Ch.0, On y va herhaling havo2 2223

Aujourd'hui, c'est ...
1 / 38
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Aujourd'hui, c'est ...

Slide 1 - Slide

Programme du cours français
Herhaling: kleuren, eigenschappen, werkwoorden

Wat weet jij nog van klas 1?? Razendsnelle quizmarathon! 



Slide 2 - Slide

Les couleurs & les nombres
La répétition

Slide 3 - Slide

Les couleurs

Slide 4 - Mind map

Slide 5 - Slide

vert
brun / marron
jaune
blanc / blanche
rouge
bleu
gris
noir

Slide 6 - Drag question

timide
méchant
content
sympa
calme
drôle
grand
petit
cher
roux
blond
célèbre
intelligent
français
blond
beroemd
grappig
klein
rossig
gemeen
blij
Frans
verlegen
aardig
slim
groot
duur
kalm

Slide 7 - Drag question

Quelle est cette couleur ?
A
rose
B
rouge
C
blanc
D
violet

Slide 8 - Quiz

Quelle est cette couleur ?
A
bleu
B
blanc
C
beige
D
noir

Slide 9 - Quiz

Quelle est cette couleur?

A
blanc
B
orange
C
violet
D
rose

Slide 10 - Quiz

C'est la couleur de la banane

Slide 11 - Open question

Les nombres
Hoe zat het ook alweer?

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Een Franse zin bestaat uit:
- onderwerp
-werkwoorden
- overige woorden (lv/mw)

Slide 14 - Slide

Onderwerp=...?

Slide 15 - Slide

Jij=
A
Je
B
Tu
C
Il
D
Elle

Slide 16 - Quiz

Jullie=
A
Tu
B
Nous
C
Vous
D
Ils

Slide 17 - Quiz

Zij= (m.mv)
A
Il
B
Elle
C
Ils
D
Elles

Slide 18 - Quiz

LE VERBE FRANCAIS

Slide 19 - Slide

Welke Frans werkwoorden ken je nog van jaar 1?

Slide 20 - Mind map

Les verbes réguliers
  • werkwoorden op -er
Les verbes irréguliers
  • être
  • avoir
  • aller
  • faire

Slide 21 - Slide

Les verbes réguliers
  • werkwoorden op -er
  • werkwoorden op -ir
  • werkwoorden op -re
Les verbes irréguliers
  • être
  • avoir
  • aller
  • faire
  • pouvoir (kunnen)
  • vouloir (willen)
  • prendre (nemen)
  • venir (komen)

Slide 22 - Slide

AVOIR ( = hebben)
Vervoeging van "avoir" met vertaling :
stopwatch
00:00

Slide 23 - Slide

J'
Tu
Il/elle/on
Nous
Vous
Ils/elles
a
avons
ai
avez
as
ont

Slide 24 - Drag question

A. optreden

B. ontdekt worden

C. zin hebben om te 

A. zij  heeft
B. zij hebben
C.  men heeft
D.  jullie hebben
E. jij / je hebt
F. wij hebben
1.  nous  avons
2.  tu  as
3.  ils  ont
4.  on  a
5.  vous avez
6.  elle  a

Slide 25 - Drag question

Slide 26 - Slide

timer
1:30
avoir
être
ont
es
avons
ai
sommes
avez
suis
a
as
sont
êtes
est

Slide 27 - Drag question

Het is
A
est
B
c'est
C
c'es
D
ce sont

Slide 28 - Quiz

Slide 29 - Slide

Zet in de goede vorm:
tu (regarder) ____________
A
regarde
B
regardes
C
regardons
D
regardent

Slide 30 - Quiz

Hoe vervoeg je het werkwoord 'oublier': nous .....?

Slide 31 - Open question

En français

Werkwoorden die eindigen op -er:
Stap 1: Vind de stam-> hele werkwoord min -er
parler   - er = parl (stam)








Slide 32 - Slide

      Je                         +e             Je parle
        Tu                         +es          Tu parles
    Il/elle/on           +e             Il parle
                  Nous                  +ons        Nous parlons
               Vous                  +ez            Vous parlez
           Ils/elles            +ent         Ils parlent
Habiter - danser- chanter- donner- regarder - écouter - aimer- adorer- détester- ranger- chercher  (=Voca 2-3!)

Stap 2:  Voeg daarna de uitgangen toe:

Slide 33 - Slide

Stap 1 is:
A
uitgang erachter zetten
B
Hele werkwoord + uitgang
C
hele werkwoord min -er, dan krijg je de stam
D
de stam opzoeken door hele werkwoord min -r

Slide 34 - Quiz

Je (regarder) la télé.
timer
0:15
A
regardons
B
regardes
C
regarde
D
regardent

Slide 35 - Quiz

Nathalie (aimer) son chien.
timer
0:15

Slide 36 - Open question

Pierre et Lisa (chercher) le chat.

Slide 37 - Open question

Les devoirs
Les devoirs (voor de volgende les):
- Maken: online oef 1, 2 en 3 van Chapitre 1
- Dus zorg dat je het juiste online-boek opent (klas 2 h/v)

-lees in magister bij 19 sept de leerstof voor je eerste SO Frans! En start natuurlijk ook alvast met leren en herhalen.

Slide 38 - Slide