
2. 1 = waar 2 = waar
3. 1 = niet waar 2 = niet waar
4. 1 = niet waar 2 = waar

Opruimen

1. Schuif je stoel aan
2. Kijk om je heen: liggen er nog dingen op de grond/ tafel? 
3.  Ja? Ruim het ajb. even op of gooi het in de prullenbak. 
4. Ga achter je stoel staan. Je wacht op mijn teken zodra je weg mag.