Engels vooraf thema 2 hoofdstuk 2

• Engels
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Thema 2 hoofdstuk 2

Wat ga je leren?

• Je oefent de woorden van hoofdstuk 1
  
• Je leert luisteren naar een tekst en vragen te beantwoorden
  
• Je leert het verschil tussen then en than
• Je oefent in het maken van Engelse zinnen

Opdracht 1 blz 61

• Deze opdracht maak je samen met je docent en de klas.
• Je oefent bij deze oefening de Engelse woordjes en vertaalt ze naar het Nederlands

Opdracht 2 blz 2

• Deze opdracht maak je samen met je docent en de klas.
• Bij deze oefening vertaal je de Nederlandse woordjes in het Engels

Opdracht 3 blz 62

• Lees de vragen bij opdracht 3
• Luister en kijk naar het meisje
• Beantwoord de vragen bij deze opdracht

Then en Than

• Then : als je tijd bedoelt (dan of toen)                      Then it is on the couch
• Than: als je vergelijkt                                          Dad is older than mum

I am younger ........... my brother

1. then
2. than

Look in the hall ........

1. then
2. than

Alex is funnier ....... George

1. then
2. than

Opdracht 4 blz 63

• Deze opdracht maak je zelfstandig
  
• Je krijgt twee minuten tijd
• Als iedereen klaar is controleer je samen met de docent de antwoorden

Opdracht 5 blz 63

• Je maakt deze opdracht niet in je boek maar online.
  
• Vertaal de woorden tussen haakjes in het Engels
  
• Weet je het antwoord niet, zoek dan het antwoord op in je werkboek

This is (mijn huis)

It is (in je bed)

1. in your bed
2. in the hall

Look! (nu) I am (boven)

1. Look! Now i am upstairs
2. Look! this I am shower

(hier zijn) the bedrooms

This is (de badkamer natuurlijk)

1. This is the living room now
2. This is the bathroom of course

Opdracht 6 blz 64

• Deze opdracht maak je zelfstandig
• Lees de opdracht goed
• Zet de Engelse woorden op de goede plek in de puzzel

Wat heb je geoefend?

• Je hebt de woorden van hoofdstuk 1 geoefend
• Je hebt geoefend met luisteren naar een verhaal en je hebt de vragen beantwoord.
• Je weet wanneer je then of than gebruikt