1KC les 1

Nederlands
Schooljaar 2020-2021
grammatica en spelling
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Nederlands
Schooljaar 2020-2021
grammatica en spelling

Slide 1 - Slide

Voorstellen
Wie ben ik?
Wat vind ik belangrijk?
Namenrondje

Slide 2 - Slide

Wat heb je nodig?
Iedere les heb je de volgende spullen nodig:
  • Boek "Op Niveau"
  • Leesboek
  • Schrift
  • Pen
  • Gekleurde pen
  • Een goed humeur

Slide 3 - Slide

Hoe werkt het?
  • Aan het begin van de les lezen we tien minuten.
  • Huiswerk staat in Magister per les.
  • Nakijken doe je zelf en met een andere kleur pen.
  • Sommige opdrachten bespreken we in de les.
  • Huiswerk niet gemaakt? --> Je maakt het dezelfde dag om 14.50 bij mij af.

Slide 4 - Slide

Het boek
Samen met de docent blader je door het boek. 

De docent legt uit hoe het boek in elkaar zit.

Slide 5 - Slide

Hoeveel hoofdstukken heeft het boek?
A
7
B
4
C
6
D
5

Slide 6 - Quiz

Welk onderdeel leer je NIET in hoofdstuk 1 grammatica?
A
Onderwerp
B
Lijdend voorwerp
C
Persoonsvorm
D
Werkwoordelijk gezegde

Slide 7 - Quiz

Je bent bezig met een opdracht maar snapt het niet. Waar vind je in het boek de uitleg?
A
Aan het begin van het hoofdstuk
B
Achterin het boek
C
Niet
D
In de gele vlakken

Slide 8 - Quiz

Grammatica
Doelen
Aan het einde van deze les:
  • Weet je waarom een taal grammatica nodig heeft.
  • Weet je het verschil tussen zinsdelen en woordsoorten.
  • Kan je de werkwoorden vinden in de zin.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Verschil zinsdelen
en woordsoorten

Slide 11 - Mind map

Werkwoorden
Een werkwoord is een woord wat je kunt doen.

Denk aan de volgende woorden:
Lopen, rennen, houden, vinden, schrijven, praten, fietsen etc.

Slide 12 - Slide

Wat is het werkwoord?
Ik loop naar school.
A
Ik
B
loop
C
naar
D
school

Slide 13 - Quiz

Wat is het werkwoord?
Zij vinden school saai.
A
Zij
B
vinden
C
school
D
saai

Slide 14 - Quiz

Let op!
Een zin kan ook meerdere werkwoorden hebben:

Ik heb me ingeschreven voor een cursus.

Ik vind het leuk om huiswerk te maken.

Slide 15 - Slide

Opdrachten
Je maakt in je schrift de volgende opdrachten:
  • Opdracht 9 op blz. 22
  • Opdracht 17 op blz. 24

Je mag fluisterend overleggen met je buurman/buurvrouw.
Als je klaar bent haal je een nakijkboekje bij de docent.

Slide 16 - Slide

Hoeveel uur in de week heb je les van mij?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 17 - Quiz

Welke van de volgende woorden is GEEN werkwoord?
A
fietsen
B
praten
C
fiets
D
rennen

Slide 18 - Quiz

Wat vond je van
deze les?

Slide 19 - Mind map

Huiswerk
Opdracht 9 op bladzijde 22
Opdracht 17 op bladzijde 24



Het huiswerk komt ook in Magister te staan.

Slide 20 - Slide