2basis 2.8 spelling

Welkom                  2.8 Spelling
Spelling van pv in de verleden tijd 

                                                               

 



Leg je spullen klaar en start met lezen.
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom                  2.8 Spelling
Spelling van pv in de verleden tijd 

                                                               

 



Leg je spullen klaar en start met lezen.

Slide 1 - Slide

2.8 Verleden tijd (226)

Slide 2 - Slide

2.8 Aan de slag
        Maak opdracht 1 

timer
11:00

Slide 3 - Slide

2.8 Persoonsvorm in de verleden tijd

Slide 4 - Slide

2.8 opdrachten
Opdracht 3-4-5- 6a




timer
1:00
Wie wil mijn hulp?

Slide 5 - Slide

2.8 opdrachten
Opdracht 6a




timer
1:00

Slide 6 - Slide

2.8 Meervoud op -ie, -ee (160)
leertekst op blz. 160
of digitale lesstof  2.8 
-iën
-ieën
-eën

Slide 7 - Slide

porien
olien 
bacterien
kolonien
provincien
therapieen
calorieen
industrieen
feeen
sleeen
ideeen
2.8 Noteer onderstaande rijtjes apart en zet het trema op de juiste letter.

Slide 8 - Slide

poriën
oliën 
bacteriën
koloniën
provinciën
therapieën
calorieën
industrieën
feeën
sleeën
ideeën
Antwoorden

Slide 9 - Slide

2.8 opdrachten
Opdracht 7 samen 

Opdracht 8 en 10   
Test Jezelf 


timer
1:00

Slide 10 - Slide

NUMO Leerplan ww-spelling

Slide 11 - Slide

Welk werkwoord is NIET zwak?
A
botsen
B
vliegen
C
varen
D
staren

Slide 12 - Quiz

v.t. van 'fietsen'
=
A
fietsen
B
fiettsen
C
fietsten
D
fietsden

Slide 13 - Quiz

v.t. van 'kopen'
=
A
kochten
B
koopten
C
koopden
D
kopten

Slide 14 - Quiz

Hoe spel je de pv in de verleden tijd?

Vorige week (hoesten)de patiënten minder.
A
hoesdt
B
hoest
C
hoestten
D
hoestte

Slide 15 - Quiz

Hoe spel je de pv in de verleden tijd? :
Jaap en ik (mogen) meedoen aan de quiz.
A
mocht
B
mochtten
C
mochten
D
mogten

Slide 16 - Quiz

Hoe spel je de pv in de verleden tijd? :
Het leukste meisje (worden)niet meteen gekozen.
A
werd
B
werdt
C
wordt
D
word

Slide 17 - Quiz

Hoe spel je de pv in de verleden tijd? :
Dit zeldzame vogeltje (vliegen) langs mijn raam.
A
vliegde
B
vlogen
C
vliegt
D
vloog

Slide 18 - Quiz

Hoe spel je de pv in de verleden tijd? :
Deze dieren (zijn) veel mooier dan de panda's.
A
is
B
waren
C
was
D
was geweest

Slide 19 - Quiz

Zet in het werkwoord in de vt:
Joost (duwt) Kristien.

Slide 20 - Open question

Zet de pv in de vt:
Mijn ouders (wekken) mij in de ochtend.

Slide 21 - Open question

Zet de pv in de vt:
Vroeger (blaffen) Storm en Jackie harder.

Slide 22 - Open question

Hoe spel je de pv in de verleden tijd? :
Er (gebeuren) iets onverwachts.
A
gebeurt
B
gebeurdt
C
gebeurde
D
gebeurden

Slide 23 - Quiz

2.8 opdrachten
Opdracht 4 klassikaal
Opdracht 5-6-7 zelfstandig

2.8 lassikaal: opdracht 10 
We sluiten af met een dicteetje!
5 zinnen !
timer
1:00

Slide 24 - Slide

2.8  Instappen
Maak opdracht 1 en 2 
timer
1:00

Slide 25 - Slide