Formuleren les 8 - H13

Kom binnen
Begin met lezen in je boek
Hef - Puur. 

Vrijdag lezen t/m blz. 210
timer
15:00
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 85 min

Items in this lesson

Kom binnen
Begin met lezen in je boek
Hef - Puur. 

Vrijdag lezen t/m blz. 210
timer
15:00

Slide 1 - Slide

Weet je het nog?
Actieve en passieve zinnen

Hef:
'Die business boek ik pas op schiphol anders kost het veel'

Slide 2 - Slide

Passief of actief (passief = lijdende vorm)
Passieve zinnen (lijdende vorm) maken een tekst afstandelijk. Maak zo veel mogelijk gebruik van actieve ( bedrijvende) zinnen.

Gebruik niet:
Over tien dagen worden de gesprekken tussen Nederland en België over de Westerschelde gestart.
Maar wel:
Over tien dagen starten Nederland en Belgie hun gesprekken over de Westerschelde.

N.B. Schrap niet krampachtig elke passieve vorm, want dat kan onnatuurlijk klinken

Slide 3 - Slide

Vijf tips formuleren


Vijf tips!
  1. Zet geen lange bijvoeglijke bepaling voor een zelfstandig naamwoord.
  2. Zet het onderwerp en het gezegde zo dicht mogelijk bij elkaar
  3. Zet de andere werkwoorden van het gezegde dicht bij de persoonsvorm.
  4. Zet bijzinnen die een voorwaarde aangeven, bij het zinsdeel waar ze bij horen.
  5. Splits scheidbare werkwoorden niet als dat niet nodig is.

Slide 4 - Slide

Welke zin is beter en waarom?

1. Tim heeft een waakzame en een hele grote hond.

2. Tim heeft een waakzame hond die heel groot is.

Slide 5 - Open question

Nakijken
Gemaakt? 

opdr 1, 2, 3, 4 & 6 - H13
blz 75 werkboek
timer
5:00

Slide 6 - Slide

Welke zin is beter en waarom?
1. Mijn zus gaat binnenkort trouwen, maar ze heeft nog geen trouwjurk gekocht.
2. Mijn zus gaat binnenkort trouwen, hoewel ze nog geen trouwjurk gekocht heeft.

Slide 7 - Open question

Welke zin is beter en waarom?
1. Een patiënt kan wegens gebrek aan medicijnen veel zieker worden.
2. Een patiënt kan veel zieker worden wegens gebrek aan medicijnen.

Slide 8 - Open question

Overzicht Stijlfouten
Herhaling
Zie blz 82 & 83

Contaminatie
Incongruentie
Inversie

Slide 9 - Slide

Contaminatie (herhaling)
Als je twee woorden of uitdrukkingen ten onrechte vermengt, spreek je van een contaminatie.

Deze computer kost duur (kost veel of is duur).
Ik zal dat nachecken (nakijken of checken).
Hij kreeg ongenadeloos op zijn kop. (ongenadig of genadeloos)
Hij neemt in de klas altijd het hoogste woord (heeft het hoogste woord of het woord nemen).
Aan het eind van de partij legde hij het laatste loodje (het loodje leggen of de laatste loodjes wegen het zwaarst).
Je mag verwachten dat ze een voorbeeldfunctie geven (J.P. Balkenende) (een voorbeeld geven of een voorbeeldfunctie hebben).

Slide 10 - Slide

Incongruentie (herhaling)
Onderwerp en persoonsvorm moeten gelijk zijn in getal. Dus als het onderwerp enkelvoudig is, moet de persoonsvorm ook enkelvoudig zijn. En als het onderwerp meervoudig is, moet de persoonsvorm ook meervoudig zijn. Gelijkheid in getal noemen we congruentie.
Ongelijkheid = INcongruentie


Slide 11 - Slide

Incongruentie
Een groot aantal mensen zijn naar de bijeenkomst gekomen. Zijn moet zijn: is (aantal is enkelvoudig).

Een zwerm bijen achtervolgden de jongen. 
Achtervolgden moet zijn: achtervolgde (zwerm is enkelvoudig).

Volgens Van Gaal geeft de media een foute weergave van de gebeurtenissen. 
Goed is: de media geven. (Media is het meervoud van medium.).

Slide 12 - Slide

Inversie (herhaling)
In een normale zin komt de persoonsvorm na het onderwerp. Als je in een zin de volgorde van onderwerp en persoonsvorm omdraait, spreek je van inversie

Je mag inversie alleen gebruiken in vraagzinnen, in zinnen die beginnen met een ander zinsdeel dan het onderwerp of in zinnen die beginnen met een bijzin.

Beginnen we vanmiddag om drie uur?
Vanmiddag beginnen we om drie uur.
Als iedereen er is, beginnen we om drie uur.


Slide 13 - Slide

Inversie
Foute zinnen:

Het regende de hele middag en dus hebben we niets kunnen doen.
Het regende de hele middag en we hebben dus niets kunnen doen.

Op vrijdagmiddag pikken we vaak een terrasje, maar vanmiddag had ik er geen zin in.
Op vrijdagmiddag pikken we vaak een terrasje, maar ik had er vanmiddag geen zin in.




Slide 14 - Slide

Lezen
H13 Bondig Formuleren 
'Kort en bondig'

Verschil? Pleonasme en Tautologie

Slide 15 - Slide

Verschil
Een tautologie treedt op als je twee woorden gebruikt die hetzelfde betekenen. Een voorbeeld is “tevens ook” of “enkel en alleen”. 

Een pleonasme is een uitdrukking waarin een noodzakelijke eigenschap van een hoofdwoord nogmaals wordt benoemd. Een voorbeeld is “groen gras”.

Tautologie: het GEHEEL wordt herhaald (voor eeuwig en altijd)
Pleonasme: een DEEL wordt herhaald (open gat) 

Slide 16 - Slide

Zelfstandig werken
Hw vorige keer  al af? 

Vandaag:
Havo: Maak opdracht 7, 8, 9 + 1, 2 in werkboek
Vwo: 7 t/m 12.
blz 79 werkboek

Je mag zelfstandig beginnen. 
Met een groepje leerlingen doen we de eerste opdracht samen.

Af? Ga verder met het werk van volgende les (zie studewijzer!)

timer
20:00

Slide 17 - Slide

Afsluiting
Wat heb je geleerd?
Waar moet je je nog op focussen?
Wat wil je nog leren?

Slide 18 - Slide

Formuleren les 8 - H13

Slide 19 - Slide