A5sp - Periode 2, Les 4 (PA4 H4) - KOL (30-11-2023)

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Bienvenidos

Metas (= objetivos = doelen)

Vamos a aprender como leer y escribir noticias y 

aprendemos sobre la cultura española. 

periódicos en internet

Objetivos

1. Spreek/gespreksvaardigheid:  Een gesprek voeren over het nieuws (media, acteurs, sportnieuws, het weer, etc.)

2. Luistervaardigheid: Je leert begrijpend luisteren, o.a. naar nieuwsberichten. 

3. Leesvaardigheid: Je oefent je leesvaardigheid met teksten die gaan over het nieuws, films e.d.

4. Schrijfvaardigheid: Je leert objectieve en subjectieve artikelen te schrijven. Je leert ook hoe je conectores gebruikt om je tekst tot een samenhangend geheel te maken.

5. Grammatica: 

         5.1 Je leert/herhaalt hoe de verschillende verleden tijden worden gevormd en toegepast in   

                het Spaans. 

         5.2 Je leert hoe je samengestelde zinnen maakt en conectores toepast.

El programa 

Info, deberes

DEBERES comprobar

ESCUCHAR: Bardem + Casillas, ej. 21-22

VOCAB D, Lenguateca D

GRAM: Pluscuamperfecto , ej 27, 28abc

Evaluación

DEBERES: LEER/ESCRIBIR: PA H4, ej. 24 t/m 26

Info: Exámenes período 2

TOETS LUISTERVAARDIGHEID

TOETS Paso adelante 4, Hoofdstuk 4

PORTFOLIO: 

• Dossier lees- en luistervaardigheid incl. reflectie
• Opdracht 'El periódico' (=de krant, groepsopdracht), inleveren in week 2 van periode 3

Los deberes fueron:

Aprender: Capítulo 4

- Vorige keer: Vocab. B (p.100) + Lenguateca B (S-N) (p.71)

- Deze keer: Vocab C + Lenguateca C (S-N) + Gram. B p.64-65 (pasados) 

Hacer: 

• Vorige keer: PA Hoofdstuk 4: afmaken ejercicios 1-4, 12, 13 +  leesdossier
• Deze keer: oef. 5-9, 11abc, 14, (15, 16, 17 niet verplicht)  + leesdossier

Trabajar en grupos. 

Volg de lessonup van boven naar beneden.

Reflexión de los deberes:

• Kijk je werk van PA 4 H4 na met het antwoordblad op teams (oef 5-9, 11abc, 14) verbeter je fouten -> bestudeer de stof opnieuw zodat je het begrijpt -> stel vragen

• Kijk THUIS zelfstandig de CSE teksten na (reflecteer op je fouten)

Vocab D, Lenguateca D

ESTUDIAR:

Cap. 4, VOCABULARIO D (libro 2 p.101)

Cap. 4, LENGUATECA D (libro 2 p.96)

 Objetivo/subjetivo: Tres españoles, cuatro opiniones 

Cap. 4, sección C

- objetivo/subjetivo ej. 20 (p.74)

- escuchar ej. 21

- vocab. ej. 22 (+23)

H4 oef 21ab

H4 oef 21c

H4 oef 21d

Íker Casillas, 

Real Madrid hasta 2020

¿Qué expresiones son subjetivas?

1. Ayer Ajax ganó
2. En mi opinión no habían merecido la victoria
3. Fue un partido fenomenal
4. Creo que es el mejor equipo del mundo

10 min - Gram: pluscuamperfecto 

Gram. C p. 79

Hacer: ej. 27 + 28abc

¿Terminado? Extra oef: Hacer ej. 11de

Toen ik de tv aandeed, was het programma al begonnen.

        Cuando encendí (indef.) la tele, ya había comenzado (plusc.) el programa.

Toen ik naar buiten ging, had het geregend. 

        Cuando fui (indef.) afuera, había llovido (plusc.).

-> Het gaat om een gebeurtenis die voorafging aan een andere. 

Meestal vertaal je de pluscuamperfecto met 'had/hadden + voltooid deelwoord'. 

Wat vond je van deze les? 

Wat vond je goed, en wat kan beter? 

Beantwoord de vragen op de volgende slides.

Welk onderdeel of welke opdracht in de les vond je het meest leerzaam?
Leg uit.

Wat vond je goed aan deze les?
Geef concrete voorbeelden.

Kijk terug op deze les:
Wat kan beter?
Denk aan lesinhoud, vorm, werksfeer etc.

Tip + top voor jezelf m.b.t grammatica indefinido/imperfecto/ pluscuamperfecto
Tip + top voor jezelf m.b.t. leesvaardigheid CSE

Los deberes

Aprender:

● vocabulario D

● lenguateca D (S-N)

● Gram. C p.79

Hacer:

● Paso adelante: afmaken 20,21,22, 11de, 27, 28abc

● Luisterdossier: inleveren 7-12-2023 's avonds!

● Examenteksten zie leesdossier

LEER/ESCHUCHAR:

Klaar?

HACER: lees/schrijfoefeningen Paso adelante Hoofdstuk 4, ej. 24 t/m 26

Hoe ga je te werk bij een scanvraag?

1. orienteren op de tekst, vraag lezen, bepalen wat je moet zoek de plek in de tekst, lees dat deel grondig
2. orienteren op de tekst, globaal lezen, vraag lezen en beantwoorden
3. de tekst grondig lezen, daarna de vraag lezen, dan zoeken naar het juiste antwoord
4. de vraag lezen, in de tekst zoeken naar de plek waar het antwoord staat, vraag beantwoorden

TEKST 9: Tussenkoppen plaatsen

Werkwijze: 

• Orienteer je op de tekst.
• Lees de tussenkoppen en zoek zonodig de vertaling op.
• Ga naar de tekst en pas ELZA toe.
• Plaats de koppen die je al weet.
• Lees zonodig grondig.
• Plaats de overige koppen. 

HACER: Texto 9 vraag 34. 

Noteer ook welke woorden je hebben geholpen naar je antwoord.

                                                                                                ¿Terminado? -> maak tekst 8 + 11

De 'beweringen-vraag'

Bij dit vraagtype staan er enkele beweringen onder elkaar, meestal in het Nederlands.

Je moet aangeven of de bewering waar / niet waar is.

Voorbeeld: tekst 7, vraag 21.

Werkwijze: 

• Lees eerst de beweringen. 
• Ga daarna naar de tekst. Pas ELZA toe. 
• Lees zonodig grondig.
• Noteer per bewering  waar / niet waar.

Let op: een beweringen-vraag levert relatief weinig punten op.

De open vraag

Bij een open vraag moet je zelf je antwoord formuleren, meestal in het Nederlands. 

Beantwoord EXACT wat wordt gevraagd. GEEN onnodige toevoegingen!!!!

Voorbeeld: tekst 7, vraag 26.

Werkwijze: 

• Lees eerst de vraag.
• Ga daarna naar de tekst. Pas ELZA toe. 
• Lees zonodig grondig.
• Formuleer je antwoord: Herhaal de vraag in je antwoord. Wees to the point.
• Moet je citeren? Schrijf dan letterlijk over uit de tekst.

TEKST 12: De scanvraag

Werkwijze: 

• Orienteer je op de tekst.
• Lees de tussenkoppen en zoek zonodig de vertaling op.
• Ga naar de tekst en pas ELZA toe.
• Plaats de koppen die je al weet.
• Lees zonodig grondig.
• Plaats de overige koppen. 

HACER: Texto 12 pregunta 39-40. Noteer ook welke woorden je hebben geholpen naar je antwoord.

        ¿Terminado? -> maak tekst 8, 11

Conclusievraag: hoe ga je te werk

1. globaal lezen > de vraag lezen > daarna de vraag beantwoorden
2. de vraag lezen en begrijpen > tekst grondig lezen en betekenis vaststellen > vraag beantwoorden
3. de vraag lezen en begrijpen > daarna zoekend lezen > de vraag beantwoorden
4. grondig lezen > daarna de vraag lezen en beantwoorden