Grammatica het bezittelijk voornaamwoord

1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Luisterboek
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Huiswerk check
Schrijf het overzicht van persoonlijke voornaamwoorden op blz 172 over in je schrift. Opdracht 9 blz 173 af in je schrift.


Slide 3 - Slide

Herhaling vorige les
Het persoonlijk voornaamwoord

Slide 4 - Slide

Persoonlijke voornaamwoorden
Verwijzen naar een persoon, een groep personen, voorwerpen of zaken.
het = ook pers.vnw (alleen als het een apart zinsdeel is)

Slide 5 - Slide

Schrijf alle pers.vnw op uit deze zin:
Zij stuurt vanmiddag de verslagen

Slide 6 - Open question

Schrijf alle pers.vnw op uit deze zin:
Kiest hij jou of mij?

Slide 7 - Open question

Schrijf alle pers.vnw op uit deze zin:
Het is opgeknapt!

Slide 8 - Open question

Vandaag: Het bezittelijk voornaamwoord
Bezittelijke voornaamwoorden geven een bezit aan. 

Ze kunnen bijvoeglijk gebruikt worden.

Voorbeeld:
Mijn telefoon is zoek

Slide 9 - Slide

Vandaag: Het bezittelijk voornaamwoord
Ze kunnen ook zelfstandig in de zin voorkomen. Er staat dan een lidwoord voor.

Voorbeeld:
Mag ik de jouwe gebruiken?

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Morgen af
Schrijf het overzicht bezittelijke voornaamwoorden op blz 174 over in je schrift.

Maak opdracht 12 en 13 op blz 174.

Slide 12 - Slide

Afsluiting Grammatica
Wat hebben we geleerd?

Slide 13 - Slide

Afsluiting Grammatica
Wat hebben we geleerd?
- Meewerkend voorwerp

Slide 14 - Slide

Afsluiting Grammatica
Wat hebben we geleerd?
- Meewerkend voorwerp
- Persoonlijk voornaamwoord
- Bezittelijk voornaamwoord

Slide 15 - Slide

Afsluiting Grammatica
Je kent nu de volgende woordsoorten:
WW - ZNW - LW - BNW - VZ - PERS.VNW - BEZ.VNW

Slide 16 - Slide

Hoe goed heb je de grammatica van dit blok begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Poll