Toetsbespreking V4 T2 2023-2024

Toetsbespreking T2
In deze presentatie staan voorbeelden van (mogelijke) goede antwoorden gegeven door klasgenoten.
1 / 10
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5,6

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Toetsbespreking T2
In deze presentatie staan voorbeelden van (mogelijke) goede antwoorden gegeven door klasgenoten.

Slide 1 - Slide

toelichting op het nakijken
een V betekent dat er iets ontbreekt

ja en..., want...., dus.., er is geen afdoende toelichting gegeven (zie soms commentaar docent)

een punt met een golfje ervoor wil zeggen dat het een twijfel antwoord is dat op het examen fout gerekend zal worden

Alleen de punten voor de opgave moet je optellen!

Slide 2 - Slide

vraag 1          max. 2p
1. stadsrechten Utrecht TV 4-I
2. Atheense volksvergadering TV 2-I
3. stad in Mesopotamië TV 1
4. Romeinse keizer TV 2-II
5. honderdjarige oorlog TV 4-II
6. islam veroverden TV 3
3-2-4-6-1-5

Slide 3 - Slide

VRAAG 2        max. 2p
Het Stonehenge is een product van de boeren.
het staat namelijk op een vaste plek en het kon hierdoor niet van de jagers-verzamelaars zijn omdat hun alleen maar rondtrekken en geen vaste plek hebben omdat ze moeten jagen. de boeren hadden een vaste plek en hierdoor de tijd om het Stonehenge te maken.
ook waren de boeren verder ontwikkeld dan de jagers en hadden hierdoor de kennis en de bouwmaterialen om dit te maken.

Slide 4 - Slide

vraag 3                    max 2p
Juist, de griekse stadstaten vormde de geboorteplaats van de westerse beschaving omdat daar elementen waren die we hedendaags ook gebruiken zoals de democratie, wat afkomstig was vanuit de griekse stadstaten.

Slide 5 - Slide

vraag 4             max 2p
door de pax romana- tijdelijke tijd van rust en vrede- was he mogelijk om veilig te handelen omdat er weinig plunderingen waren. hierdoor was wereldwijde handel mogelijk. dit zorgde voor tijdelijke groei economie. 

Slide 6 - Slide

vraag 5          max 2p
De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-urbane cultuur door een zelfvoorzienende agrarische cultuur, georganiseerd via hofstelsel en horigheid.
In de bron zie je een voorbeeld van een zelfvoorzienend stuk. Op de vroonhoeve woonde een heer, hij was de baas/leider over dit alles. Op de rest van de landen woonden drie groepen: de vrije boeren, zij moesten wel militaire hulp bieden aan de heer als dat nodig was, verder waren ze vrij. Niet veel mensen waren dit, want je moest je eigen wapenuitrusting hebben en dat was niet goedkoop.
Dan had je de horigen, de grootste goep, zij waren wel een soort van vrij, want ze waren de baas over zichzelf, maar ze moesten wel een deel van hun oogst inleveren.
De laatste groep waren de lijfeigenen, deze kan je vergelijken met slaven, ze waren niet de baas over zichzelf en niet over hun spullen.

Slide 7 - Slide

Vraag 6              max 3p
Als eerste werd er een nieuwe manier van landbouw gebruikt, namelijk het drieslagstelsel. Hiermee bleef er altijd 1/3 grond leeg zodat die grond kon rusten. Dit zorgde voor voedselvoorraden en bevolkingsgroei en hierdoor hoefde niet iedereen meer in de landbouw te werken. Mensen konden weer andere beroepen gaan uitoefenen en zelf producten maken. Hierdoor werd er ook weer gehandeld.

Slide 8 - Slide

vraag 7       max 4p
- een eigen rechtspraak hebben, de burgers konden zo zonder de landsheer criminelen veroordelen, en ook konden ze zelf besluiten wie er in en uit de gevangenis moest zijn. de heer had hier geen invloed meer op als hij de stadsrechten aan een stad zou geven. 
- er zijn ook voordelen aan stadrechten verlenen aan een stad, zo krijgt de landsheer belastingen en mensen die in zijn leger komen te werken.

mist voor 4e punt:
waarmee de landsheer vervolgens ambtenaren en huurlegers kon inschakelen en daardoor minder afhankelijk was van de trouw van zijn leenmannen

Slide 9 - Slide

vraag 8 Max 3p
het conflict in de christelijke wereld over de vraag of de wereldlijke dan wel de geestelijke macht het primaat behoorde te hebben.
Dit kenmerkend aspect past bij de bron, omdat de bron gaat over of de adel de macht kreeg of de paus.
In de bron lees je dat het paleis, de stad Rome en alle provincies, disctricten en steden van Italië van de westelijke regio's werd geschonken aan de paus. Hieruit blijkt dat Constantijn dus achter de kant van de geestelijkheid staat en dat de paus hierdoor veel meer macht kreeg dan de adel.

Slide 10 - Slide