Behorend bij Les 6 Score

Welkom 
  • Telefoon op stil in de telefoontas 
  • Ga rustig zitten.
  • Pak Pen en Papier
  • Pak je I-pad
  • Zodra de les start luister je naar de docent en ben je stil.
1 / 18
next
Slide 1: Slide
RekenenMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom 
  • Telefoon op stil in de telefoontas 
  • Ga rustig zitten.
  • Pak Pen en Papier
  • Pak je I-pad
  • Zodra de les start luister je naar de docent en ben je stil.

Slide 1 - Slide

  • Handig optellen en Aftrekken (herhaling) 

  • Vermenigvuldigen en Delen (herhaling)
     
  • Wortels, machten en Rekenmachine (herhaling) 

  • Gedeelte Breuken en Procenten 

Slide 2 - Slide

Handig optellen en aftrekken
Voorbeelden:
  • 999 - 101 =
    999 - 100 = 899 - 1 = 898
  • 1.487 - 1.199 = 
    1.487 - 1.200 = 287 + 1 = 288

    Kijk altijd naar handigheidjes of mooie combinaties!!

Slide 3 - Slide

Vermenigvuldigen en Delen
Handig
50.000 x 20.000 = 5 x 2 plus 8 nullen (denk om de scheidingstekens)

499 x 5 = 500 x 5 = 2.500 - (5 x1) = 2.495

Slide 4 - Slide

Vermenigvuldigen met 10, 100 en groter
Wat gebeurt er met de komma?
Deze schuift plaatsen naar rechts. HOEVEEL????
Het getal wordt immers groter
Voorbeelden:
1,25 x 10 = 12,5  (één nul => 1 plaats naar rechts)
1.450,235 x 100 = 145.023,5 (twee nullen dus.....)

Slide 5 - Slide

Vermenigvuldigen met 0,1 , 0,01  en kleiner
Wat gebeurt er met de komma?
Deze schuift plaatsen naar links. HOEVEEL????
Het getal wordt immers kleiner
Voorbeelden:
1,25 x 0,1 = 0,125  (één nul => 1 plaats naar links)
1.450,235 x 0,01 = 14,50235 (twee nullen dus.....)

Slide 6 - Slide

Delen door 10, 100 en groter
Wat gebeurt er met de komma?
Deze schuift plaatsen naar links. HOEVEEL????
Het getal wordt immers kleiner
Voorbeelden:
1,25 : 10 = 0,125  (één nul => 1 plaats naar links)
1.450,235 : 100 = 14,50235 (twee nullen dus.....)

Slide 7 - Slide

Delen door 0,1 of  0,01 en kleiner
Wat gebeurt er met de komma?
Deze schuift plaatsen naar rechts. HOEVEEL????
Het getal wordt immers groter
Voorbeelden:
1,25 : 0,1 = 12,5  (één nul => 1 plaats naar rechts)
1.450,235 : 0,01 = 145.023,5 (twee nullen dus.....)

Slide 8 - Slide

Rekenmachine
Blijf denken om de scheidingstekens en de punten en komma's 

Punt => komma

Bij duizendtallen geen scheidingstekens bij invoer

WEL BIJ HET ANTWOORD!!!!!

Slide 9 - Slide

Kwadraten
22=2kwadraat=22=4
2 kwadraat = 2 tot de macht 2 = 2 x 2 = 4
Wat is 2 tot de macht 3 ???
23=222=8

Slide 10 - Slide

Wortels
Dit is de tegenhanger van kwadraten

Want 2 x 2 is 4


Want 5 x 5 = 25



25=5
4=2

Slide 11 - Slide

Gebruik Wortelteken !
  1. Druk het wortelteken in
  2. Vervolgens het getal dat je moet berekenen
  3. Dan afsluiten met een haakje
  4. Vervolgens staat het antwoord in de display.

Slide 12 - Slide

Procenten
Betekenis : per 100  
1% is 1 per 100
25 % is 25 per 100 = 

Andersom:

                  %    immers                              dus                          = 60%
10025=41
51=20
51=10020
53=10060

Slide 13 - Slide

5% van 100
5% van 300?

Slide 14 - Open question

18% van 24

Slide 15 - Open question

Een fiets kost € 350,- excl. BTW.
BTW is 21%
Hoeveel is de BTW

Slide 16 - Open question

Salaris is € 1.200,-
Vaste lasten per maand € 450,-
Hoeveel procent is dat van het salaris?

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide