What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
2.8 a Spelling *
Welkom
Ga rustig zitten.
Telefoon ligt in je kluisje.
Pak je werkboek + laptop
en
zet je tas op de grond.
1 / 18
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
This lesson contains
18 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
45 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welkom
Ga rustig zitten.
Telefoon ligt in je kluisje.
Pak je werkboek + laptop
en
zet je tas op de grond.
Slide 1 - Slide
lesopbouw
wat weet je?
doel
uitleg
opdracht
zelfstandig werken
afsluiting
Slide 2 - Slide
Wat weet je al?
denken -delen - uitwisselen
persoonsvorm in de tegenwoordige tijd:
Welke drie vormen zijn er?
Welke regels horen hierbij?
Waar moet je op letten bij 'jij' in de zin?
Slide 3 - Slide
Wat weet je al?
denken -delen - uitwisselen
persoonsvorm in de verleden tijd:
Denk goed na wat je hiervan weet.
Slide 4 - Slide
Doel
Aan het eind van de les kan je
de persoonsvorm correct in de
verleden tijd
zetten.
Slide 5 - Slide
sterke werkwoorden v.t.
Sterke werkwoorden:
veranderen van klank in de verleden tijd.
schrijf de verleden tijd zoals je hem hoort.
Slide 6 - Slide
voorbeeld
sterk werkwoord
Slide 7 - Mind map
zwakke werkwoorden v.t.
zwakke werkwoorden:
krijgen in de verleden tijd erachter:
-te(n)
-de(n)
Gebruik hierbij
't kofschip x
.
Slide 8 - Slide
voorbeeld
zwak werkwoord
Slide 9 - Mind map
verleden tijd - 't kofschip x
Zwak werkwoord
Wat is de stam en wat is hiervan de laatste letter?
Zit deze letter in
't kofschip x
?
Ja --> er komt
-te(n
) achter de ik-vorm (koken)
Nee --> er komt
-de(n)
achter de ik-vorm (tekenen)
Controleer of het werkwoord in het meervoud moet.
Slide 10 - Slide
zwakke werkwoorden v.t.
Ik-vorm eindigt op -d of -t:
-te(n) of -de(n)
erachter.
heet --> heette(n)
brand --> brandde(n)
Slide 11 - Slide
Hij (lopen, vt) de verkeerde kant op.
Slide 12 - Open question
Wij (lachen, vt) om haar grapje.
Slide 13 - Open question
Ik (duwen, vt) haar opzij.
Slide 14 - Open question
Hij (antwoorden, vt) via een appje.
Slide 15 - Open question
zelfstandig werken
werkboek Talent
hoofdstuk 2.8 spelling, blz. 158
opdracht 4 t/m 7
Slide 16 - Slide
afsluiting
werkwoorden verleden tijd
exit ticket (naam opschrijven)
Schrijf de antwoorden op en lever ze in.
De politie (vermoeden) dat er sprake is van een misdrijf.
De kinderen (maken) een tekening voor hun oma.
Gisteren (gaan) ik naar de kermis.
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
More lessons like this
Proefles o.v.t. zwakke en sterke werkwoorden, 1F
April 2018
- Lesson with
27 slides
by
SCORE Nederlands vo/mbo
Nederlands
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 1
SCORE Nederlands vo/mbo
Spelling tegenwoordige tijd en verleden tijd - basisregels en stappen
October 2023
- Lesson with
42 slides
Nederlands
Primary Education
Age 7
Herhalingsles verleden tijd werkwoorden
February 2023
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
groep 7 werkwoordcito oefenen
March 2023
- Lesson with
35 slides
nederlands
Primary Education
2.8 a Spelling
March 2022
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k, t
Leerjaar 2
groep 8 werkwoord spelling cito
28 days ago
- Lesson with
44 slides
nederlands
Primary Education
groep 8 werkwoord spelling cito
6 days ago
- Lesson with
44 slides
nederlands
Primary Education
werkwoorden vervoegen
March 2023
- Lesson with
34 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3