Uitleg + voorbeelden
werkwoordelijk gezegde
Alle werkwoorden in de zin, dus ook de persoonsvorm:
Voorbeeld 1: Ik heb een mooie tekening gemaakt.
pv: heb
andere werkwoorden: gemaakt
wwg: heb gemaakt
Voorbeeld 2: Dat enge boek had ik graag willen lezen.
pv: had
andere werkwoorden: willen lezen
wwg: had willen lezen
Kijk naar de volgende zinnen en haal daar voor jezelf de persoonsvorm en het werkwoordelijk gezegde uit (net zoals net geoefend).
Heb jij gisterenavond de laatste chips opgegeten?
In de herfst zie je vaak veel bladeren van de boom vallen.
Eet jij altijd zo veel?