verschil tussen primaire en secundaire kwaliteiten is problematisch
oplossing Berkeley: onaanvaardbaar
Hume = scepticus (bestaan van buitenwereld kunnen we niet kennen, maar ook niet ontkennen)
vertrekpunt Hume = doorgedreven empirisme = we kunnen zowel innerlijke als uiterlijke dingen waarnemen.
Slide 8 - Slide
Hume: innerlijke waarnemingen
innerlijke waarnemingen: we kunnen onze eigen geest (eigen 'ik') niet zien of waarnemen, maar we merken dat we impressies tot ideeën kunnen combineren en verbinden.
Slide 9 - Slide
Hume: uiterlijke waarnemingen
Uiterlijke waarnemingen:
twijfelt of er zoiets als 'substanties', blijvende 'dingen' waaruit objecten gemaakt zijn, wel echt bestaan, kan niet bewezen worden
we nemen enkel eigenschappen van dingen waar
ze laten impressies, indrukken na
impressies worden door het verstand gecombineerd tot een idee
ideeën zijn zwakke sporen van bewustzijn, herinneringen aan een impressie
Slide 10 - Slide
Hume: 2 soorten verbanden van ideeën
Ideële relaties/analytische uitspraken
Feitelijke/synthetische uitspraken
Slide 11 - Slide
Hume: ideële relaties/analytische uitspraken
relaties die bestaan tussen uitspraken die niet op een waarneming berusten.
via het denken, onafhankelijk van ervaring/zintuigen, a priori
kunnen geldig zijn (vanuit logica) bv. Alle vrijgezellen zijn ongehuwd
leren ons niets bij over de relaties of stand van zaken van dingen in werkelijkheid
Slide 12 - Slide
Hume: feitelijke relaties/synthetische uitspraken
uitspraken die voortkomen uit feitelijke verbanden in de werkelijk
door ervaring, empirische gegevens, zintuigen
ze kunnen juist zijn, maar dat is niet noodzakelijk waar
bv. we zien elke dag de zon opkomen (geen garantie voor morgen)
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Bedenk zelf nog enkele voorbeelden bij zowel de ideële relaties als de feitelijke relaties.
Slide 15 - Open question
Hume: kennis
Opbouwen van kennis door zowel de ideële relaties als de feitelijke verbanden te combineren.
redeneringen die leiden tot zekere kennis en tot niet- gegarandeerde kennis