Oefenen met redoxreacties

Oefenen met redoxreacties
1 / 26
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Oefenen met redoxreacties

Slide 1 - Slide

Vul in:

Bij een redoxreactie worden ........ overgedragen.
A
H⁺-ionen en e⁻
B
H⁺-ionen
C
e⁻
D
andere deeltjes dan H⁺-ionen en e⁻

Slide 2 - Quiz

Maak de volgende zin af:

Een oxidator is een deeltje dat ........
A
H⁺-ionen opneemt
B
H⁺-ionen afstaat
C
e⁻ afstaat
D
e⁻ opneemt

Slide 3 - Quiz

Maak de volgende zin af:

In een redoxreactie gaan de e- van de .......
A
oxidator naar de reductor
B
oxidator naar de emulgator
C
emulgator naar de reductor
D
reductor naar de oxidator

Slide 4 - Quiz

Bekijk de volgende reactie: 4 K + O₂ → 2 K₂O?

Wat is de reductor en wat de oxidator?
A
red.: K ox.: O₂
B
red.: O₂ ox.: K₂O
C
red.: K₂O ox.: K
D
red.: O₂ ox.: K

Slide 5 - Quiz

Bekijk deze reactie: 4 K + O₂ → 2 K₂O?

Hoeveel e⁻ worden er in totaal overgedragen?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 6 - Quiz

Bekijk deze reactie: 6 H⁺ + 2 Cr → 3 H₂ + 2 Cr³⁺

Wat is de reductor en wat de oxidator?
A
red.: Cr³⁺ ox.: H₂
B
red.: Cr ox.: H⁺
C
red.: Cr ox.: H₂
D
red.: Cr³⁺ ox.: H⁺

Slide 7 - Quiz

Bekijk deze reactie: 6 H⁺ + 2 Cr → 3 H₂ + 2 Cr³⁺

Hoeveel e⁻ worden er in totaal overgedragen?
A
2
B
3
C
4
D
6

Slide 8 - Quiz

2 Na + 2 H₂O → 2 Na⁺ + H₂ + 2 OH⁻

Dit is een .....
A
redoxreactie
B
zuur-basereactie
C
hydrolysereactie
D
condensatiereactie

Slide 9 - Quiz

MgO + 2 H⁺ → Mg²⁺ + H₂O

Dit is een .....
A
redoxreactie
B
zuur-basereactie
C
hydrolysereactie
D
condensatiereactie

Slide 10 - Quiz

Maak de volgende zin af:

Alle metalen zijn ......
A
zuur
B
oxidator
C
base
D
reductor

Slide 11 - Quiz

Deze halfreactie is niet compleet: Ca → Ca²⁺

Hoeveel e⁻ moeten er aan welke kant staan?
A
2 e- links
B
2 e- rechts
C
1 e- links
D
1 e- rechts

Slide 12 - Quiz

Maak de volgende zin af:

Als de e⁻ rechts van de pijl staan is het de halfreactie van ......
A
het zuur
B
de oxidator
C
de reductor
D
de base

Slide 13 - Quiz

Deze halfreactie is niet compleet: F₂ → 2 F⁻

Hoeveel e⁻ moeten er aan welke kant staan?
A
2 e- links
B
2 e- rechts
C
1 e- links
D
1 e- rechts

Slide 14 - Quiz

Maak de volgende zin af:

Als de e⁻ links van de pijl staan is het de halfreactie van ......
A
het zuur
B
de oxidator
C
de reductor
D
de base

Slide 15 - Quiz

Deze halfreactie is niet compleet: Sn⁴⁺ → Sn²⁺

Hoeveel e⁻ moeten er aan welke kant staan?
A
1 e- links
B
2 e- rechts
C
2 e- links
D
1 e- rechts

Slide 16 - Quiz

Deze halfreactie is niet compleet.
Hoeveel e⁻ moeten er aan welke kant staan?
Zn(s)+2OHZnO(s)+H2O
A
1 e- links
B
1 e- rechts
C
2 e- links
D
2 e- rechts

Slide 17 - Quiz

Deze halfreactie is niet compleet.
Hoeveel e⁻ moeten er aan welke kant staan?
IO3+3 H2OH5IO6+H+
A
1 e- links
B
2 e- rechts
C
2 e- links
D
4 e- rechts

Slide 18 - Quiz

Wat is de juiste halfreactie voor de omzetting van zuurstof in zuur milieu?
A
O2+4e2O2
B
O2+2H2O+2e4OH
C
O2+4H++4e2H2O
D
O2+H2OO3+2H++2e

Slide 19 - Quiz

Men brengt een stukje calcium in een oplossing van kaliumchloride.

Wat is de halfreactie van de reductor?
A
2 Cl⁻ -> Cl₂ + 2 e⁻
B
Ca -> Ca²⁺ + 2 e⁻
C
K -> K⁺ + e⁻
D
Ca²⁺ + 2 e⁻ -> Ca

Slide 20 - Quiz

Men brengt een stukje calcium in een oplossing van kaliumchloride.

Wat is de halfreactie van de oxidator?
A
Cl₂ + 2e- -> 2 Cl⁻
B
Ca-> Ca²⁺ + 2 e⁻
C
2 H₂O + 2 e- -> H₂ + 2OH⁻
D
Ca²⁺ + 2 e⁻ -> Ca

Slide 21 - Quiz

Wat is de halfreactie als ijzerpoeder reageert in een redoxreactie? Gebruik eventueel Binas 48.
A
Fe -> Fe2+ + 2 e-
B
Fe2+ + 2e- -> Fe
C
Fe3+ + e- -> Fe2+
D
Fe2+ -> Fe3+ + e-

Slide 22 - Quiz

Maak de volgende zin af:

In een batterij verplaatsen e⁻ zich .....
A
door de zoutbrug
B
door de draad
C
door de oplossing
D
door een membraan

Slide 23 - Quiz

Maak de volgende zin af:

In een batterij die spanning levert reageert de reductor aan de .....
A
zoutbrug
B
+ pool
C
voltmeter
D
- pool

Slide 24 - Quiz

Welke van de onderstaande halfreacties zou in een batterij aan de - pool kunnen verlopen?
A
O2+4e2O2
B
O2+2H2O+4e4OH
C
O2+4H++4e2H2O
D
O2+H2OO3+2H++2e

Slide 25 - Quiz

Well done!

Slide 26 - Slide