Hoofdstuk 3 Lezen (di les 6) wat te leren voor de toets

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je etui en je schrift;
  • je leerwerkboek;
  • laptop (dicht).
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je etui en je schrift;
  • je leerwerkboek;
  • laptop (dicht).

Slide 1 - Slide

Planning
  • Wat leren voor de toets (dit is de laatste les over lezen)
  • Bespreken toets hoofdstuk 2
  • Werkmoment / inkijken toets lezen H1 en 2
  • Afsluiten van de les

Slide 2 - Slide

Leerdoelen hoofdstuk 1 Lezen
Je weet:
  • wat verkennend lezen en nauwkeurig lezen  is;
  • welke vragen je jezelf moet stellen;
  • wat met titel en deeltitel wordt bedoeld;
  • hoe je het onderwerp van een tekst vindt;
  • de kenmerken van een alinea.

Slide 3 - Slide

Leerdoelen hoofdstuk 2 Lezen
Je:
  • weet wat feiten en meningen zijn en je kunt ze herkennen;
  • kunt de moeilijkewoordenwijzer toepassen;
  • weet wat zoekend lezen is;
  • kunt de tekstverbanden: opsommend, tegenstellend en tijdsvolgorde herkennen.
  • kunt signaalwoorden herkennen.

Slide 4 - Slide

pagina 87
Link naar Quizlet staat in Teams

Slide 5 - Slide

Leerdoelen hoofdstuk 3

Slide 6 - Slide

Opbouw van een tekst herkennen (p. 151)
  • Inleiding (I): is kort en geeft meestal informatie over de tekst.
  • Kern (k): is het langste deel, vaak met deelonderwerpen.
  • Slot (s): meestal een samenvatting of conclusie, geen nieuwe informatie.

Hoe zie je of de tekst een tweedeling (alleen inleiding en kern) of driedeling (inleiding - kern - slot) heeft?

Nieuwsbericht

Slide 7 - Slide

Kernzin aanwijzen (p. 153)

In een alinea staat bijna altijd een kernzin =

de belangrijkste informatie van de alinea.


  • Vaak is de kernzin eerste zin van de alinea. (tweede/laatste)
  • De andere zinnen in de alinea zijn een toelichting (uitleg of voorbeeld/uitwerking) bij de kernzin.

Slide 8 - Slide

Hoofdgedachte formuleren (p. 156)

= het belangrijkste wat de schrijver over een onderwerp zegt.


Hoe vind je de hoofdgedachte?

- Lees de titel, inleiding en slotalinea.

- Benoem het onderwerp van de tekst (verkennend lezen).

- Noteer in 1 zin het belangrijkste wat de schrijver over het onderwerp zegt.

- Deze zin is nooit een vraag.



Slide 9 - Slide

Hoofdzaken en bijzaken (p.157)

In elke tekst staat belangrijke en minder belangrijke informatie:

  • Hoofdzaken geven de belangrijkste informatie over het onderwerp van de tekst.
  • Bijzaken geven minder belangrijke informatie. Ze maken de hoofdzaken in de tekst duidelijker (voorbeeld, herhaling of uitleg).

Hoe vind je de hoofdzaken?  Kijk naar de deelonderwerpen, tussenkopjes en kernzinnen.

Slide 10 - Slide

Verwijswoorden (p. 158)

Een verwijswoord is een woord dat naar een ander woord, een woordgroep of een hele zin verwijst.

Verwijswoorden zijn bijvoorbeeld: hij, zij, haar, dit, dat. Wil je hier meer over lezen? Kijk dan vast op pagina 164.


  • Als je wilt weten waar verwijswoorden naar verwijzen, stel je een vraag die begint met wie, wat, waar of welk(e)

Slide 11 - Slide

Toets hoofdstuk 2 bespreken
Jan en Tim

Slide 12 - Slide

Toets bespreken
  • Je ziet de antwoorden en de punten.
  • Ik benoem kort opvallende dingen.
  • Heb je een vraag? Zet een vraagteken bij die vraag.
  • Na het bespreken, neem ik de toets in.
  • Dan kun je je vraag stellen. 

Slide 13 - Slide

Reflectie op de toets
Volgende keer:
  1. Woordbetekenissen beter/anders leren.
  2. Nauwkeuriger lezen.
  3. Theorie grammatica ontleden beter/anders leren.
  4. Theorie woordsoorten beter/anders leren.
  5. Theorie meervoudsvorm beter/anders leren.
  6. Schrijfwijze dicteewoorden beter/anders leren.
  7. Meer oefenen met punt 3, 4, 5 en/of punt 6.

Slide 14 - Slide

Werkmoment
  • Maak de Test Jezelf van 3.3. Staan alle leerdoelen op groen?
  • Oefen met de extra tekst in Teams.
  • Oefen met de Quizlet in Teams met signaalwoorden.
  • Kijk je toets in van lezen hoofdstuk 1 en 2.
  • Je mag zachtjes overleggen, je mag muziek luisteren.  
  • Alles af? Zoek via www.lezenvoordelijst.nl naar een nieuw boek.
  • Boek gekozen? Ga wat voor een ander vak doen.


Slide 15 - Slide

Afsluiting
  • Geen huiswerk, bereid je voor op de toets lezen.
  • We gaan starten met schrijven.
  • Neem je een leesboek mee?

Slide 16 - Slide