werkwoorden -ir

Les verbes en -IR (réguliers)
1 / 16
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Les verbes en -IR (réguliers)

Slide 1 - Slide

Regelmatige w.w. 3 groepen
   1. w.w. eindigen op - er (parler/ écouter/ danser)
2. w.w. eindigen op - ir (finir/ choisir/ réussir)
3. w.w. eindigen op - re (vendre/ attendre)

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Hoe maak je de stam van een werkwoord op -ir?

Slide 4 - Open question

Elle (finir - présent)
A
finis
B
finir
C
finit
D
fins

Slide 5 - Quiz

finir
Maintenant on ... l'exercice.
A
finir
B
finis
C
finit
D
finissons

Slide 6 - Quiz

Choisir: Nous ...
A
Choissons
B
Choisit
C
Choisissons
D
Choissirons

Slide 7 - Quiz

Rougir: Ils ...
A
rougit
B
rougissont
C
rougissez
D
rougissent

Slide 8 - Quiz

Réussir : Je ...
A
réussit
B
réussis
C
réus
D
réusse

Slide 9 - Quiz

Vous................ votre travail
A
finez
B
finiez
C
finisez
D
finissez

Slide 10 - Quiz

Het werkwoord finir in de tegenwoordige tijd. Combineer de juiste vormen.
Je
Tu
Il/Elle/On
Nous

Vous
Ils/Elles
Tekst
finis
finissent
finit
finissez
finissons
finis

Slide 11 - Drag question

Slide 12 - Slide

Werkwoorden op -ir in de p.c.
                                       Stappenplan
1. Kies juiste vorm van hulp w.w. avoir
2. Het volt deelw. : finir          haal "ir" eraf        fin        + i
   Bijv. Nous avons fini

Slide 13 - Slide

vormen van finir

Slide 14 - Mind map

Au boulot! ;-)

Slide 15 - Slide

Na deze les ken ik de uitgangen van werkwoorden op "ir"
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll