3 hv groep havo 102 7 dec

Programm:
Grammatik
Herzlichen Wilkommen 
1 / 28
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Programm:
Grammatik
Herzlichen Wilkommen 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

Frage 1    Wo leben die Menschen aus dem Film?

Frage 2   Wie ist es mit Wasser?

Frage 3   Wie ist es mit dem Auto?

Frage 4  Welche Vorteile?

Frage 5   Wann Schulfrei?

Slide 3 - Slide

Superstar aus Thailand 
maak aantekeningen in de pauzes tijdens het kijken van het filmpje. 

De vraag is: wat kom je te weten over deze superstar?  

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Link

Leerdoelen 

1. Je kent de  persoonlijke voornaamwoorden in de 1e, 3e, 4e naamval 

2. Je  kent de voorzetsels van de 3e en 4e naamval

3.  Je weet wanneer je de 1e , 3e en 4e naamval moet gebruiken  


Slide 6 - Slide

Huiswerk Grammatik 
wat was lastig?
 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Link

1e
3e
4e
ich
mir
mich
du
dir
dich
er
ihm
ihn
sie
ihr
sie
es
ihm
es
wir
uns
uns
ihr
euch
euch
sie
ihnen
sie
Sie
Ihnen
Sie
1e
3e
4e
ik
mij
mij
jij
jou
jou
hij
hem
hem
zij
haar
haar
het
het
het
wij
ons
ons
jullie
jullie
jullie
zij
hun
hen
u
u
u

Slide 9 - Slide

Naamvallen
1e naamval                Onderwerp
                         3e naamval                Meewerkend voorwerp
                        4e naamval                Lijdend voorwerp           

Slide 10 - Slide

voorzetsels

Slide 11 - Mind map

De naamvalen, wat is wat?
Onderwerp
Lijdend voorwerp

Meewerkend voorwerp (aan of voor )
1
3
4

Slide 12 - Drag question

Slide 13 - Slide

Mit (hem) ist alles viel schöner
A
ihn
B
ihm
C
er
D
dir

Slide 14 - Quiz

Ich gehe zu .... (jou)
A
dir
B
dich
C
du
D
ihm

Slide 15 - Quiz

"Naar" wordt in het Duits vertaald door ....
A
zu
B
nach
C
bei
D
nach & zu

Slide 16 - Quiz

Welk rijtje voorzetsels hoort bij de derde naamval?
A
aus, durch, für, von, zu, bei, AuBer
B
seit, aus, für, in, an, bei, mit, entgegen
C
aus, bei, mit, nach, seit,von, zu, AuBer, entgegen, gegenüber
D
mit, seit, zu, aus, neben, zwischen, gegenüber

Slide 17 - Quiz

Ich bin hier (met haar)

Slide 18 - Open question

ihr
euch
Ihnen
uns
du
mit... (haar)
bei ... (jullie)
nach (U)
zu ... (ons)
(jij) ... gehst

Slide 19 - Drag question

bespreken gemaakte opdrachten
27

Slide 20 - Slide

Leerdoelen 

1. Je kent de  persoonlijke voornaamwoorden in de 1e, 3e, 4e naamval 

2. Je  kent de voorzetsels van de 3e en 4e naamval

3.  Je weet wanneer je de 1e , 3e en 4e naamval moet gebruiken  


Slide 21 - Slide

Het leerdoelen-rad der wonderen
Wie krijgen de eer om een leerdoel
te mogen beantwoorden?

Voor elk leerdoel  zoeken we
twee (2) leerlingen.

Succes!

Slide 22 - Slide

3

Slide 23 - Video

00:44
In welches Land sind die Löwen

Slide 24 - Open question

01:24
was ist ein Fuchs???

Slide 25 - Open question

01:32
was ist in dieser Reportage so besonders?

Slide 26 - Open question

maak de opdrachten

Sehen
Wortschatz
Lesen
Hören
Grammatik

Slide 27 - Slide

De volgende opdrachten zijn online af:

Sehen
Wortschatz
Hören
Lesen
Grammatik 

Alles af?  even melden - check - wat voor jezelf doen


Slide 28 - Slide