8.1 Sociale ongelijkheid bestuderen

De cirkel is de maatschappij
1. Kies een plaats voor de foto's en leg ze neer. 2. Kies een plaats voor jullie zelf, teken jullie zelf en schrijf eronder waarom je die plaats hebt gekozen.
timer
10:00
1 / 17
next
Slide 1: Slide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 17 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

De cirkel is de maatschappij
1. Kies een plaats voor de foto's en leg ze neer. 2. Kies een plaats voor jullie zelf, teken jullie zelf en schrijf eronder waarom je die plaats hebt gekozen.
timer
10:00

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Link

4.50-8.10

8.1 Sociale ongelijkheid
• Je weet wat het kernconcept sociale ongelijkheid inhoudt en hoe je het correct moet toepassen.
• Je kent de begrippen sociale mobiliteit/ sociale stratificatie
• Je maakt onderscheid tussen de verschillende hulpbronnen die ervoor zorgen dat we ongelijk zijn.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Verhouding
Verwijst naar de wijze waarop mensen zich van elkaar onderscheiden en tot elkaar verhouden en de manier waarop samenlevingen in sociale zin vormgeven aan deze verschillen. Het verwijst ook naar onderlinge betrekkingen tussen staten.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Sociale ongelijkheid?

Een situatie waarin verschillen tussen mensen in al dan niet aangeboren kenmerken, consequenties hebben voor hun maatschappelijke positie en leiden tot een ongelijke verdeling van schaarse en hooggewaardeerde zaken, van waardering en behandeling

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Oefenen met examenvraag
timer
3:00

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Link

tot minuut 12.12
Oefenen met examenvraag
timer
3:00

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Nakijken
Waar geef je punten voor?

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Welke soort sociale ongelijkheid?
  •  Politieke hulpbronnen 
Het hebben van bevoegdheden om macht uit te oefenen
  • Economische hulpbronnen
Het hebben van geld en bezit
  • Symbolische hulpbronnen
Het hebben van aanzien en waardering
  •  Sociale hulpbronnen
Het hebben van sociale contacten

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Sociale stratificatie
De verdeling van de maatschappij in groepen aan de hand van de maatschappelijke positie. 
Tussen deze groepen bestaat sociale ongelijkheid.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Open- en gesloten samenlevingen
Sociale mobiliteit is de mogelijkheid om te stijgen of te dalen op de maatschappelijke ladder: 




Weinig mogelijkheden hiervoor noemen we een gesloten samenleving, veel mogelijkheden hiervoor noemen we een open samenleving

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Een vader en zijn zoon krijgen een vreselijk auto-ongeluk. De vader sterft ter plekke, zijn zoon wordt met loeiende sirenesnaar het ziekenhuis vervoerd.Hij wordt de operatiekamer ingereden en de chirurg zegt: ik kan hem niet opereren, hij is mijn zoon! Hoe kan dit? 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Beroepen- en functiesegregatie

Sommige beroepen worden gezien als typisch vrouwelijk en andere als typisch mannelijk. Ook bij functies zien we traditionele opvattingen. 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!
•Lees paragraaf 8.1
  • Maak opdrachten 3 en 4 (blz. 68 en 69) 
  • Klaar? Lees 8.2 en maak tekstverkenners, 6 en 7.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

8.1 Sociale ongelijkheid
• Je weet wat het kernconcept sociale ongelijkheid inhoudt en hoe je het correct moet toepassen.
• Je kent de begrippen sociale mobiliteit/ sociale stratificatie.
• Je maakt onderscheid tussen de verschillende hulpbronnen die ervoor zorgen dat we ongelijk zijn.
  • Je kent het verschil tussen open en gesloten samenlevingen.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions