Goederenrecht les 4 Derdenbeschreming

Verdieping goederenrecht
Derdenbescherming


1 / 13
next
Slide 1: Slide
GoederenrechtMBOStudiejaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Verdieping goederenrecht
Derdenbescherming


Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je nog over eigendomsoverdracht?

Slide 2 - Open question

This item has no instructions

Eigendomsoverdracht 
Art. 3:84 BW
  1. Geldige titel
  2. Levering
  3. Beschikkingsbevoegdheid

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Art. 3:86 BW derdenbescherming
Overdracht door een beschikkingsonbevoegde 
  1. Geldige titel
  2. Levering
  3. Verkrijging om baat 
  4. Verkrijger te goeder trouw
    (wegwijsplicht: art. 3:87 BW)
  5. Derdenbescherming bij diefstal 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Adam is eigenaar van een fiets (waarde: € 1.000,-). Hij leent zijn fiets uit aan Boris. Boris wordt nu houder (geen eigenaar). Boris verkoopt de fiets aan Carola. Carola denkt dat Boris eigenaar is. Zij betaalt een redelijke prijs (€ 950,-).
Wie is/wordt er eigenaar en waarom?
A
Adam
B
Boris
C
Carola

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Carola wordt dus eigenaar van de fiets. Wat zou Adam dan nog kunnen doen?

Slide 6 - Open question

Binnen drie jaar alsnog fiets opeisen, revindicatie, art. 5:2 BW

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Derdenbescherming na diefstal
Als er sprake is van goeder trouw van de verkrijger, blijft de eigendom bij de oorspronkelijke eigenaar, indien:
  1. de eigendom binnen 3 jaar (na aangifte van diefstal) wordt opgeëist
  2. de nieuwe verkrijging geen consumentenkoop was 
  3. én de zaak niet gekocht is in een winkelruimte

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Boris steelt de fiets van Adam (waarde: € 1.000,-). Hij verkoopt de fiets aan Carola voor € 950,-. Wie wordt er eigenaar?
A
Boris
B
Adam
C
Carola

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Adam ziet Carola op zijn fiets fietsen. Hij vraagt binnen drie jaar zijn fiets terug. Moet Carola de fiets teruggeven?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Stel dat Boris een fietsenwinkel heeft. Hij steelt de fiets van Adam en zet de fiets in de etalage van zijn winkel. Carola koopt de fiets in de winkel. Adam eist zijn fiets terug.
Wie mag de fiets in deze situatie houden?
A
Adam
B
Carola
C
Boris

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Een consument die te goeder trouw koopt in een winkel wordt altijd meteen eigenaar! Ook al is de zaak gestolen. In welk artikel, lid en sub staat dit?

Slide 12 - Open question

Als een consument de zaak koopt van een winkelier vanuit een bedrijfsruimte, en die consument is te goeder trouw (en dat zal meestal zo zijn), dan wordt de consument rechthebbende en kan de consument een revindicatie door de oorspronkelijke rechthebbende afweren met een beroep op de derdenbescherming van artikel 3:86, lid 1 juncto artikel 3:86, lid 3, sub a BW.
Zoek via rechtspraak.nl een uitspraak over art. 3:86 lid 3 BW. Geef kort aan waarover deze uitspraak gaat en of de eigendom door de oorspronkelijke eigenaar kan worden opgeëist.

Slide 13 - Open question

This item has no instructions