Les 16 februari 2D

Deze les:
  • dagopening
  • huiswerk bespreken
  • theorie herhalen
  • zelfstandig werken
  • les afronden



1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Deze les:
  • dagopening
  • huiswerk bespreken
  • theorie herhalen
  • zelfstandig werken
  • les afronden



Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Dagopening
Bron: Oase

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat is een feit?

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Wat is een mening?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Wat is een argument?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Is de zin hieronder een feit of een mening?

"Graffiti maak je door met spuitbussen kunstwerken op openbare plekken te maken."
A
feit
B
mening

Slide 7 - Quiz

Vraag is afkomstig van Nieuw Nederlands, 6e editie, 2 vmbo-kgt, H4 Lezen, opdracht 1.
Is de zin hieronder een feit of een mening?

"Je ziet graffiti vaak op muren van gebouwen in grote steden."
A
feit
B
mening

Slide 8 - Quiz

Vraag is afkomstig van Nieuw Nederlands, 6e editie, 2 vmbo-kgt, H4 Lezen, opdracht 1.
Is de zin hieronder een feit of een mening?

"Ik vind dat graffiti echt bij een stad hoort."
A
feit
B
mening

Slide 9 - Quiz

Vraag is afkomstig van Nieuw Nederlands, 6e editie, 2 vmbo-kgt, H4 Lezen, opdracht 1.
Achtervoegsels

Slide 10 - Mind map

This item has no instructions

"Soms geven achtervoegsels woorden een andere betekenis."
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat geeft het meewerkend voorwerp aan?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Welke vraag stel je om het meewerkend voorwerp te vinden?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Wat is het meewerkend voorwerp van de onderstaande zin?
"Bram wil aan zijn vriendin een kettinkje geven."

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

"Je gebruikt 'mijn' als er een bezit achter staat."
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

"Je gebruikt 'me' als er geen bezit achter staat."
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

"Een verkleinwoord maak je meestal door het achtervoegsel ..... achter een zelfstandig naamwoord te plakken."

Vul de zin aan.

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Wat is het verkleinwoord van 'kind'?

Slide 18 - Open question

This item has no instructions

Wat is het verkleinwoord van 'lied'?

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Wat is het verkleinwoord van 'gitaar'?

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Wat is het verkleinwoord van 'kano'?

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Zelfstandig werken
Wat? --> maak de 'Extra opdrachten' en/of de opdrachten van 'Trainen'.
Hoe? --> zelfstandig
Hulp? --> docente en/of klasgenoten vragen via Teams
Tijd? --> tot 08.38 uur
Klaar? --> docente vragen wat je kunt doen

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Les afronden
Leer de theorie van de paragrafen Lezen, Woordenschat, TV1, TV2 en TV3 H4.

Huiswerk: maak de 'gele' opdrachten van de paragrafen WS, TV1, TV2 en TV3. 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions