13.1-1 Het centrale zenuwstelsel deel 1 5V 2223

H13 Zenuwstelsel
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 29 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

H13 Zenuwstelsel

Slide 1 - Slide

Inhoud hoofdstuk
13.1 Bouw centraal zenuwstelsel 
(onderdelen hersenen) 2 lessen
13.2 Cellen in het zenuwstelsel
13.3 Impulsgeleiding (hoe gaan signalen 
door een zenuwcel) 2 lessen
13.4 Impulsoverdracht tussen neuronen 
13.5 Autonoom zenuwstelsel (onbewuste deel 
van het zenuwstelsel)

Slide 2 - Slide

13.1 Het centrale zenuwstelsel I

Slide 3 - Slide

Doelen deze week

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Centraal zenuwstelsel (CZS)
Zenuwcellen (neuronen) van de 
hersenen en ruggenmerg 
met ondersteunende cellen.


Slide 6 - Slide

Perifeer zenuwstelsel
(Uitlopers van) zenuwcellen, 
gebundeld in zenuwen, die 
zintuigen verbinden met het CZS en
het CZS met spieren en klieren.

Zenuw= bundel zenuwceluitlopers


Slide 7 - Slide

Soorten neuronen
  • Sensorische neuronen:
Zenuwcellen die impulsen vervoeren van zintuigen naar het CZS, vaak lange uitlopers.
  • Motorische neuronen:
zenuwcellen die impulsen vervoeren van CZS naar spieren.
  • Schakelneuronen:
Zenuwcellen binnen het CZS.
of klieren, vaak lange uitlopers.

Slide 8 - Slide

Basisbouw van een neuron
Bouw van een zenuwcel

Slide 9 - Slide

Witte en grijze stof
Grijze stof = Cellichamen met de celkern
Witte stof = Uitlopers met beschermlaag (myeline)


Ruggenmerg
Hersenen

Slide 10 - Slide

In het ruggenmerg en in de hersenen kun je een grijs en een wit gedeelte onderscheiden. Wat is het verschil?
A
In het ruggenmerg liggen de cellichamen binnen en de uitlopers buiten. In het CZS andersom
B
In het CZS liggen de cellichamen binnen en de uitlopers buiten

Slide 11 - Quiz

Witte en grijze stof
Grijze stof = Cellichamen met de celkern
Witte stof = Uitlopers met beschermlaag (myeline)


Ruggenmerg
Hersenen

Slide 12 - Slide

Bescherming CZS -ruggenmerg
3 vliezen:
  • Zacht vlies (binnenste)
  • Spinnenwebvlies 
  • Hard vlies (buitenste)



Slide 13 - Slide

Bescherming CZS-hersenen
3 vliezen:
  • Zacht vlies (binnenste)
  • Spinnenwebvlies
  • Hard vlies (buitenste)



Slide 14 - Slide

Bloed-hersenbarriëre
Tussen spinnenwebvlies en zachte hersen/ ruggenmergvlies zit hersenvocht en daar lopen de bloedvaten.

Geen directe verbinding
tussen bloed en hersenvloei-
stof.


Slide 15 - Slide

Bloed-hersenbarriëre
Controle welke stoffen wel/ niet van bloed naar hersen-
vloeistof gaan door:
  • tight junctions in bloedvatwand
  • astrocyten om het bloedvat heen

Stoffen moeten dus door 2 cellen 
heen.

Slide 16 - Slide

Transport bloed-hersenbarriëre
Diffusie:
Kleine en/ of vet-oplosbare stoffen: zuurstof, koolstofdioxide,
steroïdhormonen maar ook alcohol, cocaïne en antidepressiva.

Gefaciliteerd/ actief (transporteiwitten)
Grotere moleculen zoals glucose of insuline -> selectief!

Slide 17 - Slide

Anatomie hersenen (88C1)
+/- 1 tot 1,5kg

Slide 18 - Slide

Anatomie grote hersenen 
  • Twee helften
  • Verbonden met de hersenbalk
  • Schors en merg

Slide 19 - Slide

Anatomie grote hersenen 
Primaire sensorische schors: ontvangt signalen van de gevoels-zintuigen/ gewaarwording.
Inkomend.

Slide 20 - Slide

Anatomie grote hersenen 
Secundaire sensorische schors: interpretatie van de ontvangen signalen/ geheugen

Slide 21 - Slide

Anatomie grote hersenen 
Primaire auditieve schors: ontvangt signalen van het gehoorzintuig/ gewaarwording. Inkomend.

Slide 22 - Slide

Anatomie grote hersenen 
Secundaire auditieve schors: interpretatie van de ontvangen signalen/ geheugen

Slide 23 - Slide

Anatomie grote hersenen 
Idem voor optische schors (gezichtszintuig)

Slide 24 - Slide

Anatomie grote hersenen 
Primaire motische schors: stuurt de spieren/ klieren aan.
Uitgaand.

Slide 25 - Slide

Anatomie grote hersenen 
Secundaire motorische schors: opgeslagen informatie over gecoördineerd uitvoeren van bewegingen. Motorprogramma's.

Slide 26 - Slide

Anatomie grote hersenen 
Spraakcentrum van Wernicke - begrijpen van taal. 
Spraakcentrum van Broca - aansturen van het spreken.

Slide 27 - Slide

Grote hersenen (88C3) 

Slide 28 - Slide

Begrippen 13.1
centraal zenuwstelsel (CZS), neuronen (zenuwcellen), perifere zenuwstelsel, grijze stof, myeline, bloed-hersenbarriëre, tight junctions, astrocyten, gliacellen, grote hersenen, hersenbalk, hersenschors, sensorische centra, motorische centra, interpreteren

Slide 29 - Slide