Nederlands - RB2A en RB2B-H4-Woordenschat, Taalverzorging, Lezen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Typ zo veel mogelijk woorden met verschillende achtervoegsels

Waar denk je aan bij het woord 'campagne'?

Wat betekent het woord 'merkwaardig'?

1. net als een belangrijk merk
2. gek, vreemd
3. opmerkelijk
4. B en C

Leg in eigen woorden uit: 'je ogen goed de kost geven'

Wat is het tegenovergestelde van 'indruk maken'?

1. in slaap vallen
2. erg opvallen
3. geen herinnering nalaten
4. opscheppen

Een argument herken je aan signaalwoorden. Welke?

1. want en omdat
2. A, B, C en D!
3. daarom
4. namelijk

Ik vind dit een mooie auto (1) want hij het design is modern (2).
Wat zijn 1 en 2 in deze zin?

1. 1 = argument; 2 = mening
2. 1 = feit; 2 = oordeel
3. 1 = mening; 2 = argument
4. A t/m B zijn fout

Maak een zin over je hobby met jouw mening en een argument daarvoor.

Welke zin is FOUT?

1. Dat ligt toch echt aan jou.
2. Jouw vest ligt daar.
3. Dat ligt toch echt aan jouw.
4. Van jou had ik dat niet verwacht.

Welke zin is GOED?

1. Dat is gisteren gebeurt.
2. Dat gebeurdde gisteren.
3. Dat gebeurt gisteren.
4. Dat is gisteren gebeurd.

Hoeveel fouten zitten in deze zin? Schrijf ze op.
Sven racede ermet groote haast heen.

Welk verkleinwoord is GOED?

1. colaatje
2. colatje
3. cola'tje
4. A t/m C zijn fout!

Welke zin is FOUT?

1. Hij was het kleinste koningkje.
2. Zij zag eruit als om door een ringetje te halen.
3. Voor zo'n beloninkje doe ik het niet!
4. Het perzikje smaakte niet lekker.

Maak een zin met 'downloaden' (verleden tijd). Begin met: Toen hij...