Introducties, Bloed & de Bloedsomloop (Thema 3)

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k, g, t, mavo, havo
• Leerjaar 2

INTRODUCTIES & Thema 3 - de Bloedsomloop

Doelen Vandaag:

1. We maken even kennis met elkaar!

2. Waar zijn jullie gebleven met Thema 3?

Leuk om jullie hier te zien!

Leeuwestaartmakaken

Welke aap vind je interessant?

Waar kan jij even lekker 'zen' zijn?

Hou jij van honden of juist van katten?

Laat me nog wat leuke, interessante 

en/of belangrijke dingen over je weten!

1. Naar welk stukje natuur zou je echt graag een keertje naartoe willen op vakantie (en waarom)?
2. Welk dier zou je echt heel graag een keer willen zien in het echt (en waarom)?
3. Wat vind je leuk aan biologie (en waarom)?
4. Wat vind je echt niet leuk aan biologie (en waarom)?
5. Wat is je lievelingsboek (en waarom)?
6. Hoe zou je jezelf omschrijven (alleen positieve/neutrale dingen!)?

Waar zijn jullie
met de lesstof
gebleven?

§3.1 Bloed

§3.2 De bloedsomloop

§3.3 Het hart

Thema 4: Voorplanting & Seksualiteit

Echt iets heel anders

Thema 3: de BLOEDSOMLOOP, Bs. 1, 2

Doelen Vandaag:

1. Je kunt de bestanddelen van bloed noemen met hun kenmerken en functies (Bs. 1)

2. Je kunt drie typen bloedvaten noemen met hun kenmerken en functies (Bs. 2).

3. Je kunt in het bloedvatenstelsel van de mens slagaders en aders benoemen (Bs. 2).

4. Je kunt de kleine en grote bloedsomloop onderscheiden met hun functies (Bs. 2)

Basisstof 3.1: Bloed

Wist je dat:

Een volwassen persoon 5 tot 6 liter bloed in zijn lichaam heeft.

Functie van bloed:

De functie van bloed is transport van alles wat nodig is om het lichaam te laten functioneren.

Functie van bloed:

De functie van bloed is transport van alles wat nodig is om het lichaam te laten functioneren.

Dus ook wat afgevoerd moet worden:

Samenstelling bloed

Bloed bestaat voor 55% uit de vloeistof bloedplasma. 

Voor de rest (45%) bestaat bloed uit

• rode bloedcellen, 
• witte bloedcellen
• en bloedplaatjes.

Zie afbeelding.

Fibrinogeen

Welk deel van je bloed breng zuurstof overal naartoe?

1. rode bloedcellen
2. witte bloedcellen
3. bloedplaatjes

Wat in je bloed maakt virussen kapot?

1. rode bloedcellen
2. witte bloedcellen
3. bloedplaatjes

Rode bloedcellen

Vorm: ronde, kleine schijfjes en geen celkern

Functie: vervoeren van vooral zuurstof

- bevatten het eiwit hemoglobine dat een rode kleur heeft

- hemoglobine kan zuurstof opnemen (in longen) en afgeven (in organen)

 

Witte bloedcellen

Vorm: geen vaste vorm en wel een celkern

- door die niet vaste vorm kunnen ze gemakkelijk door openingen van de kleinste bloedvaten heen

Functie: maken ziekteverwekkers 

onschadelijk

- één type witte bloedcel neemt een ziekteverwekker op en maakt deze kapot 

- de witte bloedcel gaat hierbij ook 

meestal dood

Bloedplaatjes

Vorm: zijn geen cellen, maar delen van uiteengevallen cellen. Ze hebben geen celkern. 

Functie: bloedstolling. Ze bevatten stoffen die ervoor zorgen dat het bloed stolt als het buiten de bloedvaten komt.

Bs. 1 - aan de slag:

klascode: 303076

Lezen: lezen blz 182 t/m 184, maken opdr: 5 t/m 8, 10

Klaar=zelfstandig nakijken

Kan je de bestanddelen van bloed noemen? 

 Basisstof 3.1: De Bloedsomloop

De bloedsomloop

• bloedvatenstelsel
• kleine bloedsomloop
• grote bloedsomloop
• dubbele bloedsomloop

Dubbele (kleine + grote) bloedsomloop

Kleine bloedsomloop: 

- functie: opnemen van zuurstof 

en afgeven van koolstofdioxide. 

Gaat van hart --> naar longen --> 

naar hart

Grote bloedsomloop

Functie: brengen zuurstof en voedingsstoffen naar rest van het lichaam en afvoeren van afvalstoffen. 

Gaat van hart naar --> rest van lichaam naar --> hart

Drie typen bloedvaten

Je ziet hier longblaasjes met bloedvaten. Welk type bloedvaten zijn dit?

1. slagaders
2. aders
3. haarvaten

De bloedsomloop bij de mens is een dubbele bloedsomloop.
Waarom noemen we het een 'dubbele bloedsomloop'?

1. Tijdens één complete rondgang door het lichaam stroomt het bloed twee keer door het hart.
2. Tijdens één complete rondgang door het lichaam stroomt het bloed twee keer langs de longen.
3. Tijdens één complete rondgang door het lichaam stroomt het bloed twee keer langs de tenen.

Welk bloedvat of welke bloedvaten heeft of hebben kleppen?

1. Slagaders
2. Aders
3. Haarvaten

Welk bloedvat of bloedvaten bevat zuurstofarm bloed?

1. Longader
2. Longader en aorta
3. Aorta
4. Longslagader en holle ader

Bs. 2 - aan de slag:

Lezen: lezen blz 166 t/m 170, maken opdr: 1, 2, 5, 8, 10 

Klaar=zelfstandig nakijken

Weet je hoe de (dubbele) bloedsomloop werkt?