Formuleren les 9 - H14

Kom binnen
Begin met lezen in je boek
Hef - Puur. 

Maandag lezen t/m blz. 250
timer
15:00
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 85 min

Items in this lesson

Kom binnen
Begin met lezen in je boek
Hef - Puur. 

Maandag lezen t/m blz. 250
timer
15:00

Slide 1 - Slide

Weet je het nog?
Verschil tautologie / pleonasme 

Wat is incongruentie?

'Ik ga m'n oma even optelefoneren' 

Slide 2 - Slide

Verschil

Tautologie: het GEHEEL wordt herhaald (voor eeuwig en altijd)
Pleonasme: een DEEL wordt herhaald (open gat) 

Slide 3 - Slide

In welke vorm staat deze zin? 

Over tien dagen worden de mensen ingelicht over waar en wanneer ze moeten stemmen. 

Slide 4 - Slide

Quizz: contaminatie, pleonasme of tautologie?
  1. Kun je die laatste opgave overnieuw doen?
  2. Tevens vind ik het ook leuk om oma dit weekend te bezoeken
  3. De opzettelijke brandstichting was het nieuws van de dag.
  4. Mijn arm is bont en blauw van de val.
  5. Lale, kun jij het telefoonnummer van Leah even opnoteren?
  6. Met deze laarzen kan ik door de witte sneeuw lopen zonder koude voeten te krijgen.
  7. Denk jij dat ze voor altijd en eeuwig bij elkaar zullen blijven?
  8. Laura’s cijfers stegen omhoog na haar bijlessen.

Slide 5 - Slide

Antwoorden en uitleg
  1. Contaminatie. De uitdrukking is “opnieuw” of “over”, maar niet “overnieuw”.
  2. Tautologie. “Tevens” en “ook” betekenen hetzelfde (stijlfout).
  3. Pleonasme. De eigenschap “opzettelijk” is onlosmakelijk verbonden met het woord “brandstichting”.
  4. Tautologie. “Bont” en “blauw” betekenen hetzelfde (vaste combinatie, stijlfiguur)
  5. Contaminatie. De uitdrukking is “opschrijven” of “noteren”, maar niet “opnoteren”.
  6. Pleonasme. De eigenschap “witte” is onlosmakelijk verbonden met het woord “sneeuw”.
  7. Tautologie. “Eeuwig” en “altijd” betekenen hetzelfde (vaste combinatie, stijlfiguur).
  8. Pleonasme. “Stijgen” is altijd “omhoog”; die eigenschap is onlosmakelijk verbonden met het woord.

Slide 6 - Slide

Vijf tips formuleren


Vijf tips!
  1. Zet geen lange bijvoeglijke bepaling voor een zelfstandig naamwoord.
  2. Zet het onderwerp en het gezegde zo dicht mogelijk bij elkaar
  3. Zet de andere werkwoorden van het gezegde dicht bij de persoonsvorm.
  4. Zet bijzinnen die een voorwaarde aangeven, bij het zinsdeel waar ze bij horen.
  5. Splits scheidbare werkwoorden niet als dat niet nodig is.

Slide 7 - Slide

Welke zin is beter en waarom?

1. Tim heeft een waakzame en een hele grote hond.

2. Tim heeft een waakzame hond die heel groot is.

Slide 8 - Open question

Nakijken
Gemaakt? 

opdr 7, 8, 9 - H13
blz 76 werkboek

(VWO: 7 t/m 12)
timer
5:00

Slide 9 - Slide

Welke zin is beter en waarom?
1. Mijn zus gaat binnenkort trouwen, maar ze heeft nog geen trouwjurk gekocht.
2. Mijn zus gaat binnenkort trouwen, hoewel ze nog geen trouwjurk gekocht heeft.

Slide 10 - Open question

Welke zin is beter en waarom?
1. Een patiënt kan wegens gebrek aan medicijnen veel zieker worden.
2. Een patiënt kan veel zieker worden wegens gebrek aan medicijnen.

Slide 11 - Open question

1 min presentatie
H14: Aantrekkelijk formuleren
We verdelen de onderdelen. Houd een korte presentatie per groepje van 1 minuut over jouw onderdeel. 

Overzicht stijlfouten
Zie blz 82 & 83

timer
5:00

Slide 12 - Slide

Contaminatie (herhaling)
Als je twee woorden of uitdrukkingen ten onrechte vermengt, spreek je van een contaminatie.

Deze computer kost duur (kost veel of is duur).
Ik zal dat nachecken (nakijken of checken).
Hij kreeg ongenadeloos op zijn kop. (ongenadig of genadeloos)
Hij neemt in de klas altijd het hoogste woord (heeft het hoogste woord of het woord nemen).
Aan het eind van de partij legde hij het laatste loodje (het loodje leggen of de laatste loodjes wegen het zwaarst).
Je mag verwachten dat ze een voorbeeldfunctie geven (J.P. Balkenende) (een voorbeeld geven of een voorbeeldfunctie hebben).

Slide 13 - Slide

Incongruentie
Een groot aantal mensen zijn naar de bijeenkomst gekomen. Zijn moet zijn: is (aantal is enkelvoudig).

Een zwerm bijen achtervolgden de jongen. 
Achtervolgden moet zijn: achtervolgde (zwerm is enkelvoudig).

Volgens Van Gaal geeft de media een foute weergave van de gebeurtenissen. 
Goed is: de media geven. (Media is het meervoud van medium.).

Slide 14 - Slide

Inversie (herhaling)
In een normale zin komt de persoonsvorm na het onderwerp. Als je in een zin de volgorde van onderwerp en persoonsvorm omdraait, spreek je van inversie

Je mag inversie alleen gebruiken in vraagzinnen, in zinnen die beginnen met een ander zinsdeel dan het onderwerp of in zinnen die beginnen met een bijzin.

Beginnen we vanmiddag om drie uur?
Vanmiddag beginnen we om drie uur.
Als iedereen er is, beginnen we om drie uur.


Slide 15 - Slide

Inversie
Foute zinnen:

Het regende de hele middag en dus hebben we niets kunnen doen.
Het regende de hele middag en we hebben dus niets kunnen doen.

Op vrijdagmiddag pikken we vaak een terrasje, maar vanmiddag had ik er geen zin in.
Op vrijdagmiddag pikken we vaak een terrasje, maar ik had er vanmiddag geen zin in.




Slide 16 - Slide

Lezen
H13 Bondig Formuleren 
'Kort en bondig'

Verschil? Pleonasme en Tautologie

Slide 17 - Slide

Zelfstandig werken

Vandaag:
Havo: 1, 2 , 5, 6, 7 in werkboek
Vwo: 1, 2, 3, 5, 6
blz 82 werkboek

We doen de eerste opdracht samen.
Af? Woordenschat blz. 86/87

Ga verder met het werk van volgende les (zie studewijzer!)

timer
20:00

Slide 18 - Slide

Afsluiting
Wat heb je geleerd?
Waar moet je je nog op focussen?
Wat wil je nog leren?

Slide 19 - Slide

Formuleren les 8 - H13

Slide 20 - Slide