regelmatige werkwoorden

le mardi 14 septembre 2021
1 / 19
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

le mardi 14 septembre 2021

Slide 1 - Slide

français en classe
En France on parle.....
En Angleterre.....
En Allemagne....
en Italie....
En Espagne....
En Belgique...
Aux États-Unis......

Slide 2 - Slide

exercice 25 - page 23
Vous pouvez vous présenter?
Qu'est-ce que vous aimez le plus dans votre travail?
wat                       u vindt leuk het meest in uw werk?
Vous voyagez beaucoup pour votre travail?

Slide 3 - Slide

Er zijn 3 groepen regelmatige werkwoorden in het Frans:


- Regelmatige werkwoorden die eindigen op -er
- Regelmatige werkwoorden die eindigen op -ir
- Regelmatige werkwoorden die eindigen op -re

Slide 4 - Slide

Regelmatige ww -er in présent
Combineer (sleep) op de volgende dia de persoonlijke voornaamwoorden met de juiste uitgangen.

Slide 5 - Slide

Je/J'
Nous
Il/elle/on
Vous
Ils/elles
Tu
stam + es
stam + ent
stam + e
stam + ez
stam + e
stam + ons

Slide 6 - Drag question

Regelmatige ww -ir in présent
Combineer (sleep) op de volgende dia de persoonlijke voornaamwoorden met de juiste uitgangen.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Vous
Il/elle/on
Tu
Nous
Ils/elles
Je/J'
stam + is
stam + issent
stam + it
stam + issons
stam + is
stam +issez

Slide 9 - Drag question

Regelmatige ww -re in présent
Combineer (sleep) op de volgende dia de persoonlijke voornaamwoorden met de juiste uitgangen.

Slide 10 - Slide

Ils/elles
Je/J'
Vous
Tu
Nous
Il/elle/on
stam + ons
stam + s
stam + /
stam + ent
stam + ez
stam + s

Slide 11 - Drag question

wij kiezen
A
nous choisissons
B
nous choissons
C
nous choisissez

Slide 12 - Quiz

zij bloost (blozen = rougir)
A
elle rouge
B
elle rougit
C
elle rougisse

Slide 13 - Quiz

ik wacht (wachten - attendre)
A
je attends
B
j'attend
C
je attend
D
j'attends

Slide 14 - Quiz

wij verkopen (verkopen = vendre)
A
nous venndissons
B
nous vendrons
C
nous vendions
D
nous vendons

Slide 15 - Quiz

wij eindigen (finir)

Slide 16 - Open question

Zij vragen (demander)

Slide 17 - Open question

hij verkoopt (vendre)

Slide 18 - Open question

Au boulot
faire                                    exercice 3a (page 41)
apprendre                       voca AB + sources CD + avoir/être 

Slide 19 - Slide