Toetsbespreking V6 ges T1 2021-2022

Toetsbespreking T1
In deze presentatie staan voorbeelden van (mogelijke) goede antwoorden gegeven door klasgenoten.
1 / 22
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 22 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Toetsbespreking T1
In deze presentatie staan voorbeelden van (mogelijke) goede antwoorden gegeven door klasgenoten.

Slide 1 - Slide

toelichting op het nakijken
een V betekent dat er iets ontbreekt

ja en..., want...., dus.., er is geen afdoende toelichting gegeven

een punt met een golfje erachter wil zeggen dat het een twijfel antwoord is dat op het examen fout gerekend zal worden

Alleen de punten in een kringetje voor de opgave moet je optellen!

Slide 2 - Slide

vraag 1          max. 2p
1.  opkomst rationalisme TV 6 II
2. twee pauzen TV 4
3.  net opgerichte EIC  TV 6 I
4.  Egyptenaren graanschuren TV 1
5.  Lodewijk XVI / revolutie TV7
6.  leenheer TV 3
4 – 6 – 2 – 3 – 1 – 5 

Slide 3 - Slide

VRAAG 2        max.  4p
- Deze bron past bij het denken over politiek en burgerschap, omdat er in de bron te lezen is: 'Het is namelijk bekend dat er in de wereld drie vormen van regering zijn, autocratie, oligarchie en democratie: ...' In deze zin wordt er in gegaan op de bestuursvormen en wordt er nagedacht over de juiste manier om een polis/stadstaat te besturen. Er worden kenmerken van verschillende vormen uitgelegd, waaruit geconcludeerd wordt dat 'in de democratie de wetten de persoon van burger en de grondwet van de staat beschermen.' Dat is denken over politiek.

- Deze regeling moest de democratie beschermen, omdat als er een daad was die het bestuur deed, waardoor de burgers werden onderdrukt of het de democratie tegensprak, kon een burger dat melden en dan kon er worden ingegrepen, zoals in de bron ook gebeurde in de rechtbank met een bestuurder. Zo werd de democratie gewaarborgd.
Maar het ondermijnde ook tegelijkertijd de democratie, omdat als een burger het niet eens was met een daad van het bestuur, kon diegene ook een aanklacht indienen, waardoor het niet democratisch werd, omdat de bestuurder dan werd berecht, terwijl de keuze misschien wel democratisch was, die persoon was het alleen niet eens.

Slide 4 - Slide

vraag 3 deel 1        max 2 p
Hier bij past de KA: De ontwikkeling in het wetenschappelijk denken en het denken over burgerschap en politiek in de Griekse stadstaat. In deze tijd was namelijk de discussie opgang over welke regeringsvorm de beste is

Slide 5 - Slide

vraag 3 deel 2    max 2 p
De tegenstanders van de democratie had als argument kunnen gebruiken dat de mensen die mogen stemmen niet per sé een goede keuze maken, maar vaak uit angs (Plutarchus haalde angst aan voor terrani) keuzes maken.

Slide 6 - Slide

vraag 4  deel 1     max 2 p
- In de vroege middeleeuwen had je het economisch stelstel genaamd het hofstelstel. Dit hield in dat horige een stuk land pachten van een heer (of klooster in dit geval) en als terugbetaling een deel van opbrengsten teruggeeft. In de tekst lees je hoe horige Hugh Miller zich netjes aan de regels houdt en al zijn opbrengsten deelt met het klooster

Slide 7 - Slide

vraag 4 deel 2     max 2p
- In de vroege middeleeuwen speelde het christendom ook een grote invloed. Zo zie je ook in de bron dat Hugh Miller 1 week vrij is met Kerstmis, 1 week met Pasen en 1 week met Pinksteren. Dat zijn christelijk feestdagen.

Slide 8 - Slide

vraag 5          max 2 p!
1. deze bewering is juist, in een stad met stadsrechten hebben de poorters erg veel vrijheid, in de bron is te zien dat gildeleden wapens moeten bezitten om de stad te verdedigen, in ruil voor de stadsrechten moesten de burgers de leenheer helpen op militair gebied.

Er was sprake van een monotaire economie in Atrecht, doordat er in de bron gesproken wordt over 'Soldi's' en dat je deze als boete moet betalen als er een regel wordt overtreden. Dat dit ruil-/geldmiddel er is, is een teken van een monotaire economie in Atrecht.

Slide 9 - Slide

Vraag 6      max 2p!
de spanningen binnen de Vlaamse steden hield in dat patriciers een kleine rijke bovenlaag waren gevormd in de stad, die alle bestuurlijke functies hadden en belastingen oplegden voor het gemeen, die niks te zeggen had over het bestuur en hoge belastingen moest betalen terwijl zij ook nog slechte werkomstandigheden hadden. Hier waren zij tegen en zo ontstonden spanningen in Vlaamse steden.
Daarnaast waren er spanningen tussen de graaf van Vlaanderen en de Franse koning, omdat de Franse koning het hele gebied onder zijn gezag wilde plaatsen en dus centraler wilde regeren. De graaf wilde dit echter voorkomen, waardoor hiertussen spanningen ontstonden.
doordat beide partijen elkaar kozen als bondgenoten, de koning + patriciers tegen de graaf + het gemeen, kwamen de spanningen samen en onstond het in de Guldensporenslag. Uiteindelijk won het gemeen, waardoor men ineens meer respect had voor hen en de positie van de patriciers daarmee verzwakte.

Slide 10 - Slide

vraag 7       max 2p
De beslissing van Maria van Bourgondië in deze bron is zowel een continuering van de centralisatiepolitiek van haar vader omdat ze zegt dat ze weet dat belangrijke functies nog steeds nederig aan haar gezag zich onderwerpen ('Wij laten weten dat onze burgemeesters, schepenen/ hoofdmannen van de burgerij,dekens van de ambachten, zich in de naam van de hele stad Brugge nederig aanons gezag hebben onderworpen.) , oftewel: de stad Brugge wordt nog steeds in een centraal punt door haar bestuurt via centralisatie. 

Maar het is ook een bijdrage aan het particularisme van steden omdat je in de bron ziet dat Brugge stadsrechten krijgt (Daarom hebben ze ons gevraagd de stad in haar rechtente bevestigen en haar nog meer voorrechten te schenken met het oog op de bloei, deluister en de welvaart van de stad Brugge.), hiermee kon de stad meer aan particularisme doen omdat het onafhankelijker word en omdat het meer in het eigen voordeel kan handelen.

Slide 11 - Slide

vraag 8   Max 3p
1. KA: het veranderende mens- en wereldbeeld van de Renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling. 'Italië gold als epicentrum voor kunst en wetenschap.' Dat verwijst naar de kunst ten tijde van de Renaissance, die zich meer ging focussen op de mens en de mooie kanten van het leven, en de nieuwe wetenschappelijke belangstelling die toen opkwam.

2. KA: de protestantse Reformatie die splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had. In het smeekschrift werd gevraagd om het stoppen van protestanten vervolging, het protestantisme kwam op door de protestantse Reformatie. Waardoor de christelijke kerk nu verdeeld was in katholieken en protestanten.

3. KA: het conflict in de Nederlanden dat resulteerde in de stichting van een Nederlandse staat. Er staat dat Filips II zonder zijn moeder wilde strijden tegen de opstandelingen, de opstand tegen Filips II is het conflict waar het in het KA over gaat.

Slide 12 - Slide

vraag 9            max 1p
In de bron zie je een man die symbool staat voor Spanje iets stelen van de vrouw die staat voor Nederland. Hiermee worden de hoge belastingen gesymboliseerd die Nederlanden moesten betalen aan Spanje zonder dat ze er iets voor terug kregen.

In de titel staat bedreiging voor Nederlanden en er staat een priester afgebeeld. Dit symboliseert de religieuze oorzaak van de opstand. Men stond namelijk ook op tegen de kettervervolgingen van Fillips II. De priester van het katholieke geloof wordt volgens de prent gezien als een bedreiging voor de Nederlanden.

Een politieke oorzaak van de opstand was de centralisatiepolitiek van Filips II. de NEderlanden hadden zelf niks te zeggen over het bestuur. Dit zie je in de bron aan de man die SPanje voor moet stellen en de titel die dan zegt 'bedreiging voor nederlanden.' SPanje werd dus gezien als bedreignig voor nederlanden.

Slide 13 - Slide

vraag 10     max 2p
1. alteratie van Amsterdam 1578
2. Brugge koopmansbeurs ca 1300
3. rampjaar 1672
4. val van Antwerpen 1585
5. oprichting VOC 1602
6. keerploeg groei landbouwopbrengsten ca 1050
6,2,1,4,5,3

Slide 14 - Slide

vraag 11    max 2p
Het aanleggen van een uitgebreid openbaar vervoersnetwerk is een vorm van bonnum commune omdat inwoners zelf voor het algemeen belang van het volk zorgen. bonum commune is het algemeen belang van het volk. Dit werd eerst altijd geregeld door de kerk. Nu zorgen inwoners daar zelf meer voor. Het aanleggen van dit vervoersnetwerk is namelijk gunstig voor het algemeen belang. Iedereen kon er gebruik van maken

- ook is dit vervoersnetwerk handig voor het eigen belang van de regenten. Zij kunnen dit netwerk veel gebruiken om gemakkelijker te handelen. Regenten leefden namelijk van de handel en dit vergemakkelijkte te handel.

Slide 15 - Slide

vraag 13    deel 1      max 1p
- Tijdens de klassieke oudheid verwezen ze naar 'bovennatuurlijke eigenschappen' om onbekende oorzaken van bepaalde dingen te verklaren. Newton beschouwt het daarentegen niet als bovennatuurlijk. Maar als algemene natuurwetten. 'Deze beginselen beschouw ik niet als occulte eigenschappen, ...., maar als algemene natuurwetten waardoor de dingen zelf worden gevormd.'

Slide 16 - Slide

vraag 13 deel 2   max 1p
- 'lijkt het mij waarschijnlijk dat God in het begin de materie vormde in vaste, massieve, harde, ondoordringbare, beweegbare deeltjes.' Newton gaat er van uit dat God een rol speelt in de wetenschap, in de middeleeuwen deden ze dit ook, toen verklaarden ze alles aan de hand van de bijbel.

Slide 17 - Slide

vraag 13 deel 3   max 1p
- Tijdens de Renaissance keken ze terug op wetenschappelijke geschriften uit de klassieke oudheid en haalden ze daar inspiratie uit, Newton maakt zelf volledig nieuwe wetenschappelijke ontdekkingen, zoals de zwaartekrachtstheorie. 'zoals de oorzaken van zwaartekracht en van magnetische en elektrische aantrekkingen'

Slide 18 - Slide

vraag 13 deel 4    max 1p
- Zowel bij de wetenschappelijke revolutie als bij het wetenschappelijke denken van Newton maakte men gebruik van empirisme. Zo kwam ook zijn zwaartekrachtstheorie kwam voort uit een empirische waarneming. 'zoals de oorzaken van zwaartekracht'

Slide 19 - Slide

vraag 13          max 2p
- De Verenigde Staten was gebaseerd op verlichte principes. De grondwetten werden gemaakt met het idee dat iedereen natuurrechten heeft, een verlicht idee. dingen als vrijheid van bezit. dit is de basis van de Amerikaanse grondwetten. Het is dus gebaseerd op verlichte principes.

- De verlichte principes zijn niet volledig doorgevoerd, want bijvoorbeeld stemrecht gelde alleen voor witte mannen. Vrouwen, zwarte mensen, indianen hadden er geen recht op, dus de natuurwetten werden alleen geldig voor een specifieke groep mensen, in plaats van iedereen. dat is namelijk wel het verlichte idee.

Slide 20 - Slide

vraag 14   deel 1              max 1p
dit sluit aan bij de ideeen van de confessionalisten, omdat zij in hun idealen hebben staan dat de vrouw voor de kinderen en het huishouden zorgt, en dat de man de broodwinner is. het valt daarom binnen hun ideeen dat een vrouw zodra ze gaat trouwen stopt met werken, ze moet immers voor haar man en toekomstige kinderen zorgen.

Slide 21 - Slide

vraag 14   deel 2              max 1p
het eervol ontstlag past integendeel helemaal niet bij de idealen van de fenministen, zij wouden juist gelijkheid tussen man en vrouw. en waarom zou een vrouw dan ontslagen worden als ze gaat trouwen, volgens hen zou een vrouw gewoon door kunnen werken net als haar man.

Slide 22 - Slide