This lesson contains 21 slides, with text slides and 5 videos.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Pak een bordje, stift en per 2-tal een sponsje
Leerdoelen-formulier inplakken!
Lesplanning:
Lesdoel bespreken
Terugblik uitgebrei: vk
Theorie: 1.1
Zs/Zf + huiswerkcontrole
Afsluiting
Telefoon in de telefoontas
Lees goed!!!!!
Lees goed!!!!!
Lees goed!!!!!
Lees goed!!!!!
Slide 1 - Slide
Lesdoel
Je weet welke leerdoelen we in H1 gaan behandelen.
Je hebt de leerdoelen van 1.1 behaald, of
weet wat je nog moet doen om deze te behalen.
Slide 2 - Slide
Terugblik
Hoe noemen we +, -, x en : ook alweer?
+ som, - verschil, x product en : quotient
Wat is herleiden ook alweer?
Herleiden = het zo kort mogelijk opschrijven van een som
herleid 3x + 4x + 2y
3x + 4x + 2y = 7x + 2y, je kunt alleen gelijksoortige termen samen nemen.
Slide 3 - Slide
Terugblik
Even oefenen
3x + 5x =
-4x + y =
-3a + 4a + 2a =
20b + 3a - 4b =
Herleiden van een product:
Slide 4 - Slide
6.5: Herleiden bij het verschil
Hoeveel is 7 - 2?
Hoeveel is dan 7a - 2a?
Even oefenen:
Herleid 3a - 2a
Herleid -y - 6y
Herleid 5a - 3b
Herleid 4z - -3z + 3y =
Herleid 5x + 4y - x -5y =
En nu het herleiden van een product:
Slide 5 - Slide
Herleiden van producten
Wanneer kun je de vermenigvuldigingspunt weg laten?
Wat is het stappenplan voor herleiden van producten?
1. Vermenigvuldig de getallen en zet die voorop. 2. Zet de letters in alfabetische volgorde. 3. Laat alle vermenigvuldigingspunten weg. (Tussenstappen hoef je niet op te schrijven.)
Enkele voorbeelden:
Slide 6 - Slide
Terugblik
Ff oefenen:
5a . 9b =
-a . -b . -1 =
-8 . -y . 3z
Slide 7 - Slide
8.1: + en x door elkaar
De volgorde waarin je herleid als er optellen/aftellen en vermenigvuldigen in één som staat is:
Eerst vermenigvuldigen
Dan gelijksoortige termen samen nemen.
De gelijksoortige termen herleiden.
Ff oefenen:
Slide 8 - Slide
Terugblik
Herleid de volgenden:
8 . 7a + 2 . 2a =
3a . -2b + b . 2a =
-3a . 5b + 7 . 5b =
Weer even terug naar vorig jaar voor het wegwerken van haakjes:
Slide 9 - Slide
8.2: Haakjes wegwerken
Bereken uit je hoofd 6 x 23.
Schrijf eens op hoe je dit hebt gedaan.
6 x 20 = 120 en dan 6 x 3 = 18
120 + 18 = 138.
Eigenlijk doe je dan 6 X (20+3), ofwel 6(20+3)
Dit is dan 6(20+3) = 6x20 + 6x3 = 120 + 18 = 138.
Slide 10 - Slide
8.2: Haakjes wegwerken
Ff oefenen:
Werk de haakjes weg en schrijf op je bordje hoe je dit deed, met papegaaienbek:
a (2b + 3) =
-4 (a - 2b) =
7 (a + 5a) =
3 + 5 (b + ab) =
-5 (a - 3) + 3a (2 + b) =
Slide 11 - Slide
Terugblik
De voorkennis bevat ook breuken
Breuken vereenvoudigen
Breuken gelijknamig maken
Breuken optellen
Breuken aftellen
Breuken vermenigvuldigen
Slide 12 - Slide
1.1: Haakjes wegwerken
Slide 13 - Slide
1.1: Haakjes wegwerken
Ff oefenen:
(a + 7) (b + 9) =
(x + 1) (x - 1) =
(p + 4)2 =
Slide 14 - Slide
Huiswerk
Maken:
H1H: opgave 1 t/m 9
Nakijken:
Huiswerk van de vorige keer
Achter deze les staan een aantal nuttige filmpjes
Zs
Zf
Zf
timer
4:00
Huiswerk bespreken
Extra uitleg
Slide 15 - Slide
Lesdoel behaald?
Je weet welke leerdoelen we in H1 gaan behandelen.