Lezen en luisteren CE les 3

Nederlands 
Lezen & Luisteren
voorbereiden CE 3F

1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Nederlands 
Lezen & Luisteren
voorbereiden CE 3F

Slide 1 - Slide

Programma vandaag
- Herhaling theorie 
- Behandelen nieuwe theorie
-> Indeling van teksten (lead) + ópdrachten
-> Tekstverbanden en signaalwoorden

Slide 2 - Slide

Lesdoel

- Het herkennen van de lead in een tekst (H2.1)
- Hoe vind ik signaalwoorden en hoe helpen ze mij bij het ontdekken van tekstverbanden?
(H2.3)

Slide 3 - Slide

Even terug naar een paar weken geleden... Wat is ook weer het verschil tussen het onderwerp en de hoofdgedachte van een tekst?

Slide 4 - Open question

Welke tekststructuren ken je nog?

Slide 5 - Mind map

2.1 Indeling van teksten
In een goed opgebouwde tekst bestaat er een logisch verband tussen de tekstdelen en heeft elk deel zijn eigen functie.

- Inleiding -> aanleiding, waarom schrijf ik deze tekst / brief?
- Kern -> onderwerp uitwerken in deelonderwerpen / alinea's
- Slot -> afsluiting dmv samenvatting / conclusie / activeren

Slide 6 - Slide

H2.1 De indeling van teksten

Slide 7 - Slide

Wat is hier de lead?

Slide 8 - Slide

Kern
Na de introductie van het onderwerp worden in het middenstuk de verschillende kanten van het onderwerp behandeld. Bij langere teksten gaat dat vaak volgens een vaste structuur. (Bijlage in NUNL en in Teams onder lesmateriaal)

- vraag- antwoordstructuur                                                   -verklaringsstructuur
- aspectenstructuur                                                  -probleem-oplossingsstructuur
- verleden-heden-toekomststructuur                         -voor- en nadelen structuur
-argumentatiestructuur (denk aan je betoog)

Slide 9 - Slide

2.2 Deelonderwerpen herkennen
Deelonderwerpen zijn de verschillende kanten van een onderwerp die in een tekst aan bod komen. 

Denk hierbij  ook aan: argumenten, oorzaken, voordelen of oplossingen. 

Slide 10 - Slide

H2.3 Tekstverbanden en signaalworoden

Slide 11 - Slide

Overzicht signaalwoorden  tekstverbanden

Slide 12 - Slide

Sleep de verbanden naar de juiste signaalwoorden
maar, daarentegen
Bijvoorbeeld, neem nou
Ten eerste, als laatste, ABC
Eerst, vervolgens, daarna
Doordat, waardoor
Tijd
Oorzaak- gevolg
Opsomming
Tegenstelling
Voorbeeld

Slide 13 - Drag question

Opdracht: 
zie powerpoint ROC

Slide 14 - Slide


Krokodillen eten graag fruit
1











2















3





















Krokodillen staan te boek als angstaanjagende

vleeseters. Maar die reputatie begint een beetje af te

brokkelen nu blijkt dat krokodillen ook gek zijn op ...

fruit. Nieuw onderzoek toont aan dat de krokodillen

behalve zoogdieren, vogels en vissen ook zo af en toe

flinke hoeveelheden vruchten naar binnen werken.

Wetenschappers bestudeerden achttien soorten

krokodillen en ontdekten dat dertien daarvan

regelmatig fruit aten. Een deel van dat fruit krijgen ze

simpelweg binnen doordat hun prooien fruit eten. Echter,

de onderzoekers vonden ook bewijs dat krokodillen met

opzet grote hoeveelheden vruchten naar binnen werken.



Verrassend

"De soorten vruchten die krokodillen nuttigden,

varieerden sterk," zo schrijven de onderzoekers in het

blad Journal of Zoology. "Iets meer dan de helft betrof

vlezige vruchten. U moet dan bijvoorbeeld denken aan

bessen." De resultaten zijn best verrassend, omdat de

krokodil altijd gezien werd als een echte vleeseter die

bovendien niet in staat was om planten en hun vruchten te

verteren.



Naar: www.scientias.nl

Slide 15 - Slide

Vraag 1: Aan welk signaalwoord zie je dat er een tegenstellend verband is tussen zin 1 en 2?

Slide 16 - Mind map

Vraag 2: Aan welk signaalwoord zie je dat er een oorzaak volgt in zin 2 van alinea 2?

Slide 17 - Mind map

Vraag 3: In de laatste zin van alinea 2 staan zelfs twee signaalwoorden. Schrijf ze beide op en daarachter het verband dat ze aanduiden.

Slide 18 - Open question

Vraag 4: In de laatste zin van de tekst staan weer twee signaalwoorden. Schrijf ze beide op en daarachter het verband dat ze aanduiden.

Slide 19 - Open question

Resumé: waar hebben we het over gehad vandaag?

Slide 20 - Open question