A5sp8 - Periode 3, Les 2 (PA4 H4 vervolg C) - GSE (14-02-2025)

Bienvenidos

Klascode lessonup A5sptl8: nalkd
1 / 43
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Bienvenidos

Klascode lessonup A5sptl8: nalkd

Slide 1 - Slide

Metas (objetivos, doelen)
Je leert over Spaanse media, kunst en architectuur.
Mondelinge vaardigheid: 
  • Je leert gesprekken voeren op het terrein van kunst, architectuur, films en literatuur en kunt daarbij je mening uiten.  
Schrijfvaardigheid:  
  • Je leert objectieve en subjectieve nieuwsberichten en recensies te schrijven.
Grammatica en woordenschat:  
  • Je leert bij bovengenoemde thema's de benodigde woordenschat en uitdrukkingen. 
  • Je leert de verschillende werkwoordstijden beter herkennen (in leesteksten) en toepassen (mondeling en schriftelijk), met name de verleden tijden. 
  • Je herhaalt hoe je ser/estar/hay correct gebruikt. 

Slide 2 - Slide

INFO over toetsen
Informatie over de toetsen staat onderaan de studiewijzer -> check studiewijzer nieuwe layout.
Werkt een link op magister niet? Dan ga je zelf naar de studiewijzer op teams.

Tussentoets: Hoofdstuk 4 + aanvulling, 14 maart 2025

Toetsweek: Schrijftoets

Opdracht:
  • el periódico (opdracht tijdens de les)




Slide 3 - Slide

El programa 
1. INFO, deberes 
2. VOCAB (repaso) 
3. ESCRIBIR NOTICIAS 
  • Testimonio de un accidente (p.85) / programa en la tele (p.84, ej. 32)
  • Hacer un Periódico (= tarea p. 103, grupos)
4. REFLEXIÓN, deberes


Slide 4 - Slide

Los deberes fueron:
Estudiar:  
  • herhalen hoofdstuk 4 vocab C (p.100-101) + Lenguateca C (p.83) 
  • lees de uitleg onderaan deze studiewijzer (leerdoelen materialen, toetsinfo e.d.) 

Hacer:  
  • hoofdstuk 4 oef 27, 29-31 (p.79 en verder) 
  • onderwerpen en groepsindeling 'El periodico' bedenken 

Paso adelante: nakijken met antwoordblad

Slide 5 - Slide

5m - Repasar vocabulario C+D








Noteer 10-15 woorden die je kunt gebruiken in de krantenopdracht. 
Werkwoorden: hoe vervoeg je ze in de hij vorm indefinido, en in de perfecto?
timer
2:00

Slide 6 - Slide

dankzij (te wijten aan)
A
a pesar de
B
mientras (que)
C
debido a
D
por lo tanto

Slide 7 - Quiz

uitzenden
A
ganar
B
surgir
C
cobrar
D
emitir

Slide 8 - Quiz

Noticias
DIT is een voorbereiding voor de krantenopdracht.
KIES minimaal een van onderstaande oefeningen. 
              Let op: voor de schrijftoets moet je beide soorten oefeningen kunnen!
SCHRIJF zelf zinnen en gebruik de lenguateca, woordenlijst en woordenboek.

1) Programa en la tele (ej.32, p.84) 
2) Accidente ( Subtarea C. p.85). er staat een voorbeeldtekst op p.81.

Gebruik 60-70 woorden. Let ook op de zinsbouw (zie p.90).
-> Vergelijk daarna je tekst met het antwoordblad -> verbeter je tekst.





timer
12:00

Slide 9 - Slide

Vergelijk je tekst met het antwoordmodel.
Noteer drie tips voor jezelf die je hier uithaalt.

Slide 10 - Open question

info: El Periódico (30m)
  1. In groepjes van vier ga je een krant maken met verschillende artikelen. Voor de volledige opdracht, lees aandachtig Tarea escribir (PA 4 Hoofdstuk 4, p. 103).
  2. 2 artikelen per persoon is voldoende, je krant bevat in totaal dus 8 artikelen.
  3. Per persoon, moet 1 artikel objectief zijn en 1 artikel subjectief. Vermeld bij elk artikel de naam van de persoon die het geschreven heeft. 
  4. Elk artikel moet minimaal 75 woorden bevatten, dus in totaal bevat de krant minimaal 600 woorden.
¡IMPORTANTE! Gebruik alle aanwijzingen uit de opdracht, zoals de lenguatecas, tiempos del pasado, conectores, etc., en ook de Ayuda (Libro de referencia p.60 nr. 23).
Je schrijft alle zinnen zelf en gebruikt geen zinnen van internet!

Slide 11 - Slide

Na het werken aan de 'periódico': in hoeverre heb jij je tips toegepast?

Slide 12 - Open question

Los deberes
Meenemen: libro de alumno 2

Estudiar:  
herhalen gram. D (zinsbouw en conectores, p.90-91)  

Hacer:  
schrijfopdracht afmaken van vorige les: H4 p.85 subtarea C en/of p.84 oef 32 (gebruik lenguateca en vocab!!!) 





Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

15m - Ej. 48, La boda de los famosos
ESTUDIAR: Lenguateca C (p.83) + D (p.96)

HACER: Ejercicio 48 (p.97)
  1. Ej. 48a: Lee la instrucción + escribe un artículo objetivo 
  2. Ej. 48b: Lee la instrucción + escribe un artículo subjetivo 

Atención: Usa conectores. (gram D, p.90-91)
timer
14:00

Slide 15 - Slide

20m - Subtarea C, El testimonio de un accidente
Subtarea C, p.85

  1. Lee el texto + lee la instrucción cuidadosamente.
  2. Escribe un correo electrónico a la policía, 
        siguiendo las instrucciones.

  • usa lenguateca C (p.83)
  • usa las instrucciones de p.103 + libro de referencia p.60 (puedes quitar las fotos) + rubrics
  • un ejemplo (voorbeeldartikel) hay en p.81
  • -> terminar en casa

timer
12:00

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Samengestelde zinnen / conectores
De politie arriveerde. De dief was al weg.
Toen de politie arriveerde, was de dief al weggegaan.
Cuando llegó la policía, el ladrón ya se había ido.

ESTUDIAR: gram. D (p.90-91)
HACER: ejercicio 40-41ab

Slide 18 - Slide

Noteer verschillende conectores + schrijf er Spaanse voorbeeldzinnen bij
(zie p.90-91).
Gebruik je tijd om een zolang mogelijke lijst te maken.
timer
2:00

Slide 19 - Open question

Apunta 2 expresiones
para exprimir tu opinión o
sentimiento (positivo + negativo)


Slide 20 - Mind map

Welk onderdeel of welke opdracht in de les vond je het meest leerzaam?
Leg uit.

Slide 21 - Open question

1. Tip + top voor jezelf m.b.t grammatica indefinido/imperfecto/ pluscuamperfecto
2. Tip + top voor jezelf m.b.t. leesvaardigheid CSE

Slide 22 - Open question

En casa: escribir una reseña
Escribir / Hablar: ej 32-33 ‘un programa en la tele’

Escribir: Subtarea C ‘El testimonio de un accidente’ (= tevens voorbereiding schrijftoets periode 3)
  • gebruik hierbij lenguateca C (p.83)
  • gebruik de aanwijzigingen die ook vermeld staan bij de Tarea Escribir op p.103 + libro de referencia p.60 (foto’s mag je bij oef 32 en subtarea C weglaten) + rubrics
  • een voorbeeldartikel over een ander onderwerp vind je op p.81

Slide 23 - Slide

Herhaling - 
Gram: pluscuamperfecto 

Gram. C p. 79
Hacer: 28abc

¿Terminado? Extra oef: Hacer ej. 11de



Toen ik de tv aandeed, was het programma al begonnen.
        Cuando encendí (indef.) la tele, ya había comenzado (plusc.) el programa.
Toen ik naar buiten ging, had het geregend. 
        Cuando fui (indef.) afuera, había llovido (plusc.).

-> Het gaat om een gebeurtenis die voorafging aan een andere. 
Meestal vertaal je de pluscuamperfecto met 'had/hadden + voltooid deelwoord'. 

Slide 24 - Slide

Vocabulario C
ESTUDIAR:
Estudia 3 minutos
Cap. 4, Vocabulario C (libro 2 p.100-101)
timer
3:00

Slide 25 - Slide

GRAMÁTICO: Pluscuamperfecto 
Toen ik de tv aandeed, was het programma al begonnen.
        Cuando encendí (indef.) la tele, ya había comenzado (plusc.) el programa.
Toen ik naar buiten ging, had het geregend. 
        Cuando fui (indef.) afuera, había llovido (plusc.).

-> Het gaat om een gebeurtenis die voorafging aan een andere. 
Meestal vertaal je de pluscuamperfecto met 'had/hadden + voltooid deelwoord'. 

1. ESTUDIAR: H4, gramática  C, p.79
2. PRACTICAR: ej. 27 + 28ab





Slide 26 - Slide

¿Qué expresion(es) son objetivas?
A
Ayer Ajax ganó
B
En mi opinión no habían merecido la victoria
C
Fue un partido fenomenal
D
Creo que es el mejor equipo del mundo

Slide 27 - Quiz

Wat wordt bedoeld met 'pluscuamperfecto',
en hoe vervoeg je die?

Slide 28 - Open question

Wat vond je van deze les? 
Wat vond je goed, en wat kan beter? 
Beantwoord de vragen op de volgende slides.

Slide 29 - Slide

Wat vond je goed aan deze les?
Geef concrete voorbeelden.

Slide 30 - Open question

Kijk terug op deze les:
Wat kan beter?
Denk aan lesinhoud, vorm, werksfeer etc.

Slide 31 - Open question

Slide 32 - Slide

Welk onderdeel of welke opdracht in de les vond je het meest leerzaam?
Leg uit.

Slide 33 - Open question

Wat vond je van deze les? 
Wat vond je goed, en wat kan beter? 
Beantwoord de vragen op de volgende slides.

Slide 34 - Slide

Wat vond je goed aan deze les?
Geef concrete voorbeelden.

Slide 35 - Open question

Kijk terug op deze les:
Wat kan beter?
Denk aan lesinhoud, vorm, werksfeer etc.

Slide 36 - Open question

Hoe ga je te werk bij een scanvraag?
A
orienteren op de tekst, vraag lezen, bepalen wat je moet zoek de plek in de tekst, lees dat deel grondig
B
orienteren op de tekst, globaal lezen, vraag lezen en beantwoorden
C
de tekst grondig lezen, daarna de vraag lezen, dan zoeken naar het juiste antwoord
D
de vraag lezen, in de tekst zoeken naar de plek waar het antwoord staat, vraag beantwoorden

Slide 37 - Quiz

TEKST 9: Tussenkoppen plaatsen
Werkwijze: 
  • Orienteer je op de tekst.
  • Lees de tussenkoppen en zoek zonodig de vertaling op.
  • Ga naar de tekst en pas ELZA toe.
  • Plaats de koppen die je al weet.
  • Lees zonodig grondig.
  • Plaats de overige koppen. 

HACER: Texto 9 vraag 34. 
Noteer ook welke woorden je hebben geholpen naar je antwoord.
                                                                                                ¿Terminado? -> maak tekst 8 + 11

Slide 38 - Slide

De 'beweringen-vraag'
Bij dit vraagtype staan er enkele beweringen onder elkaar, meestal in het Nederlands.
Je moet aangeven of de bewering waar / niet waar is.

Voorbeeld: tekst 7, vraag 21.
Werkwijze: 
  • Lees eerst de beweringen. 
  • Ga daarna naar de tekst. Pas ELZA toe. 
  • Lees zonodig grondig.
  • Noteer per bewering  waar / niet waar.
Let op: een beweringen-vraag levert relatief weinig punten op.

Slide 39 - Slide

De open vraag
Bij een open vraag moet je zelf je antwoord formuleren, meestal in het Nederlands. 
Beantwoord EXACT wat wordt gevraagd. GEEN onnodige toevoegingen!!!!

Voorbeeld: tekst 7, vraag 26.
Werkwijze: 
  • Lees eerst de vraag.
  • Ga daarna naar de tekst. Pas ELZA toe. 
  • Lees zonodig grondig.
  • Formuleer je antwoord: Herhaal de vraag in je antwoord. Wees to the point.
  • Moet je citeren? Schrijf dan letterlijk over uit de tekst.


Slide 40 - Slide

TEKST 12: De scanvraag
Werkwijze: 
  • Orienteer je op de tekst.
  • Lees de tussenkoppen en zoek zonodig de vertaling op.
  • Ga naar de tekst en pas ELZA toe.
  • Plaats de koppen die je al weet.
  • Lees zonodig grondig.
  • Plaats de overige koppen. 

HACER: Texto 12 pregunta 39-40. Noteer ook welke woorden je hebben geholpen naar je antwoord.
        ¿Terminado? -> maak tekst 8, 11

Slide 41 - Slide

Gram B (p.64): verleden tijden achtergrond (imperf) vs. gebeurtenis (indef) 




Cap. 4:  ej.11abc(de) (oefenen met verleden tijden)

Slide 42 - Slide

Conclusievraag: hoe ga je te werk
A
globaal lezen > de vraag lezen > daarna de vraag beantwoorden
B
de vraag lezen en begrijpen > tekst grondig lezen en betekenis vaststellen > vraag beantwoorden
C
de vraag lezen en begrijpen > daarna zoekend lezen > de vraag beantwoorden
D
grondig lezen > daarna de vraag lezen en beantwoorden

Slide 43 - Quiz